Dinsdag 14 mei behandelde de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel-Van Wijngaarden, Kuiken en Groothuizen Wet herziening partneralimentatie. Hiermee wordt de duur van de partneralimentatie de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Dinsdag 21 mei wordt over het wetsvoorstel gestemd.
Naast de drie initiatiefnemers, de Tweede Kamerleden Van Wijngaarden (VVD), Kuiken (PvdA) en Groothuizen (D66), nam ook minister Dekker voor Rechtsbescherming namens de regering deel aan het debat. Alhoewel het merendeel van de fractiewoordvoerders met de indieners van mening was dat herziening van de bestaande regeling uit 1994 nodig is, uitten zij nog wel op punten hun zorgen.
Met name de uitzonderingen die in het wetsvoorstel is gemaakt, leidden tot vragen van de senatoren. Waar de indieners zeiden uit te gaan van de beginselen van rechtvaardigheid en geleidelijkheid bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel, stelden met name senator Van Rij (CDA), Vlietstra (PvdA) en Bikker (ChristenUnie) vragen bij de uitwerking van het wetsvoorstel voor vrouwen met jonge kinderen en ouderen. Senatoren Schouwenaar (VVD) en Vink (D66) toonden zich voorstander van het wetsvoorstel.
Senator Vlietstra: "We zien dat de wet kan dienen als stok achter de deur, maar we denken dat er meer nodig is om tot economische zelfstandigheid te komen." Senator Van Rij: "Het wetsvoorstel geeft een aantal oplossingen, maar mijn fractie is nog niet overtuigd dat de schrijnende gevallen geholpen zijn." Senator Bikker concludeerde aan het einde van het debat: "Ik mis de onderbouwing of de economische zelfstandigheid verbeterd gaat worden met dit wetsvoorstel."
Minister Dekker sprak zijn steun uit voor het wetsvoorstel: "Het kabinet vindt dat bij de weging een lange alimentatieduur nadelig kan werken voor de economische zelfstandigheid van met name vrouwen." Op voorstel van de initiatiefnemers zegde de minister toe dat er een tussentijdse evaluatie komt na vijf jaar, in plaats van de voorgestelde acht jaar.
Over het wetsvoorstel
Dit initiatiefvoorstel beperkt de duur van de partneralimentatie. Hiermee wordt de duur van de partneralimentatie de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Daarop zijn twee wettelijke uitzonderingen: langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen.
Met dit voorstel worden bij huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd, de duur van de partneralimentatie maximaal 10 jaar. Alimentatiegerechtigden van 50 jaar en ouder die langer dan 15 jaar zijn getrouwd, hebben recht op 10 jaar alimentatie. Deze extra maatregel vervalt na zeven jaren. Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar.
In het voorstel is een hardheidsclausule voor schrijnende gevallen opgenomen en is voorzien in overgangsrecht. Ook worden de berekeningen van de behoefte en draagkracht, die aan de beschikking over het verstrekken van levensonderhoud ten grondslag liggen, verstrekt aan de verzoeker en de in de procedure verschenen belanghebbenden.
Deel dit item: