Eerste Kamer aanvaardt schoorvoetend aanpassing woonplaatsvereiste wethouders



Hoewel er nogal wat bedenkingen leefden, heeft de Eerste Kamer dinsdag 13 maart 2007 toch het wetsvoorstel aanvaard dat het mogelijk maakt voor gemeenteraden om elk jaar ontheffing te verlenen aan wethouders van de verplichting om in de gemeente te wonen waar zij wethouders zijn. Dezelfde regeling geldt voor leden van gedeputeerde staten in een provincie.

Geldende wet

Sinds invoering van de dualisering bij gemeenten en provincies in 2002 is het mogelijk dagelijkse bestuurders te benoemen die geen lid zijn van gemeenteraad of provinciale staten. In beginsel moeten zij wel wonen in de plaats of provincie waar zij wethouder of gedeputeerde zijn. Volgens de geldende wet mag voor een jaar ontheffing worden verleend van deze verplichting. In de praktijk blijken tientallen wethouders - met ontheffing hiervoor - niet in hun gemeente te wonen.

Tegen

De twee grootste fracties in de senaat, het CDA en de PvdA, waren het met deze aanpassing eens, omdat in beginsel het woonplaatsvereiste gehandhaafd blijft. Omdat gemeenteraden en provinciale staten zich in het openbaar moeten verantwoorden over het afwijken van de regel, dachten CDA en PvdA dat het verschijnsel beperkt zou blijven.

De fracties van VVD en SP lieten aantekenen tegen het voorstel te zijn. Zij vonden het onlogisch. Ook drie leden van de GroenLinks-fractie waren tegen het voorstel. De fracties van SGP en ChristenUnie hadden wel bedenkingen, maar wilde afwachten hoe de nieuwe aanpak in de praktijk zal uitpakken.

Toezeggingen

Staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken zegde de senaat toe, dat zij elk jaar zal nagaan hoe de situatie op dit punt bij gemeenten en provincies is. Er komt ook een evaluatie. Aan CDA-senator Dölle zegde zij toe dat dan ook wordt nagegaan hoe het zit met de woonplaats van raadsgriffiers en gemeentesecretarissen.


Deel dit item: