De Eerste Kamer behandelt dinsdag 30 mei 2006 enkele ingewikkelde wetsvoorstellen. De meeste tijd is uitgetrokken voor een aanpassing van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding. Ook komen voorstellen inzake de bestrijding van strafbare feiten met elektronische netwerken ('Cybercrime') en aanpassing van de Wetboeken van Strafrecht en van Strafvordering aan bod vanwege nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie.
SER-advies
Bij het voorstel over het concurrentiebeding komt een advies ter sprake dat de Eerste Kamer zelf bij de Sociaal-Economische Raad heeft ingewonnen en waarop de regering op verzoek van de senaat al inhoudelijk en schriftelijk heeft gereageerd. Het advies betreft onder meer de positie van uitzendwerknemers die veelvuldig te maken hebben met het beding dat zij na afloop van de uitzendperiode niet in dienst mogen treden bij de inlener.
Aanscherping
De regering wil met het wetsvoorstel bereiken dat er een beter evenwicht komt tussen de belangen van werkgever en werknemer. Het wetsvoorstel inzake 'Cybercrime' voorziet in hogere straffen voor computercriminaliteit, uitbreiding van de strafbaarstelling van enkele delicten en aanscherping van de bevoegdheden van justitie en politie.
Deel dit item: