De Eerste Kamer heeft dinsdag 17 juni 2014 besloten haar Reglement van Orde aan te passen, naar aanleiding van een rapport van de Group of States against Corruption (GRECO) van de Raad van Europa. In dit rapport van juni 2013 werd geconcludeerd dat Nederland een tamelijk effectief systeem heeft om integriteit onder parlementariërs te bevorderen, maar dat het niettemin nodig is om hier enkele nieuwe afspraken over te maken. De Eerste Kamer stelde vervolgens op 8 oktober 2013 een bijzondere tijdelijke commissie in om een reactie op het GRECO-rapport voor te bereiden, inclusief het eventueel ontwerpen van regels voor de Eerste Kamer.
Advies van de tijdelijke commissie
Dit advies van de tijdelijke commissie GRECO-rapport werd op 13 mei 2014 voorgelegd aan het College van Senioren. De commissie stelt onder meer voor om in het Reglement van Orde van de Eerste Kamer een apart hoofdstuk over integriteit op te nemen, met onder meer bepalingen over het registreren van geschenken en bepaalde reizen. Ook vindt de commissie dat er meer gedetailleerde openbare informatie moet komen over de functies van senatoren naast hun Eerste Kamerlidmaatschap. Daarnaast stelt de commissie voor de fracties te adviseren om zelf integriteitsafspraken te maken, voor zover dit nog niet is gebeurd, deze op schrift te stellen en ook openbaar te maken. Die afspraken staan naast de verplichtingen die Eerste Kamerleden nu al hebben door het afleggen van de zuiveringseed bij hun aantreden en de geldende verplichtingen over bijvoorbeeld het openbaar maken van andere functies.
Vrijheid betekent verantwoordelijkheid
Tijdens het plenaire debat over het advies van de tijdelijke commissie benadrukte senator De Vries-Leggedoor (CDA) dat het goed is dat Eerste Kamerleden ook andere functies vervullen, aangezien dit hen in staat stelt om met een andere bril naar wetsvoorstellen en beleidsvoorstellen te kijken. De Vries-Leggedoor: "Deze vrijheid betekent in onze ogen ook een grote verantwoordelijkheid om er goed en zuiver mee om te gaan." De senator gaf aan dat haar fractie de aanbevelingen uit het advies van harte ondersteunt. Wel vroeg zij aandacht voor het feit dat de door Tweede Kamerfracties gesloten akkoorden op gespannen voet staan met het vrije mandaat van Eerste Kamerleden.
Prullenbak
Senator De Graaff (PVV) gaf aan dat zijn fractie het GRECO-rapport van erg weinig waarde acht. Het advies van de tijdelijke commissie getuigt volgens De Graaff van geen enkel zelfrespect voor het Nederlandse democratisch bestel. De aanbevelingen beschouwt de senator als schoffering van de Kamer. Senator De Graaff stelde dat het niet zo mag zijn dat meerderheid van de Kamer iets over het gedrag van de minderheid kan zeggen; de onafhankelijkheid van Kamerleden dient te allen tijde gerespecteerd te worden. Het rapport van de GRECO en het advies van de commissie hadden volgens senator De Graaff nooit geschreven mogen worden en dienen naar de prullenbak te verdwijnen.
Logisch en verstandig
Senator De Lange (OSF) onderstreepte dat de GRECO een groot aantal complimenten over het Nederlandse systeem bevat en daarnaast een beperkt aantal aanbevelingen. De aanbevelingen uit het advies acht De Lange "logisch en verstandig". De senator betoogde dat het voor burgers soms erg lastig is om in te schatten in hoeverre Kamerleden belangenverstrengeling hebben bij de uitoefening van hun functies. Heldere eisen omtrent integriteit kunnen dit zicht verbeteren. Zo hoeft er minder vertrouwd te worden op diepgaande onderzoeksjournalistiek.
Bijzondere meerwaarde
Ook senator Vos (GroenLinks) betoogde dat het vervullen van maatschappelijke functies een bijzondere meerwaarde geeft aan het lidmaatschap van de Eerste Kamer, maar tegelijkertijd risico's met zich brengt. De senator onderschreef de aanbevelingen van de commissie om hier structureel op te reflecteren. De aanbeveling om fractie-afspraken over integriteit schriftelijk vast te leggen en te publiceren acht de senator van groot belang. Vos stelde voor om het de discussie over een lobby-register te agenderen in een jaarlijkse, uitgebreide integriteit-bespreking van het College van Senioren. De senator vroeg ook of er onder leden de behoefte is aan een integriteitstraining.
Awareness
Senator Huijbregts-Schiedon (VVD) stelde dat integriteit geen absoluut begrip is en zich niet laat vangen in beton gegoten definities. "Wat vroeger normaal was, is dat nu niet meer." De senator stelde dat openheid niet mag ontaarden in openbare beschuldigingen of onveiligheid; er dient een basishouding te zijn van onderling respect en verdraagzaamheid. Huijbregts-Schiedon gaf aan dat de aanbevelingen van de commissie het bewijs zijn dat er binnen de Eerste Kamer awareness is over integriteit.
Houding en mentaliteit
Senator Van Boxtel (D66) betoogde dat integer handelen vooral een kwestie is van de juiste houding en mentaliteit. Het is primair de eigen verantwoordelijkheid van Kamerleden om hier een goede afweging in te maken. Een teveel aan regels zou bovendien de suggestie wekken dat er geen vertrouwen is in de eigen verantwoordelijkheid van Kamerleden, fracties of partijen. Formele regels kunnen wel een toetssteen zijn en als extra waarborg werken. Senator Van Boxtel vroeg in hoeverre de commissie betrokken zal blijven bij het concreet uitwerken van de aanbevelingen.
Ook senator Barth (PvdA) betoogde dat integriteit een kwestie van attitude is. Parlementariërs dienen volgens de senator voorbeeldig, betrouwbaar en transparant te leven. Barth gaf aan dat haar fractie de aanbevelingen uit het advies ter harte zal nemen en de interne afspraken over woordvoerderschappen en maatschappelijke activiteiten ter harte neemt. Grensoverschrijdend gedrag van individuele Kamerleden straalt volgens de senator af op alle Kamerleden en op het instituut Eerste Kamer.
Hooghouden publieke ambt
Senator Kuiper (ChristenUnie) stelde dat transparantie vereist is voor het hooghouden van het publieke ambt. Gedragscodes vervangen echter niet de noodzaak van een individueel oordeel. De senator merkte op dat ook de parlementaire onderzoekscommissie privatisering/verzelfstandiging overheidsdiensten een voorstel heeft gedaan tot wijziging van het Reglement van Orde, namelijk om een duidelijkere plaats te geven aan de eigen onderzoek werkzaamheden van de Kamer. Ook stelde de senator de vraag aan de orde of de huidige werkwijze in lijn is met de toegenomen werklast van het ambt.
Achterkamerakkoorden en onzichtbare tegenprestaties
Senator Koffeman (PvdD) haalde aan dat er in het verleden kritiek is geuit op de politieke vermenging in de veesector, waar vervolgens niets mee is gedaan. Volgens de senator gaan steeds meer overheidsorganen zich als bedrijven gedragen, waardoor het aantal integriteitskwesties toeneemt. De senator betreurde dat er niet in advies is vastgelegd hoeveel functies Kamerleden naast hun lidmaatschap van de Kamer mogen vervullen. De senator vroeg hoe de integriteit kan worden afgewogen als er in achterkamers akkoorden worden gesloten waar niet zichtbare tegenprestaties tegenover staan.
Volksverlakkers
Senator Kox (SP) stelde dat er helaas teveel voorbeelden zijn van volksvertegenwoordigers die volksverlakkers zijn geworden. De senator prees GRECO als mooi voorbeeld van effectieve Europese samenwerking ter voorkoming van corruptie. De uitvoerige bespreking van het rapport toont aan de Eerste Kamer zowel het rapport als haar eigen functioneren serieus neemt. Kox pleitte ervoor dat de het parlement vaker vooraf de integriteit van personen toetst aan wie zij taken uit handen geeft. De nu lopende parlementaire enquête naar het handelen van woningcorporaties toont aan dat dit niet altijd het geval is geweest.
Inkomen Kamerleden
Senator Nagel (50PLUS) stelde voor om de discussie te openen over twee vragen: kan en mag het totale inkomen van een Eerste Kamerlid aan een bovengrens gebonden worden en zijn er grenzen aan de hoeveelheid andere betaalde functies die een Eerste Kamerlid mag vervullen. De senator gaf aan dat er weliswaar belangrijke verschillen zijn tussen Eerste en Tweede Kamerleden, maar deze discussie moet desalniettemin worden gevoerd.
Voorbeeldfunctie
Senator Holdijk (SGP) merkte op dat het goed is dat het thema integriteit opnieuw ter hand is genomen dankzij het GRECO-rapport. Politici en bestuurders hebben volgens Holdijk een voorbeeldfunctie. Kiezers moeten er op kunnen vertrouwen dat de personen die zij afvaardigen het algemeen belang dienen. De senator stelde dat integriteit niet draait om de persoonlijke moraal, maar vooral ook om de collegiale en publieke moraal. Integriteit is weliswaar een persoonlijke opdracht en attitude, maar mag niet worden versmald tot een persoonlijke deugd.
Vrij mandaat
Commissievoorzitter Bröcker (VVD) gaf aan dat er binnen de commissie gesproken is over de verantwoordelijkheid van individuele Kamerleden en de autonomie van fracties en partijen. Uitgangspunt was steeds dat een gekozen Kamerlid een vrij mandaat heeft. Dit voorkomt dat senatoren gedwongen kunnen worden om strijd met hun overtuiging te handelen en is in zekere zin een waarborg tegen niet-integer handelen.
De commissie heeft volgens Bröcker geconcludeerd dat een smet op de reputatie van een Kamerlid een smet op de reputatie van de Kamer als geheel betekent. Minimaal een keer per zittingsperiode dient het punt integriteit aan de orde te worden gesteld in het College van Senioren. De commissie heeft de suggestie om ook de activiteiten van echtgenoten van Kamerleden openbaar te maken van de hand gedaan. Ook zal er geen register worden bijgehouden van contacten met derden, aangezien niet te achterhalen is in hoeverre deze contacten betrokken zijn op het Kamerlidmaatschap.
Bröcker gaf aan dat commissielid Faber-van de Klashorst principiële bezwaren heeft tegen het openbaar maken van fractie-afspraken en daarom het rapport als geheel niet ondersteunt.
Conclusie behandeling advies: aanpassing reglement
Aan het eind van de plenaire behandeling van het advies concludeerde Eerste Kamervoorzitter Broekers-Knol dat de fracties van de Eerste Kamer, met uitzondering van de PVV, zich scharen achter de conclusies en aanbevelingen van het advies van de tijdelijke commissie. Het Reglement van Orde van de Eerste Kamer zal hiertoe worden aangepast. Het commissie-advies zal worden toegezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die er over zal rapporteren aan Raad van Europa. De tijdelijke commissie werd door de Voorzitter decharge verleend.
Deel dit item: