De Eerste Kamer heeft dinsdag 14 mei het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen aangenomen. De fracties van VVD, PvdA, GroenLinks, PvdD, OSF, 50PLUS, SGP, D66 en Fractie-Duthler stemden voor, de fracties van CDA, ChristenUnie, SP en PVV stemden tegen.
De Kamer debatteerde 23 april in derde termijn met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het wetsvoorstel. De plenaire behandeling was op 11 juli 2017 op verzoek van de minister aangehouden. De minister heeft de Kamer naar aanleiding van het debat op 23 april een brief gestuurd in antwoord op bepaalde vragen vanuit de Kamer.
Over het wetsvoorstel
Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Hiermee wordt de positie van de particuliere en de zakelijke bouwconsument versterkt. Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. Hiermee wordt de relatie tussen de opdrachtgever, de bouwconsument, en de bouwende partijen evenwichtiger.
Bij de oplevering van het bouwwerk moet de aannemer aantonen dat aan de regelgeving is voldaan. Wanneer bij oplevering blijkt dat een bouwwerk niet volgens de regelgeving en gemaakte afspraken is gebouwd krijgen opdrachtgevers betere mogelijkheden om de aannemer aan te sporen tot herstelwerkzaamheden. Ook informeert de aannemer de klant over de manier waarop risico's tegen schade door het niet nakomen van de verplichtingen en de gebreken na de oplevering zijn afgedekt. Daarbij wordt het opschortingsrecht van de particuliere opdrachtgever aangescherpt. Het depotbedrag wordt pas door de notaris in de macht van de aannemer gebracht, nadat de opdrachtgever in de gelegenheid is gesteld aan te geven of hij van dat opschortingsrecht gebruik wenst te maken.
Deel dit item: