De commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) heeft in december 2022 vragen gesteld aan de regering en de Europese Commissie over het Europese voorstel over cyberbeveiligingsvereisten. De commissie J&V heeft de antwoorden van minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat inmiddels ontvangen. Op 21 februari besloot de commissie om te wachten met een oordeel over de beantwoording van de minister tot ook de reactie van de Europese Commissie binnen is.
Cyberbeveiliging
De Europese Commissie heeft in september 2022 een voorstel gedaan voor een nieuwe wet over cyberweerbaarheid. Het doel van het voorstel is om digitale producten, zoals draadloze producten en software, beter te beveiligen voor consumenten in de Europese Unie. Volgens het voorstel moeten fabrikanten beveiligingsondersteuning en software-updates tegen kwetsbaarheden aanbieden en moeten consumenten informatie krijgen over de cyberbeveiliging van de producten die zij kopen. De nieuwe wet zou van toepassing zijn op alle producten die met een ander apparaat of netwerk zijn verbonden.
Beveiligingsupdates
De leden van de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en PvdD gezamenlijk geven aan dat ze blij zijn dat de verordening een verplichting bevat om voor een bepaalde duur te zorgen voor updates tegen kwetsbaarheden. De fractieleden vinden de termijn van vijf jaar echter ongelukkig gekozen, omdat veel producten langer dan vijf jaar mee kunnen gaan. De leden vroegen de regering daarom of zij het ermee eens is dat er geen begrenzing moet komen aan de termijn waarop updates worden verstrekt. Volgens de leden zou zo verspilling voorkomen kunnen worden en is een termijn die gebaseerd is op de productlevenscyclus beter. De minister antwoordt dat het kabinet geen voorstander is van de maximale termijn. Het kabinet pleit tijdens de onderhandelingen met de andere EU-landen voor aansluiting bij de verwachte productlevensduur.
Positie bedrijven
De leden van de D66-fractie gaven aan dat ze zien dat er extra werk en kosten op het bord van het midden- en kleinbedrijf (mkb) terecht komen door de mogelijke nieuwe verplichtingen en vragen de regering of zij niet bevreesd is dat de positie van het mkb verzwakt raakt. De minister antwoordt dat het beperken van regeldruk een aandachtspunt is van het kabinet. Volgens Adriaansens kan het voorstel ook bijdragen aan een sterkere positie van het mkb, omdat de leveranciers van de producten die zij gebruiken ook aan de verplichtingen moeten voldoen. Daarnaast wordt er volgens de minister een gelijk speelveld gecreëerd voor alle digitale producten op de Europese markt.
Leden van de PVV-fractie vroegen de minister of zij een schatting kan geven van de totale kosten voor het Nederlandse bedrijfsleven door dit voorstel. De minister geeft aan dat de nalevingskosten in de Europese Unie als geheel op ongeveer 29 miljard euro uitkomen op een totale marktomzet van 1485 miljard euro per jaar. Een inschatting van specifiek het Nederlandse bedrijfsleven is niet beschikbaar en zullen volgens de minister variëren van bedrijf tot bedrijf. De minister geeft aan dat de Europese Commissie voor de hele EU een kostenbesparing van 180 tot 290 miljard euro per jaar verwacht, vanwege het dalende aantal cyberveiligheidsincidenten. Het kabinet heeft de Commissie om verduidelijking gevraagd omtrent mogelijke ondersteunende maatregelen voor met name het mkb.
Stappen in de procedure
Het lid van de OSF-fractie vroeg onder andere welke stappen nog moeten worden genomen voordat het gewenste niveau van cyberbeveiliging is bereikt. De minister antwoordt dat eerst de Europese onderhandelingen moeten worden afgerond. Eerst wordt een gezamenlijke positie geformuleerd in de Raad van de Europese Unie, waarin ministers van de EU-landen samenkomen. Vervolgens gaan de Raad en het Europees Parlement in onderhandeling over de tekst. Wanneer beide hebben ingestemd, hebben bedrijven en overheidsorganisatie nog de tijd om zich voor te bereiden op de uitvoering van de nieuwe wet. De Eerste Kamer wordt in aanloop naar en na afloop van de bijeenkomsten van de Telecomraad geïnformeerd over de onderhandelingen. Hier spreken ministers van de EU-landen over dit voorstel. Op dit moment hebben de Raad en het Europees Parlement nog geen positie ingenomen.
Lees meer:
Deel dit item: