De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft antwoord gekregen van de regering en de Europese Commissie op vragen over het Europese voorstel voor een verordening over mediavrijheid. Dit voorstel van de Europese Commissie heeft als doel de pluriformiteit en onafhankelijkheid van media in de Europese Unie (EU) te beschermen. De commissie besprak de antwoorden van de Europese Commissie en de staatssecretaris van Cultuur en Media op 28 maart jl. en besloot dat de leden 11 april a.s. vervolgvragen kunnen stellen.
Strijdig met Grondwet
De fractieleden van GroenLinks en de PvdA vroegen de staatssecretaris onder meer naar de strijdigheid van de verordening met de Grondwet. Het kabinet stelt dat hier geen sprake van is, zolang het voorstel of de uitvoering niet leidt tot een vorm van preventief toezicht en niet als een impliciet vergunningensysteem functioneert. Deskundigen wijzen er volgens GroenLinks en PvdA echter op dat de verordening raakt aan artikel 7 van de Grondwet, en halen daarbij een arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 aan. Zij vroegen de staatssecretaris te onderbouwen waarom zij van oordeel is dat geen sprake is van strijdigheid met de Grondwet.
De staatssecretaris antwoordde dat het voorstel niet voorziet in een stelsel van preventief toezicht of een impliciet vergunningensysteem. Ook leidt het er volgens haar niet toe dat voorafgaand verlof nodig is voor uitingen via onder meer drukpers. Om deze redenen acht het kabinet het voorstel niet strijdig met de Grondwet. De staatssecretaris gaf bovendien aan dat het aangehaalde arrest van de Hoge Raad niet over de vrijheid van drukpers gaat en slecht vergelijkbaar is met het voorstel voor de verordening. Ook uit het arrest volgt volgens het kabinet dus niet dat het voorstel strijdig is met de Grondwet.
Omroep Ongehoord Nederland
De leden van de PVV-fractie stelden dat er momenteel in Nederland enige scepsis bestaat over de bescherming van de vrijheid voor de publieke media, omdat omroep Ongehoord Nederland vanuit het publieke omroepbestel wordt bekritiseerd en beboet. Zij vroegen de staatssecretaris op welke manier de verordening kan bijdragen aan mediavrijheid voor met name Omroep Nederland. De staatssecretaris gaf aan dat de verordening niet bedoeld is om specifieke gevallen te adresseren, maar gaat over het beschermen van mediavrijheid in de gehele Europese Unie. Ze benadrukte dat het cruciaal is voor de mediavrijheid dat (publieke) media zich kritisch kunnen opstellen. De verordening heeft als doel dit te beschermen.
Economische kwetsbaarheid
De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA hadden ook gezamenlijk een aantal vragen voor de Europese Commissie, waarbij de fractieleden van het CDA en de SP zich aansloten. Deze leden wilden onder meer weten waarom de Europese Commissie geen minimumnormen voor arbeidsomstandigheden van journalisten opgenomen heeft in de verordening. De Commissie antwoordde dat ze het eens is met de Eerste Kamer dat de veiligheid en onafhankelijkheid van journalisten belangrijk is en dat de economische situatie van journalisten daarbij een grote rol speelt. Een aanbeveling van de Commissie uit 2021 over de veiligheid van journalisten benoemt daarom ook de sociale bescherming van hen. De Commissie achtte een ‘soft law ’-benadering het meest geschikt, omdat arbeidsomstandigheden nauw samenhangen met nationale wetgeving op het gebied van werkgelegenheid en sociale zekerheid.
Europese procedure
De Europese Commissie publiceerde het voorstel voor een verordening inzake mediavrijheid op 16 september 2022. Sinds de publicatie zijn er verschillende Raadswerkgroepvergaderingen geweest waarin het voorstel is doorgenomen, en waarin de lidstaten de gelegenheid hebben gekregen een eerste reactie op het voorstel te geven en vragen te stellen aan de Europese Commissie. Nederland is positief over de doelstellingen van het voorstel, maar heeft vragen gesteld over met name toezichts-, handhavings- en uitvoeringsaspecten.
Deel dit item: