Eerste Kamer steunt in eerste lezing voorstel wijziging artikel 1 Grondwet



De Eerste Kamer heeft dinsdag 9 februari gedebatteerd over een initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer om artikel 1 van de Grondwet te wijzigen. Naast de Tweede Kamerleden en initiatiefnemers Bergkamp (D66), Van den Hul (PvdA) en Özütok (GroenLinks) nam ook minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als adviseur van de Kamer deel aan het debat. Na afloop vond direct stemming over het wetsvoorstel plaats. De Fractie-van Pareren, de PVV-fractie en de SGP-fractie stemden tegen, de fractie van FVD was afwezig; de overige elf fracties stemden voor het wetsvoorstel. Over een ingediende motie van SGP-senator Schalk stemt de Kamer op dinsdag 23 februari.

Dit initiatiefvoorstel voegt handicap en seksuele gerichtheid als verboden grond van discriminatie toe aan artikel 1 van de Grondwet. Deze toevoeging geeft naar de mening van de initiatiefnemers een sterk signaal af, enerzijds als bevestiging en verankering van hetgeen reeds bereikt is op het vlak van participatie van mensen met een functionele beperking en de gelijke behandeling tussen mensen met een verschillende seksuele gerichtheid, en anderzijds om deze zaken te bewaken, en voorts aan te sporen deze verder te verbeteren. Het betreft de eerste lezing (het overwegings- of verklaringsvoorstel) van deze grondwetswijziging waarvoor een gewone meerderheid volstaat. Bij de zogenoemde tweede lezing is later een tweederde meerderheid in beide Kamers vereist.

Tijdens het debat bleek een grote meerderheid van de Kamer voorstander van het voorstel. GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, VVD, CDA, ChristenUnie, SP en OSF en in mindere mate Fractie-Otten en 50PLUS spraken al tijdens het debat hun steun voor het wetsvoorstel uit. Wel waren er nog vragen over bijvoorbeeld de uitwerking van het opnemen van de gronden handicap en seksuele gerichtheid in wet- en regelgeving en de handhaving ervan. De PVV en de SGP waren kritisch omdat volgens hen de Grondwet sober en duidelijk moet zijn.

Motie

Er werd in het debat één motie ingediend, door SGP-senator Schalk. De motie verzoekt de regering te bevorderen dat abortus op grond van handicap wordt tegengegaan. Volgens senator Schalk is er een breed gevoelen dat geen discriminatie mag plaatsvinden op grond van handicap. Prenatale screening echter leidt tot abortussen van kinderen die een handicap hebben. Daarnaast onderstreept het recht op opnemen van de naam van geaborteerde en levenloos geboren kinderen in de Basisregistratie Personen de bescherming van hun menselijke waardigheid, zo beargumenteerde hij zijn motie. De motie werd door minister Ollongren ontraden.

Impressie van het debat

'Grondwet is als een huis waarin we wonen'

GroenLinks-senator Karimi, die haar fractiegenoot Ganzevoort verving, zei dat het tegengaan van discriminatie van groot belang is in het streven naar een inclusieve samenleving. Karimi: "De Grondwet is als een huis waarin we wonen, dat met ons meegroeit. Daarom hartelijk dank aan de initiatiefnemers voor deze verbouwing." Karimi wilde van de minister weten of na wijziging van de Grondwet op dit punt ook de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) moet worden aangepast. Ten aanzien van seksuele gerichtheid zei de GroenLinks-senator dat de samenleving die uitgaat van man of vrouw, binair is. Daarbij ziet zij in de samenleving een tegenbeweging ontstaan die ageert tegen 'genderideologie'. Over handicap stelde Karimi dat de discussie over opname ervan in de Grondwet al decennia wordt gevoerd en nu wordt beslecht.

'Kunnen zijn wie je wilt zijn'

Volgens PvdA-senator Koole kennen de meeste mensen de tekst van artikel 1 van de Grondwet niet, maar kennen ze wel het verhaal ervan: kunnen zijn wie je wilt zijn. Hij wilde weten of deze grondwetsbepaling ook doorwerkt in het zogenoemde horizontale verkeer (tussen burgers onderling), en niet alleen bescherming biedt tegen discriminatie door de overheid (zogenoemde verticale verkeer. Een grondwetswijziging alleen is onvoldoende om uitsluiting in de toekomst tegen te gaan, aldus Koole. Hij vroeg of het expliciet benoemen van deze gronden tot betere juridische bescherming tegen discriminatie zal leiden. De praktijk laat zien dat discriminatie aan de orde van de dag is. Daarom is het belangrijk om de afzonderlijke gronden in artikel 1 op te nemen, besloot Koole zijn bijdrage.

'Recht beweegt mee met veranderende samenleving'

50PLUS-senator Baay-Timmerman sloot zich bij Karimi en Koole aan: "Allen die zich in Nederland bevinden moeten gelijk worden behandeld." Maar Baay bracht daarna wel een ander punt naar voren, namelijk dat het ook nu al verboden is om te discrimineren. Specifiek benoemen van groepen is volgens de initiatiefnemers noodzakelijk, maar de 50PLUS-fractie vindt dat twijfelachtig. Ze vroeg de indieners of die konden aangeven waarom het wenselijk is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende discriminatieverboden. Het recht beweegt mee met veranderingen en geeft daarom juiste afspiegeling van de huidige samenleving, aldus Baay. 50PLUS begrijpt dat in de ogen van sommigen artikel 1 van de grondwet te beperkt is. Baay wilde verder weten waarom de initiatiefnemers niet het EVRM, het Europees Handvest en de Awgb zijn gevolgd. Baay: "Dit voorstel laat kenmerken die daarin staan buiten beschouwing."

'Grondwet is een levend document'

D66-senator Dittrich zei dat zijn fractie het belangrijk vindt dat de nu naar voren gebrachte gronden expliciet in de Grondwet worden vermeld. "Het is een levend document. En de betekenis van het document gaat daarmee ook meer leven voor de mensen," aldus Dittrich. Onder seksuele gerichtheid wordt een brede uitleg verondersteld. D66 steunt deze brede uitleg, zei Dittrich. Handicap en seksuele gerichtheid zijn heel erg persoonsgeboden. Je kunt er geen afstand van doen zonder je eigen identiteit te verloochenen. Met name transgender mensen ontmoeten nog veel discriminatie, blijkt uit onderzoek. Dittrich vroeg wat er nog meer nodig is qua wetgeving en beleid om met name transgenders te beschermen. Hij noemde het voorstel een mooie stap vooruit. Hij besloot zijn bijdrage met een waarschuwing: "We moeten continu alert zijn en ons tegen iedere vorm van uitsluiting en discriminatie uitspreken."

'Opdracht aan de minister'

VVD-senator Van der Burg complimenteerde de initiatiefnemers. Hij ziet dit voorstel vooral als een opdracht aan de minister om deze grondwetswijziging vorm te geven in beleid, wet- en regelgeving én in handhaving. Volgens Van der Burg is er nog een lange weg te gaan als het gaat om discriminatie op grond van handicap: "Daarin heeft Nederland nooit vooropgelopen."

'Gelijkwaardigheid is normatief voor politiek en democratie'

Ook ChristenUnie-senator Verkerk sprak zijn waardering uit voor de indieners. Die hebben volgens hem veel moeite gedaan om aan te tonen wat de waarde is voor toevoeging van de twee gronden aan de grondwet. Verkerk vroeg de minister te reflecteren op de gevolgen van het toevoegen van de bepalingen voor het handelen van de overheid, in het bijzonder voor het optreden van de overheid als werkgever. Met betrekking tot de grond handicap wilde hij weten wat de regering doet om de belofte voor meer banen werk voor mensen met een handicap na te komen. Tot nu toe gebeurt dat onvoldoende, volgens Verkerk. De ChristenUnie steunt het voorstel omdat het een uitdrukking is van het fundamentele uitgangspunt dat mensen gelijkwaardig zijn. Die gelijkwaardigheid is een normatief gegeven voor politiek en democratie, aldus Verkerk.

'Overbodige symboolwetgeving'

PVV-senator Van Hattem noemde het voorstel overbodige symboolwetgeving waarmee het toch al slecht geformuleerde artikel 1 van de grondwet naar zijn mening nog slechter geformuleerd wordt. Hij noemde het opmerkelijk dat de indieners anno 2021 artikel 1 tot onderdeel van de discussie maken. Toen LPF-leider Pim Fortuyn dat in 2002 deed werd hij verketterd, aldus Van Hattem. Waarom moet dat maatschappelijke debat nu wel gevoerd worden, wilde hij weten. Wat de PVV betreft is het huidige artikel 1 van de grondwet slecht en kan het beter vervangen worden door een ander en vooral korter, allesomvattend artikel. Volgens Van Hattem is de islam de grote olifant in de kamer. Westerse grondrechten worden niet geaccepteerd in de wereld van de islam, aldus de PVV-senator. Hij vroeg de indieners of zij konden aantonen dat mensen met een bepaalde seksuele gerichtheid beschermd zullen zijn tegen discriminatie door moslims. Met betrekking tot de grond handicap is Van Hattem van mening dat er meer aandacht en geld voor de zorg voor gehandicapten nodig is in plaats van dit voorstel. Van Hattem: "De grondwet zou sober en duidelijk moeten zijn. Met deze toevoeging bewijzen we rechtsstaat en burger geen dienst."

'Voorstel is constitutioneel rijp'

CDA-senator Rombouts noemde het voorstel 'constitutioneel rijp, rijp om in onze Grondwet vast te leggen.' Hij vergeleek de Nederlandse rechtsstaat met die van EU-lidstaten Polen en Hongarije: "De afbrokkeling van de rechtsstaat in Polen en de schending van de rule of law in Hongarije raken ons indirect en niet zelden direct. Laten we hopen dat de volgende politieke leiders in die landen een nieuwe grondwetstekst tonen." Volgens Rombouts zal de toevoeging in artikel 1 ook betere bescherming bieden in het dagelijks verkeer. Hij dankte de indieners voor dit voorstel. Rombouts zei dat geschreven regels om opvolging vragen. Op papier is bescherming tegen discriminatie goed geregeld, maar in de praktijk is dit niet het geval, aldus de CDA-senator.

'Grondwet dient sober karakter te houden'

SGP-senator Schalk had moeite met de vage omschrijvingen in de eerdere beantwoording van de schriftelijke vragen van de Kamer, omdat initiatiefnemers niet willen specificeren wat zij bedoelen met seksuele gerichtheid. Schalk wilde verder weten waarom in een eerdere versie is gesproken van hetero en homo en dat dat nu is veranderd in seksuele gerichtheid: "Was het voorstel in eerste instantie dan niet rijp?" Ook vroeg Schalk wat deze toevoeging aan de grondwet betekent voor de seksuele gerichtheid van sommige mensen op kinderen en dieren. Hij vroeg de indieners wat zij vinden van de opmerking van het College van de Rechten van de Mens dat deze term over-inclusie met zich meebrengt. Met betrekking tot de grond handicap vroeg Schalk wat deze wet doet voor het leven van het gehandicapte kind in de moederschoot. Tot slot sloot Schalk zich aan bij de opmerking van de PVV dat de Grondwet een sober karakter dient te hebben en te houden.

'Gelijkwaardigheid op een hoger niveau'

PvdD-senator Teunissen toonde zich voorstander van het wetsvoorstel. Volgens haar brengen de initiatiefnemers 'gelijkwaardigheid op een hoger niveau'. Nederland heeft volgens Teunissen een inhaalslag te maken ten opzichte van andere Europese landen. Bij de rechter biedt de toevoeging slachtoffers een steun in de rug en een extra argument om discriminatie aan te pakken, aldus Teunissen. "De toevoeging telt een heldere norm voor bestaande en toekomstige wetgeving", betoogde zij. Ze vroeg de indieners wat die vinden van het verwijt dat er sprake zou kunnen zijn van onvolledige wetgeving. "De PvdD wijst elke vorm van discriminatie af en juicht elke verbetering van het gelijkheidsbeginsel toe", besloot Teunissen.

'Discriminatie in de kiem smoren'

Volgens OSF-senator Raven was het jammer dat de bestrijding van discriminatie niet voldoende werd opgevolgd. Raven: "Discriminatie is een onacceptabele uitwas jegens de medemens. Als dit niet in de kiem wordt gesmoord, wordt het van kwaad tot erger." Raven stelde dat de rechtsstaat haar burgers hiervoor moet behoeden. Volgens de OSF-senator stelt de rechterlijke macht verkeerde prioriteiten bij het afwikkelen van schendingen van artikel 1 van de grondwet: "Dit zou de voorrang moeten krijgen." Hij vroeg de indieners daarom zo spoedig mogelijk een nieuw voorstel in te dienen met daarin opgenomen minimale straffen voor discriminatie; dat minimale nuanceerde hij naderhand na een opmerking vanuit de Kamer van senator Dittrich. Raven: "De OSF steunt elk initiatief om discriminatie tegen te gaan."

'Handen af van artikel 1'

Volgens SP-senator Kox zegt zijn partij en overigens het grootste deel van de Nederlandse bevolking: "Handen af van artikel 1 van de grondwet. Een Grondwet zonder gelijkheidsbeginsel is als een boot zonder romp." Zij die iets aan dit artikel willen toevoegen hebben wel iets uit te leggen, maar zij versterken de Grondwet hierin ook. In 1983 kwam de toevoeging 'op welke grond dan ook' in de grondwet en was de tijd volgens Kox nog niet rijp om de term seksuele gerichtheid op te nemen. Nu bijna 40 jaar later wordt een nieuwe uitbreiding gedaan, aldus Kox. Volgens hem is het overigens 'geen wet van meden en perzen dat kort en bondig altijd te verkiezen is boven explicitering'. De SP is dan ook voorstander van het initiatiefwetsvoorstel. "De Grondwet is een organisch document. We zijn nog lang niet klaar met het bestrijden van discriminatie," besloot Kox.

'Positieve discriminatie bij benoemingen openbaar bestuur'

Senator Baljeu (Fractie-Otten) hield tijdens het debat zijn maidenspeech en ging daarbij in op de zogenoemde verticale en horizontale werking van de Grondwet. Hij vroeg de indieners hoe zij de horizontale werking in de praktijk zien. Baljeu zag een wisselwerking tussen artikel 1 en artikel 3 van de Grondwet (gelijke benoembaarheid in openbare dienst). "Alle Nederlanders zijn op gelijke voet benoembaar, maar in de praktijk zien we dat alles toch wel beter kan," aldus Baljeu. Als voorbeeld gaf hij politieke gezindheid. Als er in Nederland ergens sprake zou moeten zijn van positieve discriminatie, dan zou dat moeten zijn bij het eenzijdige benoemingsproces in het openbaar bestuur. Baljeu pleitte voor het benoemen van bijvoorbeeld burgemeesters op basis van kwaliteit in plaats van op basis van politieke gezindheid.

Beantwoording

Tweede Kamerlid Bergkamp (D66) zei in een reactie namens de initiatiefnemers dat voor heel veel mensen artikel 1 van de Grondwet heel bekend is: "Onze grondwet is zoveel meer dan een symbolische functie." Volgens Bergkamp biedt de Grondwet ook rechtsbescherming. "Discriminatie op grond van - vul maar in - kan gewoon niet. Er zitten altijd verschillende facetten aan waar de rechter naar moet kijken." Over de horizontale werking zei Bergkamp dat in het maatschappelijke verkeer mensen een beroep doen op artikel 1 en elkaar daarop aanspreken.

Tweede Kamerlid Van den Hul (PvdA) ging vervolgens in op vragen over leeftijdsdiscriminatie. Volgens de Raad van State is leeftijd een ander soort grond en hebben de initiatiefnemers die daarom niet toegevoegd aan hun wetsvoorstel. Over de term 'seksuele gerichtheid' zei Van den Hul dat er meer soorten discriminatie dan alleen niet-hetero zijn.

Tweede Kamerlid Özütok (GroenLinks) zei dat handicap al jaren de bron van de meeste klachten bij het College van de Rechten van de Mens is. Niet voor niets vragen belangenorganisaties al decennia over het opnemen van deze grond in de grondwet, aldus Özütok. In antwoord op de politieke benoemingen zei zij dat iedere Nederlander op gelijke voet benoembaar is.

Minister Ollongren ten slotte zei dat het kabinet het voorstel steunt. Het stond ook al in het regeerakkoord van het huidige - inmiddels demissionaire - kabinet. Volgens Ollongren draagt de wijziging ook bij aan emancipatie van de in het voorstel genoemde groepen.



Deel dit item: