In deze motie wordt de regering verzocht de verschillen tussen beschermingsregimes voor dieren in het Europese deel van Nederland en het Caribische deel van Nederland en hun uitwerking in kaart te brengen en de Kamer daarover te informeren.
nummer | 34.300 IV / CXIX, S |
---|---|
ingediend | 21 juni 2016 |
behandelstatus | vervallen |
toelichting behandelstatus | Aangehouden op 21 juni 2016. Vervallen op 25 september 2018 op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer. |
indiener(s) | C. Teunissen (PvdD) |
mede ondertekend door | D.J.H. van Dijk (SGP) P. Ester (ChristenUnie) R.R. Ganzevoort (GroenLinks) N.K. Koffeman (PvdD) M.P. Meijer (SP) |
dossier(s) | Werkbezoek Caribisch deel Koninkrijk april 2016 (CXIX) Begrotingsstaten Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2016 (34.300 IV) |
behandelende commissie(s) | commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) |
De Eerste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) heeft bij brief van 20 juli 2017 nadere vragen gesteld aan de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) in het kader van de motie-Teunissen (PvdD) c.s. (EK 34.300 / CXIX, S) en de brief van de staatssecretaris van 23 juni 2017 (EK 34.550 IV / CXIX, Q) over de verschillen tussen dierenwelzijnsregimes van de drie afzonderlijke eilanden behorend tot Caribisch Nederland en het dierenbeschermingsregime, zoals neergelegd in de Wet dieren voor Europees Nederland. De minister van Economische Zaken heeft bij brief van 29 september 2017 gereageerd. Beide brieven zijn opgenomen in een nader verslag van een schriftelijk overleg (EK, A) dat de commissie op 29 september 2017 heeft uitgebracht. De commissie levert op 31 oktober 2017 inbreng voor nadere vragen.
De commissie heeft op 28 juni 2016 een brief ontvangen van de staatssecretaris van Economische Zaken over de moties van het lid Teunissen c.s. (EK 34.300 IV / CXIX , W).