De Eerste Kamer handelde in het parlementaire jaar 2012-2013 wetsvoorstellen sneller af dan in het voorgaande parlementaire jaar. Gemiddeld deed de Senaat 94 dagen over een wetsvoorstel; in het jaar daarvoor was dat 104 dagen. De helft van de wetsvoorstellen werd binnen 68 dagen afgehandeld. Dit blijkt uit het Jaarbericht 2012-2013 dat de Eerste Kamer maandag heeft gepubliceerd.
Het langstlopende wetsvoorstel dat in het afgelopen parlementaire jaar werd afgedaan was het initiatiefwetsvoorstel om pelsdierhouderij te verbieden: dat werd op 18 december 2012 na 1267 dagen in behandeling te zijn geweest – onder meer na een aantal debatten, tussentijdse wijzigingen en beraad bij de indieners - aangenomen. De gemiddelde algehele doorlooptijd van een wetsontwerp – vanaf adviesaanvraag bij de Raad van State tot publicatie in het Staatsblad – bedroeg 344 dagen.
Het Jaarbericht van de Eerste Kamer wordt voor het tweede achtereenvolgende jaar niet meer op papier maar louter digitaal verspreid en is nu voor het eerst ook als app verkrijgbaar, vooralsnog alleen voor iPads. De Eerste Kamer was in 2011 het eerste parlement ter wereld dat op volledig digitale informatievoorziening voor de leden overstapte.
Uit het Jaarbericht blijkt verder dat de Eerste Kamer in 2012-2013 245 wetsvoorstellen heeft behandeld, tegenover 311 in het parlementaire jaar 2011-2012. Hiervan werden er 181 als hamerstuk afgedaan, een jaar eerder 253. Slechts één wetsvoorstel werd verworpen: het initiatiefwetsvoorstel om het aantal gemeenteraadsleden terug te brengen; het jaar daarvoor werden vier wetsvoorstellen verworpen. Wel werd een aantal wetsvoorstellen pas aangenomen na een wijziging op verzoek van de Eerste Kamer (een zogenoemde novelle) en moest het kabinet in een aantal gevallen anderszins toezeggingen doen om een wetsvoorstel aangenomen te krijgen.
De Eerste Kamer maakt steeds vaker gebruik van het instrument motie om iets gedaan te krijgen van het kabinet. In het parlementaire jaar werden 67 moties ingediend, tegenover 58 in het voorgaande parlementaire jaar. Moties werden ook steeds vaker aangenomen: 30 tegenover 16. Ze leiden ook geregeld tot resultaat. Zo gaven moties uit de Eerste Kamer aanleiding voor onder meer twee wijzigingen in de Grondwet, wijzigingen bij de invoering van de Nationale Politie en de gerechtelijke organisatie, alsmede verhoging van de leeftijdsgrens voor alcoholgebruik van 16 naar 18 jaar. In het afgelopen parlementaire jaar werden onder meer 16 moties verworpen en 11 aangehouden.
Het Jaarbericht besteedt ook aandacht aan de inhuldiging van de nieuwe Koning in de Verenigde Vergaderingen van de Staten-Generaal op 30 april 2013 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, tal van internationale ontmoetingen en interparlementaire contacten van de Eerste Kamer. De Eerste Kamer behandelde in 2012-2013 in totaal 16 richtlijnen van de Europese Commissie. In negen gevallen leidde dat tot overleg met de regering, in vier gevallen besloot de Eerste Kamer tot een subsidiariteitsbezwaar, dat wil zeggen dat ze vond dat dit geen zaak was van Europese Unie.
Uniek in het afgelopen parlementaire jaar voor de Senaat was ook de afronding van het eerste omvangrijke parlementaire onderzoek in de geschiedenis van de Eerste Kamer. Het onderzoek ging over het privatiserings- en verzelfstandigingsbeleid van de overheid in de afgelopen twintig jaar. Het eindrapport werd op 30 oktober 2012 aangeboden. Na een debat met de commissie, de regeringsreactie en een expertmeeting zal de Eerste Kamer zich in januari 2014 buigen over de gevolgen van uitkomsten en aanbevelingen van het rapport voor de werkwijze van de Kamer zelf.
Deel dit item: