De Eerste Kamer heeft op 11 juni 2013 ingestemd met de novelle Warmtewet. Dit wetsvoorstel vereenvoudigt en verbetert de uitvoerbaarheid van het initiatiefvoorstel Warmtewet. Het oorspronkelijke doel van deze wet - bescherming van degenen die van de levering van warmte afhankelijk zijn - blijft gelijk. Wel wordt onder meer de reikwijdte beperkt en het tariefstelsel aangepast. In het debat met minister Kamp van Economische Zaken stelde senator Faber-van de Klashorst (PVV) enkele vragen over de tariefbescherming voor de consument. De senator diende een motie in die de regering verzoekt met een voorstel te komen waarmee de doorleveringskosten die de woningcorporaties in rekening brengen, inzichtelijk zijn voor de consument. Daarnaast diende senator Faber-van de Klashorst een motie in die de regering verzoekt met een voorstel te komen om inzicht te verschaffen aan de consument wanneer, hoeveel en door welke instantie de aansluitbijdrage in rekening wordt gebracht.
Minister Kamp van Economische Zaken gaf aan dat het oorspronkelijke idee achter de Warmtewet was dat eventuele overwinsten bij leveranciers moesten worden aangepakt. Volgens de minister blijkt er in de praktijk echter geen sprake te zijn van bovenmatige winsten en is er juist sprake van te lage rendementen bij leveranciers. Hierdoor dreigen de warmtenetten in het gedrang te komen.
Over de eerste motie van senator Faber-van de Klashorst merkte de minister op dat hij geen reden ziet om woningcorporaties te verplichten hun doorleveringskosten gedetailleerd in kaart te brengen. Volgens minister Kamp is er immers geen sprake van misstanden en worden er geen overwinsten gemaakt; hij ontraadde de motie. Ten aanzien van de tweede motie beaamde de minister dat de aansluitkosten maar één keer in rekening mogen worden gebracht. Worden bijvoorbeeld woningcorporaties echter verplicht om aan te geven of er betaald is voor de warmteaansluiting, dan zullen zij volgens de minister gaan schuiven met posten hetgeen weinig extra duidelijkheid biedt voor de consument. Ook deze motie ontraadde de minister.
Op 18 juni wordt over de beide moties gestemd.
Deel dit item: