De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) stelde in november 2022 per brief vragen aan de regering en de Europese Commissie over het Europese voorstel voor regels om seksueel kindermisbruik te voorkomen en te bestrijden. Na ontvangst van de antwoorden van minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid besloot de commissie op 17 januari om de antwoorden te beoordelen als ook het antwoord op vragen aan de Europese Commissie binnen is.
Voorstel voorkoming en bestrijding seksueel kindermisbruik
Volgens de Europese Commissie wordt minstens één op de vijf kinderen slachtoffer van seksueel geweld. Online misbruik vormt hierbij een bijzondere uitdaging. Op 11 mei 2022 presenteerde de Commissie daarom een voorstel met verplichtingen voor online bedrijven om risico's te beperken en materiaal te vinden, rapporteren en verwijderen. Daarnaast stelde de Commissie voor om een Europees centrum ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen op te richten. Dit centrum zal met name databanken met indicatoren van online seksueel misbruik van kinderen opzetten, onderhouden en beheren, die door de aanbieders van digitale diensten moeten worden gebruikt om aan hun opsporingsverplichting te voldoen.
Recht op privacy
De leden van de fracties van GroenLinks en PvdA vroegen de minister onder meer op welke punten zij vindt dat de verordening niet voldoet aan het recht op privacy, en op welke wel. Minister Yeşilgöz antwoordde dat een inbreuk op grondrechten alleen mag als deze noodzakelijk is, in verhouding staat tot het doel en er geen ander, minder ingrijpend, middel kan worden gebruikt. Ook moet worden voldaan aan de bijzondere eisen van de Grondwet. De minister zegt dat het kabinet de voorgestelde maatregelen steeds kritisch beoordeelt.
Noodzaak nieuwe instantie
Ook vroegen de leden van de fracties van GroenLinks en PvdA hoe de minister aankijkt tegen de nieuw op te richten instantie, terwijl er al instanties zijn die de verspreiding van kinderpornografisch materiaal bestrijden. De minister antwoordde dat het kabinet de oprichting van het EU-centrum steunt omdat het een centrale rol kan spelen in de gezamenlijke aanpak. Het kabinet steunt ook de oprichting van een nationaal coördinerende autoriteit. De verordening moet volgens de minister aanvullend zijn op reeds goed functionerende instanties. De Nederlandse regering zet er op in dat het mogelijk is om bestaande instanties te benutten, zodat niet onnodig nieuwe instanties hoeven te worden opgericht.
Standpunt lidstaten en Europees Parlement
De lidstaten ondersteunden het doel van het voorstel en de noodzaak voor Europese regels. Het kabinet gaf in het BNC-fiche aan dat het het voorstel steunt, maar wel enkele aandachtspunten heeft. Het kabinet maakt zich zorgen over aspecten van het voorstel waarmee mogelijk het recht op privéleven, het recht op gegevensbescherming, het communicatiegeheim van burgers en de veiligheid van het internet worden geschaad. Het kabinet is voorstander van de instelling van een EU-centrum ter voorkoming en bestrijding van kindermisbruik in Den Haag. Het Europees Parlement zet zich actief in voor de bestrijding van misbruik, maar zal ook kritisch zijn op de onderdelen van het voorstel die toezien op het monitoren en verwijderen van content.
Lees meer:
Deel dit item: