Eerste Kamer bezorgd over onderkant arbeidsmarkt



Tijdens een beleidsdebat arbeidsmarkt en onderwijs is in de Eerste Kamer over de hele linie bezorgdheid geuit over mensen aan de 'onderkant' van de arbeidsmarkt, die niet of moeilijk aan een baan geholpen kunnen worden, zoals jongeren, allochtonen en mensen met een arbeidshandicap. Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en diens staatssecretaris Van Hoof en staatssecretaris Rutte van Onderwijs en Wetenschappen kregen, ook van de kant van de regeringspartijen, veel kritische vragen.

Kwetsbare groepen

Senator Van Driel (PvdA) zette in zijn betoog de kwetsbare groepen centraal. Volgens hem zijn veel maatregelen voor de onderkant van de arbeidsmarkt afgeschaft, zonder dat er voldoende nieuw beleid voor in de plaats is gekomen. De afname van gesubsidieerd werk treft allochtonen hard, citeerde Van Driel het integratierapport 2005. De sociale integratie van etnische culturele groepen is misschien wel de belangrijkste opgave op de arbeidsmarkt voor de komende tien jaar, merkte de PvdA-senator op.

Stageplaatsen

Van Driel wees ook op de 20.000 tot 40.000 'loslopende' jongeren die geen scholing meer volgen en ook geen uitkering hebben. Hij zei dat van gemeenten verwacht mag worden dat men actief is op het gebied van het verwerven van stageplaatsen. Samen met het regionale bedrijfsleven zouden duale leerwerktrajecten voor jongeren opgezet moeten worden.

Volgens Van Driel zou naast de gemeenten nog maar een instantie zich met de aanpak van de werkloosheid moeten bezighouden. Hij pleitte daarom voor een fusie van UWV en CWI. Verder verwees hij naar Duitsland waar de leerplicht is opgetrokken tot 23 jaar. Dit zou in Nederland ook kunnen helpen om een halt toe te roepen aan de duizenden leerlingen die de scholen (vmbo en mbo) verlaten zonder diploma. De PvdA-senator diende daartoe een motie in, mede ondertekend door de woordvoerders van het CDA, GroenLinks en de SP.

Werkzoekende 50-plussers

Senator Ten Hoeve, die sprak namens de Onafhankelijke Senaatsfractie en D66, sprak de vrees uit dat ook bij een aantrekkende arbeidsmarkt oudere werklozen en arbeidsgehandicapten toch nog moeilijk aan een baan komen. Het laatste jaar is het aantal werkzoekende jongeren gedaald met 24%, maar het aantal werkzoekende 50-plussers is gestegen met 6,9%. Het plan van de Taskforce Jeugdwerkloosheid om jongeren die niet werken in kampen discipline bij te brengen wees Ten Hoeve af. Wij willen geen dwangmaatschappij. Hij vond verder dat allochtonen meer kansen moeten krijgen een eigen bedrijf te beginnen Een allochtone sector in de Nederlandse economie zou hij toejuichen.

Geen na- maar voorzorg

GroenLinks-senator Thissen hield een hartstochtelijk pleidooi voor een herwaardering van de rol van het onderwijs. We moeten via het onderwijs meer aan voorzorg doen, om aldus te voorkomen dat we steeds maar met nazorg (bestrijden werkloosheid) bezig zijn, zei Thissen. Hij vond ook dat scholing veel meer in bedrijven zelf moet plaatsvinden.

Harde kern

VVD-woordvoerder mevrouw Swenker zei dat ouders, scholen en gemeenten een belangrijke taak hebben om de duizenden jongeren zonder startkwalificatie voor de arbeidsmarkt op te vangen. Ouders moeten zich verplicht laten bijstaan als het niet goed gaat met hun kinderen, zei mevrouw Swenker. Scholen moeten jongeren helpen bij het maken van een juiste keuze. En gemeenten dienen de voortijdige schoolverlaters te registreren en terug te sturen naar school, vond mevrouw Swenker. De VVD-senator vroeg actie van de regering tegen gemeenten die hun taak verzuimen op dit punt. Zij vroeg ook aandacht voor de 'harde kern' van de werkloosheid, die vooral bestaat uit ouderen, langdurig werklozen en mensen met een vmbo-opleiding of lager. Mensen met een bijstandsuitkering die geen betaald werk kunnen vinden, moeten verplicht worden om deel te nemen aan andere activiteiten of worden ingeschakeld bij het vrijwilligerswerk, zei mevrouw Swenker namens de VVD-fractie. Ook vroeg zij aandacht voor de overheid zelf als werkgever. Welke initiatieven neemt de regering om en leeftijdbewust personeelsbeleid te voeren?

Uit de hand gelopen

Senator Kox (SP) voorspelde dat het kabinet 'de geschiedenis zal ingaan als het kabinet dat de jeugdwerkloosheid uit de hand heeft laten lopen'. Volgens Kox voelen jonge mensen, vooral allochtone jongeren, zich belogen en bedrogen door het kabinet.

Kennen en leren

Namens de SGP en de ChristenUnie stelde senator Van den Berg de vraag aan de orde of het huidige onderwijs in Nederland in staat is om de kenniseconomie te versterken. Zorgt het onderwijs ervoor dat er voldoende goed opgeleide mensen beschikbaar zijn? De voortijdige schooluitval bij het mbo noemde hij 'onacceptabel hoog'. Hij vroeg ervoor te waken dat door het zogenaamde competentie gerichte leren het individualisme wordt gestimuleerd. Dat willen SGP en CU niet. De Bijbel laat ons zien dat kennen en leren plaatsvinden in relatie tot God en de naaste, aldus Van den Berg.

Vroegtijdige scholing

Senator Klink (CDA) viel in voor zijn zieke collega mevrouw Van Dalen-Schiphorst. Ook hij pleitte voor een, eventueel partiële, leerplicht voor jongeren tot 23 jaar. Klink vond dat de scholingsachterstand die bij veel werklozen wordt geconstateerd in de kern moet worden aangepakt door vroegtijdige scholing. Ook pleitte hij voor flexibiliteit bij de arbeidsbemiddeling. Hij zag een relatie tussen leerkrachten en de levensloopregeling. De CDA-senator vroeg een verklaring voor het feit dat in Nederland 30% van de werklozen tot de harde kern behoort en in Denemarken minder dan twintig procent. Zorgelijk vond hij dat 40% van de werklozen ouder is dan 50 jaar. In dat verband vroeg hij een niet al te rigoureuze aanpassing van het ontslagrecht.

Motie

Klink diende een motie in waarin hij en zijn medeondertekenaars van de PvdA, G0\croenLinks, de SP en de Onafhankelijke Senaatsfractie (mede namens D66) de regering verzoekt onderzoek te doen naar de effecten van een aanpassing van de arbeidskorting, door deze inkomensafhankelijk te maken, met name in termen van participatie.

Stemming

De begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is met algemene stemmen aanvaard. Over de moties stemt de Eerste Kamer volgende week.


Deel dit item: