Eerste Kamercommissie praat met deskundigen over wetsvoorstel nieuwe Jeugdwet



De vaste commissie voor VWS van de Eerste Kamer houdt op maandag 9 december 2013 een bijeenkomst met deskundigen over een aantal belangrijke aspecten van het wetsvoorstel voor een nieuwe Jeugdwet. Het gaat met name over justitiële aspecten, medische- en privacy-aspecten en een aantal algemene aspecten van de transitie. De commissie heeft dit dinsdag besloten. De commissie zal voor de bijeenkomst gericht een aantal organisaties en deskundigen uitnodigen.

Het wetsvoorstel voor een nieuwe Jeugdwet regelt dat de verantwoordelijkheid voor de hulp aan jeugdigen en hun ouders in belangrijke mate bij gemeenten komt te liggen. Het is een van de belangrijke decentralisatievoorstellen van dit kabinet.

De Tweede Kamer heeft op 17 oktober 2013 ingestemd met deze stelselwijziging. De commissie voor VWS van de Eerste Kamer is onmiddellijk daarop met de behandeling begonnen. Op 5 november hebben de betrokken departementen een ambtelijke briefing gehouden voor de commissie voor VWS van de Eerste Kamer.

De VWS-commissie van de Eerste Kamer heeft dinsdag verder besloten na de deskundigenbijeenkomst op 17 december schriftelijke vragen te zullen formuleren over dit wetsvoorstel. Zo spoedig mogelijk daarna zal het voorlopig verslag worden vastgesteld. De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer kan dan, onder voorbehoud van tijdige en adequate antwoorden van het kabinet, begin 2014 plaatsvinden.

De Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer, Anouchka van Miltenburg, schriftelijk een korte toelichtingPDF-document gegeven over de voortgang van de behandeling door de Eerste Kamer van het wetsvoorstel Jeugdwet. Dit naar aanleiding van geluiden dat de Eerste Kamer de behandeling van de Jeugdwet hebben 'vertraagd' of 'uitgesteld' of gedane toezegging zou schenden. Die zijn onterecht. "De Eerste Kamer spant zich juist in dit voorstel snel en zorgvuldig te behandelen, dit laatste in overeenstemming met haar grondwettelijke plicht. Ook in het licht van de ervaring met eerdere wetgeving op dit terrein is een zorgvuldige toetsing op de aspecten rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid noodzakelijk," aldus Broekers-Knol.


Deel dit item: