Voorstel COM(2018)339:
De Europese Commissie constateert dat er nog altijd een nauwe verwevenheid bestaat tussen Europese banken en hun 'thuisland', in die zin dat banken nog altijd aanzienlijke bedragen aan obligaties van hun eigen overheden aanhouden. Om deze reden is er een sterke samenhang tussen de herfinancieringskosten van banken en hun overheden en omgekeerd. Het risico bestaat dat in het geval van financiële problemen bij hetzij de bank, hetzij de overheid, zowel de overheidsfinanciën van een lidstaat als de bankensector kan worden verstoord. Tegen deze achtergrond probeert de Commissie met het voorliggende voorstel de ontwikkeling van zogenoemde sovereign bond-backed securities (SBBS) (door overheidsobligaties gedekte effecten) te bevorderen, onder meer door het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving. Een SBBS is een gestandaardiseerde securitisatie die de staatsobligaties van individuele eurolidstaten bundelt en trancheert. Op deze wijze kunnen financiële instellingen een meer gediversifieerde portefeuille aan overheidsobligaties aanhouden en wordt de risicodeling door de particuliere sector bevorderd. Deze SBBS zouden moeten worden uitgegeven door special purpose entities (SPEs), opgericht door private partijen. Met de uitgifte van deze SBBS financieren de SPEs het opkopen van staatsleningen van alle lidstaten in de Eurozone, in een vaste verhouding die is gebaseerd op hun aandeel in de ECB. Met dit voorstel geeft de Europese Commissie gestalte aan een voornemen dat al is gepresenteerd in de discussienota over de verdieping van de EMU in juni 2017.
BNC-fiche:
Op 15 juni jl. heeft de regering het BNC-fiche bij de ontwerpverordening aangeboden aan de Eerste Kamer. In het BNC-fiche schrijft het kabinet niet overtuigd te zijn van de noodzaak van SBBS. Wel oordeelt het kabinet positief over de subsidariteit: "Nederland ziet de gevaren van een te sterke verwevenheid tussen nationale overheden en banken voor de financiële stabiliteit in de eurozone. Om deze verwevenheid te beperken is Europees beleid noodzakelijk. Dit is ook de rationale achter de oprichting van de bankenunie. Maatregelen om deze link te doorbreken kunnen het best op het Europees niveau worden genomen om het gelijke speelveld voor financiële instellingen in de EU en binnen de bankenunie te behouden." Het kabinet is in belangrijke mate negatief over de proportionaliteit van het voorstel, omdat andere instrumenten om tot risicoreductie te komen meer geschikt worden geacht.
Presentatie ministerie van Financiën
Behandeling Tweede Kamer
De vaste commissie voor Financiën in de Tweede Kamer heeft het voorstel vorig jaar aangewezen als EU-prioriteit. De commissie heeft op 20 juni jl. tijdens de procedurevergadering besloten een parlementair behandelvoorbehoud te plaatsen bij het voorstel. De Tweede Kamer heeft op dinsdag 26 juni 2018 tijdens de plenaire vergadering ingestemd met dit behandelvoorbehoud en de regering hiervan op de hoogte gesteld. De commissie heeft de leden Hennis (VVD) en Leijten (SP) aangewezen als rapporteurs; zij hebben voor het zomerreces de informatieafspraken met de regering, in het kader van het parlementair behandelvoorbehoud, uitgewerkt, waarmee de commissie op 5 juli jl. tijdens de procedurevergadering heeft ingestemd. Deze informatieafspraken (tevens bijgevoegd op de overzichtspagina) zijn op 5 juli jl. aan de minister van Financiën gezonden. Na bevestiging door de minister zullen de afspraken na het zomerreces plenair worden bekrachtigd. Op het moment van schrijven heeft de minister van Financïen nog niet op de uitgaande brief met informatieafspraken gereageerd. De commissie is op 16 juli 2018 in schriftelijk overleg getreden met de regering over het BNC-fiche bij het voorstel. De beantwoording van deze vragen is op 21 augustus jl. aan de Tweede Kamer aangeboden en ter informatie aan het agendapunt toegevoegd.