De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) stelde op 24 juni 2022 vragen over het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Het voorstel heeft als doel dat ondernemingen negatieve gevolgen van hun activiteiten voor mens en milieu te identificeren, verzachten, stoppen, voorkomen en daarover verantwoording af te leggen. Minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) heeft deze vragen onlangs beantwoord. De commissie BDO heeft op basis van de antwoorden besloten later deze maand vervolgvragen te stellen.
Klimaatambities
Leden van de GroenLinks-fractie vroegen de minister onder meer om de mening van het kabinet over de uitvoerbaarheid van de richtlijn in het licht van de klimaatcrisis. Ze vroegen of de minister erkent dat het voorstel tekortschiet in het licht van Europese klimaatopgaven en ambities. De minister antwoordt nu dat ook het kabinet vindt dat het voorstel verbetering behoeft op het gebied van klimaat. In de Tweede Kamer heeft zij toegezegd te pleiten om klimaat op te nemen in het richtlijnvoorstel.
OESO-richtlijnen
Volgens de D66-fractie voldoet het voorstel niet aan de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zij vroegen of de minister kon toezeggen dat de bepalingen over de gepaste zorgvuldigheidsverplichting in het komende Nederlandse wetsvoorstel wel in lijn zullen zijn met de OESO-richtlijnen. De minister geeft in haar antwoord aan dat de OESO-richtlijnen samen met de Principes voor Bedrijfsleven en Mensenrechten van de Verenigde Naties (UNGP's) de basis vormen voor het IMVO-beleid van Nederland. Het kabinet heeft in haar standpunt een aantal onderdelen benoemd waarop er ruimte is voor het aanscherpen van de overeenstemming van het richtlijnvoorstel met de OESO-richtlijnen. Het wetgevende voorstel van de Europese Commissie dient als basis voor het Nederlandse wetsvoorstel.
Procedure
Op 7 april 2022 ontving de Eerste Kamer het standpunt van de regering over het voorstel. De commissie BDO besloot op 31 mei 2022 om het voorstel in behandeling te nemen en op 24 juni 2022 werd de brief met vragen van de fractieleden van GroenLinks en D66 verstuurd. De minister voor BHOS stuurde op 21 oktober 2022 een antwoord. De commissie besprak dit op 8 november en besloot om op 22 november 2022 inbreng te leveren voor het stellen van vervolgvragen.
De Europese Commissie publiceerde het voorstel op 23 februari 2022. Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (EU), waarin de minister van de EU-landen bijeen komen, moeten instemmen met het voorstel voordat dit van kracht wordt. Zij hebben nog geen standpunt ingenomen. Op 10 maart 2021 stemde het Europees Parlement al wel in met een eigen initiatiefrapport dat pleit voor EU-regelgeving op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Deel dit item: