In deze motie wordt de regering verzocht een voorstel te ontwerpen voor een geactualiseerde en meer richtinggevende invulling van Hoofdstuk 7 van de Grondwet en daarbij - naast de al voorgenomen aanpassingen - in ieder geval de volgende elementen te betrekken:
-
a.Een plaatsbepaling van de bestuurlijke hoofdstructuur waaruit het primaat ten opzichte van andere bestuursvormen blijkt.
-
b.Een herijking van de in de artikelen 124 en 125 opgenomen formuleringen die nog verwijzen naar het monistische bestuursmodel.
-
c.De constitutionalisering van het beginsel van de lokale en provinciale autonomie.
| nummer | CII, D |
|---|---|
| ingediend | 18 juni 2013 |
| behandelstatus | vervallen |
| toelichting behandelstatus | Aangehouden op 2 juli 2013. Vervallen op 25 september 2018 op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer. |
| indiener(s) | J.W.M. Engels (D66) |
| mede ondertekend door | Th.C. de Graaf (D66) G. Holdijk (SGP) N.K. Koffeman (PvdD) J.G. Nagel (50PLUS) |
| dossier(s) | Nota ‘Bestuur in samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland.’ (CII) |
| behandelende commissie(s) | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) |
De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) heeft op 13 januari 2015 de brief van de minister van BZK van 19 december 2014 (EK CII, I) over uitstel van het gestand doen van toezeggingen met betrekking tot Hoofdstuk 7 van de Grondwet (naar aanleiding van toezegging T01721 en de aangehouden onderhavige motie) voor kennisgeving aangenomen.