Voorstel minder snelle stijging AOW-leeftijd aangenomen



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 2 juli met minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over het wetsvoorstel Temporisering verhoging AOW-leeftijd. Aansluitend aan het debat vond direct de stemming over het wetsvoorstel plaats. De fracties van FVD, VVD, CDA, GroenLinks, D66, PvdA, SP, ChristenUnie, PvdD, 50PLUS, SGP en OSF stemden voor. Alleen de fractie van de PVV stemde tegen.

Tijdens het debat tekende zich reeds een grote meerderheid af vóór het wetsvoorstel. Wel bleken veel fracties nog wel met vragen zitten ten aanzien van een aantal onderwerpen, zoals de vergrijzing van de samenleving en het effect daarvan op het AOW-stelsel, de zware beroepen, de koppeling van de AOW-leeftijd en de levensverwachting, de duurzame inzetbaarheid van medewerkers, de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel en de solidariteit binnen en tussen de generaties. De minister zegde toe met een 'roadmap' te komen waarin hij uiteen zal zetten welke maatregelen nog zullen volgen binnen het principeakkoord van het kabinet met sociale partners over de pensioenen en hoe deze zich verhouden tot dit wetsvoorstel.

De minister had de minister de Kamer om een snelle behandeling gevraagd van het wetsvoorstel. De bedoeling is dat de wet per 1 januari 2020 in werking treedt. Bij een dergelijke wijziging is het nodig dat er voldoende tijd is om de mensen die het raakt op de hoogte te kunnen stellen zodat zij zich kunnen voorbereiden, de zogenoemde notificatieplicht.

Over het wetsvoorstel

Dit voorstel voorziet in de uitwerking van de door het kabinet-Rutte III in overleg met de sociale partners in het principeakkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel afgesproken maatregel dat de AOW-leeftijd vanaf 2020 minder snel wordt verhoogd. Dit houdt in dat de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel zal stijgen en in 2024 op 67 jaar zal uitkomen.

In lijn met deze temporisering van de verhoging van de AOW-leeftijd worden ook de voorwaarden aangepast waaronder in de tweede pijler in aanvulling op het ouderdomspensioen een fiscaal gefaciliteerd deelnemingsjarenpensioen kan worden opgebouwd. Ook zijn in dit wetsvoorstel de dekkingsmaatregelen opgenomen waartoe het kabinet heeft besloten.

Impressie van het debat

Sociaal erfgoed

Senator Frentrop (FVD) die zijn maidenspeech hield stelde dat de kwaliteit van een beschaving is te meten aan hoe een samenleving zorgt voor zijn ouderen. Frentrop noemde de AOW 'een van de mooiste wetten die ooit is ingevoerd in Nederland'. Volgens de FVD-fracties is het de hoeksteen van het sociale stelsel waarop we zuinig moeten zijn. Volgens de FVD-senator is het steeds wijzigen van de AOW-leeftijd funest voor het winnen van het vertrouwen van mensen. De AOW-leeftijd hoort vast te staan volgens Frentrop. Hij noemde het steeds wijzigen van de leeftijd geen duurzaam besturen, dat geen vertrouwen in de overheid wekt. De FVD-senator riep de regering op om te reflecteren op het beleid voor de ouderdomsvoorziening in het algemeen. Frentrop: "We moeten de AOW beschouwen als sociaal erfgoed, zoals wij ook omgaan met cultureel erfgoed."

Duurzame inzetbaarheid

Volgens ChristenUnie-senator Ester (ChristenUnie) wankelde de polder tijdens de pensioenonderhandelingen, maar viel zij niet om. Onderzoek laat volgens Ester zien dat lang doorwerken voor oudere werknemers een belasting is, zeker voor de mensen met een zwaar beroep. Volgens de ChristenUnie-senator moeten werknemers gezond en vitaal naar hun pensioen worden geleid. Zelf zijn zij daar ook verantwoordelijk, maar ook de overheid en de werkgevers spelen hierin een rol. "Ondanks jarenlange discussies is duurzame inzetbaarheid nog geen vanzelfsprekend," zei Ester. Hij vroeg de minister of hij de urgentie deelt om veel nadrukkelijker beleid te ontwikkelen ten aanzien van duurzame inzetbaarheid. Ook wilde hij weten of de minister persoonlijk de regierol rond het opschalen van het beleid voor duurzame inzetbaarheid zal oppakken?

Terug naar 65

Senator Van Strien (PVV) keek naar de ons omringende landen en stelde vast dat de koopkracht in Nederland daalt ten opzichte van die landen en dat men in Nederland langer moet doorwerken. Vijf jaar later dan het gemiddelde in Europa, aldus Van Strien. Volgens de PVV-senator houdt de regering al tien jaar lang indexering van pensioenen tegen. Hij stelde dat dit alles het vertrouwen van de Nederlander in zijn pensioen in het bijzonder en in zijn oude dag in het algemeen weggevaagd. Van Strien vastte het PVV-standpunt als volgt samen: "Stoppen met klimaathysterie, stoppen met massa-immigratie en stoppen met de euro. Dan kan de AOW-leeftijd gewoon naar 65 en kunnen de pensioenen gewoon worden geïndexeerd."

Compensatieregeling

Senator Kox (SP) vroeg waar de drang van de regering vandaan komt om de AOW-leeftijd te verhogen. Kox: "Het is niet wat wij willen, maar het is in ieder geval beter dan wat er eerder lag en waartegen de SP heeft gestemd." Wat dit wetsvoorstel volgens de SP-fractie niet doet, is een aparte regeling treffen voor mensen met een zwaar beroep, zowel geestelijke als lichamelijk. Kox vroeg de minister of hij hiervoor een oplossing kan vinden? Tot slot vroeg Kox aandacht voor de groep mensen die eerder hun inkomens-gerelateerde uitkering moeten inruilen tegen een doorgaans lagere AOW-uitkering. Hij vroeg de minister om een compensatieregeling voor deze groep.

Permanente leeftijd

50PLUS-senator Van Rooijen (50PLUS) noemde het principeakkoord meer een procedureafspraak tussen groepen die nog verder moet worden uitgewerkt. Hij vroeg de minister wat er gebeurt als er op decentraal niveau geen akkoord wordt bereikt? Hij wilde weten wanneer de samenstelling van de verschillende stuurgroepen, genoemd in het principeakkoord, bekend wordt gemaakt. In het verlengde daarvan vroeg Van Rooijen: "Is de stuurgroep niet stuurloos als de berekening van de rekenrente als een zwaard van Damocles boven haar hoofd hangt." Volgens Van Rooijen jaagt het akkoord de dekkingsgraad van pensioenfondsen naar beneden. Hij wilde weten of de minister bereid is kortingen te voorkomen als het pensioenfonds onder de dekkingsgraad komt. De 50PLUS-fractie steunt de bevriezing van de verhoging van de AOW-leeftijd. Wel bepleitte Van Rooijen een vaste, permanente, AOW-leeftijd.

Notificatieplicht

Volgens CDA-senator Oomen is vervroeging van de AOW niet voor iedereen een vooruitgang. Met betrekking tot een eventuele compensatieregeling zei Oomen: "Generieke compensatie is overigens ondoenlijk, omdat niet iedereen op dezelfde manier getroffen wordt." Over de notificatieplicht vroeg zij de minister of hij problemen verwacht met de notificatieplicht.

Einde aan leeftijdsontslag

Senator Van Ballekom (VVD) die zijn maidenspeech hield, stelde vast dat het wetsvoorstel op brede maatschappelijke en politieke steun kan rekenen. "Op papier is het een redelijk genuanceerd pakket," aldus Van Ballekom. De VVD-senator noemde het goed dat de koppeling aan stijgende welvaart, met een zekere vertraging, wordt gehandhaafd. Niettemin is het wetsvoorstel een dure grap. Wat Van Ballekom betreft had de dekking robuuster gemogen. Hij vroeg de minister of het niet mooi zou zijn om 'verlost te raken' van het gedwongen stoppen met werken.

Veranderende levensverwachting

Senator Schalk (SGP) keek naar het verschil tussen afgedwongen solidariteit zoals de AOW en onbegrensde naastenliefde. Schalk: "Politieke solidariteit is financieel begrensd." Volgens Schalk is het teruggaan naar 65 geen realistisch perspectief. Hij vroeg de minister wat er gebeurt als onverhoopt levensverwachting terugloopt. Ook vroeg hij aandacht voor groepen die benadeeld lijken te worden, zoals de mensen die minder hebben opgebouwd door verblijf in het buitenland en die mensen die een AOW-gat dreigen op te lopen omdat de huidige uitkering hoger is dan de te verwachten AOW. Tot slot vroeg Schalk de minister of hij de contouren kan schetsen van het vervolgtraject.

Uitvoerbaarheid

Ook D66-senator Moonen hield haar maidenspeech. Zij wees op het belang dat werknemers gezond de eindstreep halen. Duurzame inzetbaarheid, waarbij veel eerder overgestapt kan worden naar andere werkzaamheden en ook langdurig leren. Volgens Moonen ligt hier een grote sociale taak voor werkgevers en werknemers om hieraan invulling te geven. De D66-senator vroeg aandacht voor de uitvoerbaarheid: "Het is belangrijk dat mensen de tijd hebben om zich voor te kunnen bereiden op een verandering. Bijvoorbeeld als het een teruggang in de financiën betekent." Moonen pleitte voor een tijdige en begrijpelijke aankondiging.

Solidariteit binnen en tussen generaties

PvdA-senator Crone, de vierde senator die in debat zijn maidenspeech hield, vroeg aandacht voor intra- en intergenerationele aspecten. Volgens Crone moeten steeds minder werkenden de AOW van steeds meer ouderen moeten opbrengen (intergenerationeel). We zagen een omgekeerde reactie, mensen gingen steeds eerder stoppen. Ook binnen generaties (intragenerationeel) ziet Crone bijvoorbeeld mensen zijn met chronische ziekten voor wie geldt dat het minder snel stijgen van de AOW-leeftijd geen oplossing is. Volgens Crone is het wetsvoorstel een 'juiste correctie' op de forse ingreep van een paar jaar terug ingegeven door de grote financiële crisis.

Verhouding AOW'ers - werkenden

Senator Koffeman (PvdD) stelde net als Crone vast dat de verhouding tussen AOW'ers en werkenden fors is opgelopen: "Eerst 1 op 5, nu 1 op 3 en het wordt 1 op 2,5." Volgens Koffeman zien mensen problemen die zich (ver) in de toekomst voordoen als 'perspectivisch klein'. Hij vroeg de minister wat het kabinet jongeren die de AOW moeten gaan opbrengen, kan bieden. Hoe houdbaar is het systeem, wilde hij weten. Ook vroeg Koffeman de minister wat de betekenis is van dit wetsvoorstel ten opzichte van het pensioenakkoord. Koffeman: "We steunen het wetsvoorstel, niet omdat het heel erg goed is, maar omdat het beter is dan de huidige situatie."

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

De laatste senator die in dit debat zijn maidenspeech hield, was GroenLinks senator Van Gurp. Van Gurp zei dat zijn fractie het 'grosso modo' een goed evenwicht dat ook na de vijf jaar temporisering doorgaat. Voor zijn fractie is de discussie over zware beroepen relevanter. GroenLinks had liever gezien dat daar een robuustere en structurele maatregel op tafel was gekomen. Van Gurp vroeg speciale aandacht voor de wachttijd in de uitzendbranche (26 weken werken voordat pensioenopbouw begint). Volgens de GroenLinks-senator moet de verantwoordelijkheid gedragen door werkgevers en werknemers samen. Van Gurp vroeg tot besluit: "Hoe wil de minister bewaken dat de factor kapitaal ten volle zijn verantwoordelijkheid neemt en dat risico niet eenzijdig bij de factor arbeid wordt gelegd."


Deel dit item: