Verslag van de vergadering van 22 februari 2022 (2021/2022 nr. 19)
Aanvang: 13.32 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de behandeling van:
-
-het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten (35625);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van wetten op met name het terrein van onderwijs, cultuur en media in verband met hoofdzakelijk wetstechnische en redactionele verbeteringen (Verzamelwet OCW 20..) (35946).
Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De voorzitter:
Verlangt iemand aantekening? Dat is niet het geval.
De heer Koffeman heeft mij conform artikel 139, lid 1 van het Reglement van Orde gemeld de Kamer om verlof te willen vragen voor het houden van een interpellatie. Ik geef het woord aan de heer Koffeman voor een korte toelichting bij de interruptiemicrofoon.
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil heel graag minister De Jonge interpelleren over het feit dat hij het verzoek van de Eerste Kamer om voorlopig geen grond te verkopen ten behoeve van datacenter Zeewolde naast zich neergelegd heeft. Hij wil wel een aantal nieuwe datacenters uitsluiten van vergunningsprocedures, maar de grondverkoop aan datacenter Meta wil hij niet stoppen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Wenst een van de andere leden het woord over het interpellatieverzoek? Dat is niet het geval. Kan ik constateren dat er voldoende steun is voor het houden van het interpellatiedebat? Er is een verzoek om te stemmen. Dan gaan we daarover stemmen.
Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Faber van de PVV, gaat uw gang.
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Dank u, voorzitter. Ik vind dat we collega Koffeman van de Partij voor de Dieren de kans moeten geven om dit interpellatiedebat te kunnen voeren. Hij heeft een aangenomen motie over een datacenter. Minister De Jonge heeft aangegeven dat hij deze motie niet wil uitvoeren, dus dat hij die terzijde legt. Ik vind wel dat collega Koffeman de kans moet krijgen om de minister daarover te bevragen. Wij zullen dus voor het voorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Faber. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? De heer Otten namens de Fractie-Otten.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Het betreft een aangenomen motie van de Eerste Kamer. Als wij onszelf serieus nemen als Eerste Kamer, dan moeten we voor dit interpellatiedebat stemmen. Dank.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het verzoek tot het verlenen van verlof voor een interpellatie.
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, FVD, 50PLUS, de PvdA, de PvdD, de SP, de SGP en de OSF voor het verzoek hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, het CDA, de VVD en de ChristenUnie tegen, zodat het is aangenomen.
De voorzitter:
Dan is het verlof tot het houden van de interpellatie verleend. Ik stel voor de interpellatie vandaag tijdens de dinerpauze te houden, met een spreektijd in eerste termijn voor de interpellant van vier minuten, en een spreektijd in tweede termijn voor de interpellant en de andere sprekers van twee minuten.
Verder heeft de heer Koffeman zijn interpellatievragen reeds aan mij doen toekomen. Deze zijn verspreid onder de leden en de minister.