Mededeling COM(2018) 146: Tijd om een moderne, eerlijke en efficiënte standaard voor belastingheffing van de digitale economie vast te stellen
Op 21 maart jl. heeft de Europese Commissie mededeling COM(2018)146 gepubliceerd. In deze mededeling constateert de commissie dat de vennootschapsbelastingstelsels, zowel mondiaal als in de EU, als gevolg van digitalisering onder druk zijn komen te staan. De huidige internationale belastingregels zijn volgens de Commissie ontworpen voor "bakstenen" bedrijven. Er wordt in de regels geen rekening gehouden met bedrijfsmodellen waarin bedrijven digitale diensten leveren in een land zonder daar fysiek aanwezig te zijn, waardoor bedrijven met digitale bedrijfsmodellen minder belasting betalen dan bedrijven met traditionele bedrijfsmodellen.
De Commissie benadrukt in deze mededeling dat er uiteindelijk een mondiale oplossing gevonden zal moeten worden voor belastingheffing van de digitale economie, bij voorkeur in OESO-verband. Door de complexiteit van het vraagstuk blijft de vooruitgang op internationaal niveau tot dusver achter. De Commissie stelt daarom nu voor, parallel aan de internationale besprekingen, op EU-niveau oplossingen aan te dragen, die de internationale besprekingen naar verwachting van de Commissie een extra impuls zullen geven. Daarom doet de Commissie twee voorstellen voor een richtlijn: COM(2018)147 en COM(2018)148 en een aanbeveling C(2018)1650.
Ontwerprichtlijn COM(2018)147:
Met dit voorstel beoogt de Commissie te voorzien in een gemeenschappelijk stelsel voor de belastingheffing van digitale bedrijvigheid in de EU. In het voorstel worden in de eerste plaats regels gesteld voor de bepaling van een belastbare nexus voor digitale bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn maar geen fysieke commerciële aanwezigheid hebben ("aanmerkelijke digitale aanwezigheid"). Ook legt het voorstel beginselen vast voor de toerekening van winst aan een digitaal bedrijf.
Samenhang met het voorstel betreffende de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) : Met het huidige toepassingsgebied zou de CCCTB volgens de Commissie geen structurele oplossing bieden voor enkele van de grote uitdagingen op het gebied van de belastingheffing van bedrijven in de digitale economie. De regels betreffende een belastbare nexus voor digitale bedrijvigheid zouden volgens de Commissie in de CCCTB moeten worden opgenomen. Ook zou, wat de winsttoerekening bij grote multinationale groepen betreft, de CCCTB-aanpak met de evenredige toewijzing op grond van een formule moeten worden aangepast om digitale bedrijvigheid op effectieve wijze in de heffingsgrondslag op te nemen. De Commissie geeft aan bereid te zijn om samen met de lidstaten en het Parlement te onderzoeken hoe de bepalingen van deze richtlijn in de CCCTB kunnen worden opgenomen.
Ontwerprichtlijn COM(2018)148:
Dit voorstel voorzit in een gemeenschappelijk stelsel van belasting op de inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten door belastingplichtigen (de "digitaledienstenbelasting" of "DDB"). Met dit voorstel wordt specifiek beoogd een maatregel in te stellen die gericht is op de inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten, en die gemakkelijk ten uitvoer kan worden gelegd en bijdraagt aan een gelijk speelveld in afwachting van een alomvattende oplossing. Het betreft dus een tijdelijke oplossing van de Europese Commissie.
Aanbeveling C(2018)1650:
De Commissie doet de aanbeveling aan de lidstaten om in de dubbelbelastingverdragen van de lidstaten met niet-Unierechtsgebieden aanpassingen te doen, waarbij het concept vaste inrichting wordt uitgebreid met een aanmerkelijke digitale aanwezigheid. In die verdragen zouden ook regels moeten worden opgenomen waarmee winsten worden toegerekend aan of met betrekking tot een aanmerkelijke digitale aanwezigheid