De Eerste Kamer constateert dat de regering is gestart met de inrichting van een nieuwe adviesstructuur (TK 31.201, nr. 3). Dit ondanks eerder gedane toezeggingen dit niet te doen dan nadat een nadere analyse van de bestaande adviesstructuur met de Eerste Kamer is besproken (motie Putters c.s. (EK 31.201, C).
De herziene notitie over de toekomst van het adviesstelsel 'Kwaliteit van de verbinding' (EK 31.201, D) van minister Ter Horst bereikte de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin op het moment dat de ministerraad al een onomkeerbaar besluit genomen heeft over de clustering van adviesraden. Dit alles zonder het toegezegde overleg met het parlement.
Dit klemt temeer omdat de adviescolleges niet slechts de regering van advies dienen, maar ook de Eerste en Tweede Kamer. Bezuinigingsvoorstellen raken hen dus ook en zouden alleen al om die reden eerst met alle betrokken partijen besproken moeten worden.
Dit schrijft Loek Hermans als voorzitter van de commissie op 4 november in een brief aan de minister van BZK.
De commissie is van mening dat in de notitie het in de motie Putters c.s. gevraagde 'samenhangende beeld van de variëteit in functies van adviescolleges, planbureaus, kenniscentra, kenniskamers en andere instituten' nog steeds ontbreekt. Dit beeld is echter voor een nadere analyse rond de advies- en kennisinfrastructuur van regering en parlement essentieel.
Het valt de commissie verder op dat de brede en onafhankelijke informatievoorziening aan het parlement zeer onderbelicht blijft in de nieuwe notitie die vooral ziet op het nut van advisering voor departementen en regering. Op het belang van en de ruimte voor ongevraagde advisering gaat het kabinet niet in, hoewel daarom eerder nadrukkelijk is gevraagd door de Kamer. Volgens de commissie ontbreekt verder een uitleg over de relatie tussen de adviesorganen in de nieuw te vormen structuur en de externe dienstverlening door de immer uitdijende commerciële en ad hoc advisering. Als de regering behoefte heeft aan 'frisse' advisering, zoals de notitie stelt dan hoeft die niet van buiten te komen maar kan zij daaraan ook zelf bijdragen via de formulering van opdrachten en het benoemingenbeleid in de adviescolleges.
De Eerste Kamer komt pas tot een eigen standpunt over het nieuwe adviesstelsel als de minister uitgebreid ingaat op de in de motie Putters c.s. gestelde randvoorwaarden en de vandaag gestelde vragen.
Deel dit item: