Eerste Kamer stemt in met verbetering toezicht financiële instellingen



De Eerste Kamer heeft ingestemd met wetsvoorstellen die het toezicht op financiële instellingen in Nederland beogen te verbeteren. Het gaat om de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen (ook wel de Interventiewet genoemd, 33.059) en de Wet bekostiging financieel toezicht (33.057). Dit geschiedde dinsdag 22 mei na een debat met minister De Jager van Financiën.

Over een derde voorstel van de regering namelijk de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen (33.058) wordt op verzoek van de CDA-fractie na het Pinksterreces op 5 juni gestemd.

CDA-senator Terpstra zei dat hij zijn fractie nog wil raadplegen over de terugwerkende kracht die zou gaan gelden voor het bonusverbod bij ondernemingen die staatssteun hebben. Vanaf de aankondiging door de minister van Financiën op 6 oktober 2011 tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Tweede Kamer is dit verbod van kracht. Wel is de mogelijkheid open gehouden om tot een maximum van 20% van de bonus  over te hevelen naar het vaste salaris van bestuurders en andere beleidsbepalers bij financiële instellingen.

Aanvankelijk gold het bonusverbod alleen voor nieuwe gevallen, maar op voorstel van de PVV-fractie heeft de Tweede Kamer ook al bestaande ondernemingen met staatssteun onder de regeling gebracht.

CDA-senator Terpstra betoogde in het debat met minisier De Jager dat zijn fractie het bonusverbod liever in een aparte wettelijke regeling had gehad. Dat dit nu is gekoppeld aan de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM noemde senator Terpstra 'gelegenheidswetgeving'. Volgens de CDA-senator heeft de minister ook geworsteld met de terugwerkende kracht van het bonusverbod voor oude en nieuwe gevallen, omdat hij anders niet om de te verwachten bezwaren te verzachten had voorgesteld om de betreffende ondernemingen toe te staan het salaris eenmalig met maximaal 20% te verhogen. Eerder had de minister als argument voor de terugwerkende kracht aangegeven dat dit nodig was om te verhinderen dat men nog even snel een bonus invoert of de salarissen verhoogt.

Senator Backer (D66) kon de ingreep in de bonussen wel billijken, maar zette ook vraagtekens bij de terugwerkende kracht. Volgens senator Backer zijn er onaanvaardbaar excessieve beloningen in de vorm van bonussen geweest 'en ze zijn er nog steeds'. Maar de D66-senator stelde ook vast dat er in de Angelsaksische wereld nog steeds anders over wordt gedacht. "Bonussen die tot gedrag leiden dat de normale doelstelling van continuïteit van de onderneming in gevaar brengt, bezien wij met argwaan", zei senator Backer. Over de terugwerkende kracht merkte de D66-senator op, dat de rechtszekerheid in het geding is.

Senator Postema (PvdA) zei dat het bonusverbod wat zijn fractie betreft niet ver genoeg gaat. "Wij kunnen ons voorstellen dat het verbod op bonussen en/of overmatige salarisstijgingen zich niet alleen beperkt tot bestuurders en dagelijkse beleidsbepalers, maar over de volle breedte wordt ingevoerd. Immers, de bankencrisis was niet louter het werk van de top, al draagt zij wel de eindverantwoordelijkheid", zei senator Postema. Hij pleitte voor verbetering van de ethiek op de werkvloer.

Sentor Reuten (SP) vreesde dat het bonusverbod zou kunnen worden omzeild, omdat het alleen zou gelden voor het moederbedrijf en niet voor dochterbedrijven. Maar minister De Jager ontkende dit. De SP-senator kaartte ook de mogelijkheid aan dat een onderneming anticiperend op een mogelijke periode van staatssteun en daarmee van het bonusverbod, het beloningssysteem van tevoren in haar voordeel aanpast. De minister heeft dit weliswaar 'onacceptabel' genoemd, maar senator Reuten drong erop aan deze mogelijkheid in de wet te verbieden. "Immers alleen dan is er een wettelijke grond voor terugvordering indien het snode bedrag wel wordt vastgesteld", zei de SP-senator.

Senator Ester (CU) juichte het bonusverbod toe. Hij vroeg of ontwijking afdoende is geblokkeerd. Zo wees de CU-senator op de afspraak in een afzonderlijke brief dat de bonussen worden uitgekeerd in de periode dat de onderneming weer zonder staatssteun functioneert. De mogelijkheid om de vaste beloning met maximaal 20% te laten stijgen noemde senator Ester "substantieel in deze tijden van crisis en loonmatiging waarin voor velen de nullijn gaat gelden".  

Bij de bespreking van de Wet bekostiging financieel toezicht drongen de senatoren Postema (PvdA) en Reuten (SP) erop aan dat de rijksbijdrage in de kosten voor het toezicht (nu 54 miljoen euro) wordt teruggebracht naar nihil. De regering stelt voor om terug te keren naar de hoogte van de bijdrage van voor de financiële crisis: 38 miljoen euro. Een verrzoek van senator Reuten aan de minister om door middel van een aanwijziging DNB en de AFM te dwingen altijd een sancties tegen een instellingen openbaar te maken, wees de bewindsman af. Minister De Jager wees erop dat opgelegde boetes bijna altijd worden gepubliceerd, maar dat de beslissing om dit wel of niet te doen bij DNB en AFM ligt.


Deel dit item: