De Eerste Kamer heeft dinsdag 8 december 2015 gedebatteerd met minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) over de Erfgoedwet. Dit wetsvoorstel integreert verschillende bestaande wettelijke regelingen voor het behoud en beheer van het Nederlandse erfgoed, maar bevat ook een aantal nieuwe onderdelen. Zo komt er een regeling voor het vervreemden van cultuurgoederen en verzamelingen die in eigendom zijn van de Rijksoverheid of van gemeentelijke of provinciale overheden, wordt de zorg voor de Rijkscollectie op uniforme wijze ingericht en wordt het vergunningstelsel voor het verrichten van archeologische opgravingen vervangen door een stelsel van wettelijk geregelde certificering. Aan het einde van het debat werd het wetsvoorstel zonder stemming aanvaard.
Eeuwenoud cultureel erfgoed
Senator Schnabel (D66) hield in het debat zijn maidenspeech. Hij betoogde dat Nederland cultureel erfgoed heeft dat al vele generaties lang bewonderd wordt. Hij stelde dat zijn fractie blij is met de bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed, maar nog wel zorgen heeft over de mogelijkheid van vervreemding van erfgoed dat in publiek bezit is. Schnabel pleitte voor extra waarborgen tegen het verkopen van kunstwerken die van regionaal en lokaal belang zijn. De huidige procedures zijn volgens de senator tamelijk omslachtig en zwaar. De senator vroeg ook of de minister mogelijkheden ziet voor een nieuw, substantieel nationaal fonds voor het cultureel erfgoed en of meer aandacht kan worden besteed aan het creëren van een level playing field in de kosten van het collectiebeheer.
Bezwaar en beroep
Senator Atsma (CDA) uitte in het debat de zorg over de bezwaar en beroepsmogelijkheden. Hij vroeg in hoeverre de minister tegemoet komt aan de zorgen hierover van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Atsma vroeg ook naar de uitzonderingsbepaling voor opgravingsmogelijkheden en of er voldoende middelen zijn voor het beheer en onderhoud van de collecties. Tot slot vroeg hij naar de juridische uitwerking van de overeenkomst met Frankrijk over de aankoop van twee Rembrandts.
Geen commotie in de toekomst
Senator Gerkens (SP) vroeg in hoeverre deze wet kan garanderen dat er in de toekomst geen commotie ontstaat over een grote aankoop dan wel verkoop van een kunstwerk. Gerkens vroeg wanneer een kunstwerk wordt aangemerkt als 'onvervangbaar en onmisbaar' en dus niet mag worden verkocht. Zij vroeg ook wat er gebeurt als een privaatrechtelijk persoon stukken verkoopt en zich niet aan de regels houdt. Gerkens stelde dat haar fractie verheugd is over de extra middelen die beschikbaar komen voor archeologische vondsten, maar wel zorg heeft of hierover voldoende voor kennis aanwezig is bij gemeentes en provincies. Tot slot vroeg zij of de minister met de Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie om tafel wil om te kijken hoe de regelgeving over metaaldetectoren kan worden versimpeld en het doen van meldingen kan worden vergemakkelijkt.
Senator Gerkens diende een motie in die de regering verzoekt om het wetsvoorstel na drie jaar te evalueren. Minister Bussemaker zegde toe om het wetsvoorstel na 5 jaar te evalueren en zo nodig na 3 jaar. Senator Gerkens trok hierop de motie in.
Erfgoed is overal aanwezig
Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) stelde dat het rijke cultureel erfgoed in Nederland overal aanwezig is. Ons erfgoed maakt het verleden zichtbaar en versterkt ons cultureel en historisch besef. Het vervreemden van eigendom door een overheid is volgens Bussemaker een privaatrechtelijke handeling. Hier kan dan ook geen bezwaar en beroep bij de bestuursrechter tegen worden ingesteld. De minister wil voor cultureel erfgoed geen uitzondering op deze regel maken.
Bussemaker stelde dat zij de zorgen over het beschermen van cultureel erfgoed zeer serieus neemt. De besluitvorming hierover moet transparant en breed gedragen zijn. Dit wetsvoorstel draagt daar volgens de minister in belangrijke mate aan bij. Ook toekomstige schenkers van collecties zijn daarbij gebaat. Het wetsvoorstel stelt niet alleen regels voor gemeentes, provincies of het rijk maar ook voor andere publiekrechtelijke rechtspersonen zoals universiteiten. Het is volgens de minister niet mogelijk om alles wat in de toekomst mogelijk van nationaal belang is te beschermen tegen vervreemding.
Minister Bussemaker stelde dat het niet haalbaar is om bij iedere gemeente een archeoloog aan te stellen. Er is bij de besluitvorming echter wel altijd een archeoloog bij betrokken. Bij bijzondere vondsten moeten gemeenten een wetenschappelijk onderzoek instellen. De minister erkende dat er sommige musea zijn die ontevreden zijn over de middelen die zij hebben voor beheer en behoud van hun kunstcollectie. Dit leidt echter niet tot onverantwoorde situaties. De minister zegde toe om over vijf jaar te evalueren of het nationaal fonds voor cultureel erfgoed voldoende middelen heeft.
Over de aankoop van de twee Rembrandts merkte de minister op dat dit een uitdagend proces is omdat de schilderijen kwetsbaar zijn en niet van elkaar gescheiden mogen worden. Zij kan hier op dit moment geen details over delen, maar zegde wel toe om de Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg met Frankrijk.
Deel dit item: