Kamer debatteert over rijksmediabijdrage en beëindiging wettelijke taken Wereldomroep



Tijdens de plenaire vergadering van 19 juni debatteerde de Eerste Kamer met minister Van Bijsterveldt van OCW over een wijziging van de Mediawet die een verlaging behelst van de wettelijk vastgelegde rijksmediabijdrage en de beëindiging van de wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep (de Wereldomroep).

Een aantal fracties gaf te kennen de voorgenomen bezuiniging op de mediabegroting (omroepen) met ruim 50 miljoen euro in 2013, oplopend tot 200 miljoen euro voor het jaar 2017, te steunen. Op verzoek van de SP-fractie wordt er volgende week (26 juni) over het voorstel gestemd. Dan komt ook een motie in stemming om 65-plussers voor minder dan € 15 lid van een omroepvereniging te kunnen laten worden. De motie is ingediend door senator Nagel (50PLUS) met steun van PvdD en OSF.

In het debat kwam het kortwieken van de Wereldomroep aan de orde. Het voorstel voorziet in het beëindigen van de wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep. De kerntaak van de Wereldomroep is volgens de regering verspreiding van het vrije woord: het voorzien in onafhankelijke informatie in landen met een informatieachterstand. Deze kerntaak blijft de Wereldomroep houden, maar dan in het kader van een subsidieregeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken. PvdA-senator Ter Horst noemde het een verkeerde keuze van de regering om de onafhankelijke positie van de Wereldomroep niet meer in de Mediawet te borgen. Een subsidieregeling kan bovendien van de ene op de andere dag worden beëindigd, vreesde de PvdA-senator. CDA-senator Flierman zette ook vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de Wereldomroep. Volgens senator Flierman zouden het naleven van de standaarden van journalistieke professionaliteit, zoals evenwichtigheid, zorgvuldigheid en hoor en wederhoor in de statuten van de organisatie vastgelegd moeten worden. D66-senator Van Boxtel verwees naar de kritische vragen van de Raad van State over de waarborging van onafhankelijke journalistiek als gevolg van het ontstaan van een subsidierelatie met het rijk.

Minister Van Bijsterveldt zei dat de subsidieregeling voor de Wereldomroep voor een langere periode zal gelden dan de gebruikelijke drie jaar. Ook zei zij zich sterk te maken voor het waarborgen van de onafhankelijkheid van de Wereldomroep.

D66-senator Van Boxtel kreeg van de minister de toezegging dat zij nagaat of de Wereldomroep nog een rol kan blijven spelen in Suriname.

Programmagegevens

Een besluit van de Tweede Kamer om programmagegevens van omroepen tegen een marktconforme prijs verplicht beschikbaar te stellen aan derden (andere media) kwam evens in het debat in de Eerste Kamer aan de orde. De woordvoerders van PvdA en CDA drongen er bij de minister op aan het effectueren van deze maatregel uit te stellen totdat de commissie auteursrechten er een rapport over heeft uitgebracht. Ook een uitspraak van het Europese Hof van Justitie over een soortgelijke zaak in het Verenigd Koninkrijk zou nader bestudeerd moeten worden. Minister Van Bijsterveldt gaf aan dat zij uitvoering van het besluit van de Tweede Kamer niet wil traineren.

Minimumbijdrage

Senator Nagel wijdde vrijwel zijn gehele bijdrage aan het debat aan de minimumbijdrage die leden van een omroep moeten gaan betalen. Hij vond dat niet alleen jongeren tot 25 jaar een uitzonderingspositie verdienen maar ook 65-plussers, van wie er velen moeten rondkomen van alleen een AOW-uitkering of van een uitkering en een klein pensioentje. Senator Nagel verwees naar de ‘forse lastenverzwaringen’ die de overheid oplegt. Net als de jongeren wil senator Nagel dat ook 65-plussers minimaal € 7,50 moeten betalen als omroepbijdrage in plaats van de € 15 die de regering wil opleggen. CDA-senator Flierman zei over dit punt dat het CDA de uitzonderingspositie van jongeren ‘curieus’ vindt. PVV-senator Sörensen zei dat er nog veel te weinig op de publieke omroep wordt bezuinigd. “Alle bestaande politieke partijen hebben een plekje in het omroepbestel, op de PVV na”, oordeelde senator Sörensen. ”Het nieuws en de zgn. actualiteitenprogramma’s werken voor de elite”, zei de PVV-senator. Hij wees erop dat de publieke media nog steeds 800 miljoen euro per jaar te besteden hebben. Hij vond het 800 miljoen euro te veel.


Deel dit item: