Debat minimalisering gaswinning Groningen



Dinsdag 9 oktober debatteerden de leden van de Eerste Kamer over het wetsvoorstel Minimalisering gaswinning Groningen (34.957). De Kamer was onder meer kritisch over het ontbreken van concrete afwegingscriteria in het wetsvoorstel en het niet voorleggen van de operationele strategie voor de reductie van de gaswinning aan het parlement vóór het wetsvoorstel in werking treedt.

Tijdens het debat werden vier moties ingediend. Senator Reuten (SP) diende twee moties in. In de eerste vraagt hij de regering om een definitie van 'maatschappelijk belang' op te nemen in de Mijnbouwwet, in de tweede motie-Reuten vraagt hij de regering in de Mijnbouwwet vast te leggen dat vaststelling van de operationele strategie vooraf goedkeuring van het parlement vergt. Senator Verheijen (PvdA) roept de regering op om de ministeriele regeling over de invulling van de veiligheidsnorm vóór vaststelling voor te leggen aan beide Kamers. Senator Teunissen (PvdD), voor wie dit laatste debat in de Senaat was in verband met haar overstap naar de Tweede Kamer, vraagt de regering te onderzoeken hoe de aardgasbelasting kan worden ingezet om grootverbruikers versneld te doen overstappen op duurzame alternatieven.

Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat kwam de Kamer op één punt deels tegemoet door toe te zeggen dat de ministeriele regeling zal worden voorgelegd aan beide Kamers. De motie-Verheijen liet hij aan de Kamer om te oordelen, de overige moties zijn door hem ontraden.

De Eerste Kamer stemt dinsdag 16 oktober over het wetsvoorstel en de vier moties.

Impressie van het debat

PVV-senator Van der Sluijs had vooral veel vragen voor minister Wiebes. Zo wilde hij weten waarom de minister geen einddatum voor het dichtdraaien heeft opgenomen in het voorstel, waarom er geen gas wordt geïmporteerd en waarom nog niet tot uitbetaling aan de gedupeerden is overgegaan. Ook senator Reuten (SP) wilde weten waarom er geen einddatum is vastgelegd. Daarnaast noemde Reuten het ernstig dat er gesproken wordt over 'maatschappelijk' belang, maar dat een definitie hiervan vervolgens achterwege blijft. De SP-senator sprak verder zijn zorg uit over de ongebonden bevoegdheid van de minister en inhoudelijk onduidelijke prioriteiten ten aanzien van de veiligheid van omwonenden en leveringszekerheid van de afnemers.

Senator Ester (ChristenUnie) vroeg de minister hoe het staat met de productie van licht calorisch gas (ter vervanging van aardgas). Is er sprake van opstartproblemen of gaat het om structurele problemen, wilde hij weten. Ook vroeg Ester hoe de minister de communicatie rondom de afbouw gaat aanpakken. Alle Nederlanders zullen immers de gevolgen voelen, aldus de ChristenUnie-senator. D66-senator Pijlman sprak over het wantrouwen van burgers. Zij vragen zich of het voorstel wel klopt en of de Nederlandse staat wel echt wil stoppen met de gaswinning, en waarom er geen concreet schadeherstelplan voorligt. Pijlman vroeg de minister waarom er geen concreet tijdpad in het voorstel staat.

Senator Klip (VVD) betoogde dat het wetsvoorstel niet los gezien kan worden van andere besluiten en alleen is te realiseren wanneer ook andere sporen voortvarend worden bewandeld. Klip waarschuwde dat de weging en beargumentering van de verschillende veiligheidsbelangen nauw luistert. Volgens de VVD-senator dragen erkennen en openlijk benoemen van de dilemma's bij aan een goede afhandeling. PvdA-senator Verheijen maakte zich zorgen dat de aanvullende noodzakelijke maatregelen naar de toekomst worden geschoven. Een vaststelling van de winningshoeveelheid wordt niet gepresenteerd, terwijl die juist sturend zou kunnen zijn voor besparings- en rantsoeneringsmaatregelen in diverse sectoren. Verheijen vroeg de minister om het parlement veel meer vooraf te betrekken dan hij nu doet.

Senator Teunissen (PvdD) stelde dat haar fractie niet gerust is dat de voorgestelde procedure daadwerkelijk zeker stelt dat de gaswinning snel afneemt . Teunissen vroeg de minister waarom hij in het veiligheidsbelang niet gefaseerd over gaat tot een gedeeltelijke afsluiting van de eindgebruikers en tegelijk parallel werkt aan alternatieven. OSF-senator Ten Hoeve vroeg de minister wat er concreet gebeurt om afwegingen straks zo te kunnen maken dat veiligheid voor de Groningers, veiligheid voor de huidige gasgebruikers en het voorkomen van maatschappelijk ontwrichting geborgd zijn. Wat Ten Hoeve betreft worden er geen nieuwe vergunningen meer verstrekt voor delfstoffenwinning, behalve voor dagbouw zoals grind.

Senator Nagel (50PLUS) pleitte ervoor een aardgastribunaal in te stellen waarbij schuldigen aangeklaagd en vervolgd kunnen worden. Nagel vroeg de minister hoe hij denkt te voorkomen dat de belangen van kinderen niet (verder) geschaad worden, daarbij verwijzend naar een rapport van de Kinderombudsman dat 30.000 kinderen in het gebied wonen. SGP-senator Schalk vroeg de minister hoe hij de veiligheid en het maatschappelijk belang tegen elkaar afweegt. Schalk wilde daarnaast van de minister weten waarom geen prioritering vooraf is gegeven. Waarom niet onderbrengen wat de volgorde is, namelijk het belang van de Groninger burgers, aldus Schalk.

Senator Flierman (CDA) vroeg de minister waarom hij de drie verschillende wetsvoorstellen (het voorliggende, een over schadeafhandeling en een over versterken van de gebouwen) niet tegelijk voorlegt aan het parlement. Daarnaast wilde Flierman weten waarom de hele discussie wordt toegespitst op de hoeveelheid te winnen aardgas. Volgens de CDA-senator is sprake van tunnelvisie. GroenLinks senator Binnema, die zijn maidenspeech hield, vond dat de veiligheid van de Groningers nadrukkelijker voorop gesteld moet worden. Ook wilde Binnema weten hoe de minister de oude en nieuwe rol van de NAM en de oude en nieuwe rol van de overheid ziet ten aanzien van de schadeafhandeling. De moeizame afhandeling baart de GroenLinks-fractie zorgen.

In zijn beantwoording zei minister Wiebes dat de gevolgen voor de bewoners van het gaswinninggebied te lang zijn ontkend en dat hij zich realiseert dat het vertrouwen van de Groningers niet terug komt met drie wetsvoorstellen. Met betrekking tot de afweging van maatschappelijk belang en veiligheid van de bewoners geeft hij de voorkeur aan een weging met andere factoren boven een binaire interpretatie waarbij een belang in absolute zin boven het andere wordt gesteld.

Op vragen van de woordvoerders over het vooraf voorleggen van de operationele strategie zegt de minister dit niet te zullen doen. Wel zegde hij toe dat alle adviezen en de ministeriële regeling aan de Kamer zullen worden gestuurd. Met betrekking tot de communicatie merkte Wiebes op dat in dit dossier communicatie vaak te kort is geschoten, terwijl het een bepalende factor is voor het falen of slagen. Hij zegde tevens toe dat er regelmatig geëvalueerd zal worden.

Over het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel voorziet in een nieuwe juridische procedure om de gaswinning uit het Groningenveld te minimaliseren. Totdat de gaswinning uit het Groningenveld beëindigd is, moet gekeken worden hoe de gaswinning uit dit veld op een zo veilig mogelijke manier kan plaatsvinden waarbij ook de leveringszekerheid kan worden geborgd. Daarnaast zullen voor de vraag en gebruik van het laagcalorisch Gronings gas alternatieven gezocht moeten worden. De huidige systematiek van de Gaswet en de Mijnbouwwet sluit niet aan op deze beoogde situatie en moet daarom gewijzigd worden.


Deel dit item: