Op vrijdag 16 oktober 2015 hebben de Eerste en Tweede Kamer in een Bijzondere Verenigde Vergadering herdacht dat die dag exact 200 jaar geleden de eerste Verenigde Vergadering in het jonge Koninkrijk in Den Haag plaatsvond.
De Bijzondere Verenigde Vergadering werd bijgewoond door Zijne Majesteit de Koning, de minister-president, diverse leden van het kabinet en vertegenwoordigers van het Caraïbisch deel van het Koninkrijk. Daarnaast waren er hoogwaardigheidsbekleders aanwezig uit binnen- en buitenland; in het bijzonder België en Luxemburg, waarmee Nederland 200 jaar geleden een Koninkrijk vormde. Op verzoek van het parlement hebben de Commissarissen van de Koning burgers uit hun provincie voorgedragen om de vergadering bij te wonen.
Continuïteit en verandering
De bijeenkomst in de Ridderzaal stond in het teken van terugblikken en vooruitkijken. Drie korte films belichtten de geschiedenis van het hedendaagse parlement aan de hand van thema's: constitutionele ontwikkelingen, communicatie tussen burgers en politici en veranderingen in de rol van de overheid. In drie speeches, van respectievelijk de Voorzitter van de Eerste Kamer, de Voorzitter van de Tweede Kamer en de minister-president, werd vooruitgekeken.
Voorzitter van de Eerste Kamer Ankie Broekers-Knol stelde in haar toespraak dat de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal al twee eeuwen een onmisbaar onderdeel vormen van het systeem van checks and balances binnen onze rechtsstaat. Om deugdelijke wetgeving te bereiken, is het volgens Broekers-Knol van groot belang dat er in het parlement een open debat wordt gevoerd waarin de argumenten van meerderheden en van minderheden worden gehoord en bediscussieerd. Om antwoord te geven op de vragen van de toekomst mag en kan het parlement echter niet zelfgenoegzaam achterover leunen. "Het parlement moet zijn oren en ogen open houden voor ontwikkelingen in de maatschappij en de bereidheid hebben om mee te bewegen. What doesn't bend, will break."
Voorzitter van de Tweede Kamer, Anouchka van Miltenburg, schetste in haar toespraak hoe de publieke tribune van de Tweede Kamer begon als iets symbolisch en inmiddels via internet tot iedere huiskamer reikt. "Het Kamerwerk sluit aan bij wat er leeft op straat. Wat de maatschappelijke of politieke kwesties ook zijn; volksvertegenwoordigers hebben er een opvatting over. En zo hoort dat ook." Van Miltenburg stelde dat ieder Kamerlid de stem vertolkt van zijn of haar eigen partij. In het debat moeten Kamerleden vervolgens met elkaar tot consensus komen. "Niet door een numerieke optelsom te maken van ja's en nee's, maar op een manier waarbij het geheel meer is dan de som der delen." De democratie is volgens Van Miltenburg een levend systeem waarin volop ruimte was en is voor verandering, emancipatie en modernisering.
Minister-president Mark Rutte stelde in zijn toespraak dat het tweehonderdjarig bestaan van de Kamers een jubileum is dat het verdient om gevierd te worden." Soms kraakt en knettert het op en rond het Binnenhof. Maar we hebben wél een parlementaire democratie om trots op te zijn." Alles wat in die tweehonderd jaar is bereikt, is volgens Rutte niet toe te schrijven aan één partij of één stroming maar aan het grote geheel. "Het verstandige compromis is nooit heel ver weg en dat heeft ons geen windeieren gelegd." De minister-president betoogde dat de parlementaire democratie juist in deze tijd, waarin veel mensen zich onzeker voelen en tegenstellingen lijken te groeien, zijn bindende kracht moet tonen. Dat was ook de oproep die Koning Willem I deed in de troonrede van precies tweehonderd jaar geleden, op 16 oktober 1815.
Viering met artistieke inbreng
Naast de korte films en speeches was er ook een artistieke inbreng in de Verenigde Vergadering. Hierbij was vooral gekozen voor jonge mensen, omdat beide Kamers in hun viering vooral de toekomst centraal willen stellen. Er waren optredens van singer-songwriter Douwe Bob, zangeres Karsu, harpist Remy van Kesteren en fietskunstenaar Dez Maarsen.
De Bijzondere Verenigde Vergadering werd afgesloten met een speciaal voor het parlement gecomponeerd muziekstuk van de Nederlandse componist, dirigent en trombonist Johan de Meij (1953): 'Hymne voor de Staten-Generaal'. Het unieke muziekstuk werd uitgevoerd door een ensemble van het Residentie Orkest.
Korte films:
200 jaar Staten-Generaal: De ontwikkeling van het instituut
200 jaar Staten-Generaal: De politiek en de burger
200 jaar Staten-Generaal: De rol van politiek en overheid
Meer informatie over de viering van 200 jaar Staten-Generaal is te vinden op de gratis te downloaden webapp over de viering en op de website www.200jaarstaten-generaal.nl
Deel dit item: