Jonkheer Frans van Eysinga (1818-1901) was voorzitter van de Eerste Kamer van mei 1880 tot mei 1888. Na zijn rechtenstudie aan de Academie van Franeker en in Utrecht werd Van Esyinga advocaat in Leeuwarden en later kantonrechter in Rauwerd en rechter in Leeuwarden.
In 1844-1850 was hij Statenlid van Friesland. Diezelfde Staten kozen Van Eysinga in 1850 tot Eerste Kamerlid. Hij behoorde daar tot de liberalen. Van Eysinga was een uiterst gefortuneerd man, die zich in de Senaat vooral bezig hield met juridische en Friese aangelegenheden. In 1873 werd hij raadsheer bij het Gerechtshof van Leeuwarden, hetgeen hij tot 1889 bleef.
In 1887 volgde een benoeming tot minister van Staat. Met zijn 44-jarige Eerste Kamerlidmaatschap (1850-1894) is Van Eysinga recordhouder.