Debat Machtigingswet oprichting Invest-NL



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 12 november met de ministers Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) en Hoekstra (Financiën) over het wetsvoorstel om de Staat te machtigen Invest-NL op te richten, een Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling waarin de Staat een 100%-deelneming heeft. De Kamer stemt dinsdag 19 november over het wetsvoorstel en de ingediende drie moties.

Invest-NL krijgt van de Staat een eigen vermogen van € 2,5 miljard. Hiermee zal Invest-NL zich richten op het faciliteren van risicovolle activiteiten van ondernemingen bij transities (overgang) op een breed aantal terreinen.

Tijdens het debat betwijfelde een aantal Kamerleden of oprichting van Invest-NL wel wenselijk is, omdat het de vraag is of er wel een probleem is; bedrijven kunnen bijvoorbeeld goedkoop geld lenen op de kapitaalmarkt. Andere Kamerleden waren daarvan wel overtuigd, maar hadden vragen over onder meer de brede doelstelling, het toezicht op Invest-NL in de zogenoemde aanvullende overeenkomst, de positie van mkb'ers bij het uitgeven van het kapitaal, mogelijke conflicterende belangen tussen maatschappelijke projecten en ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd, maatschappelijk verantwoord ondernemen en diversiteit in de raad van bestuur en de raad van commissarissen.

In de tweede termijn van het debat werden drie moties ingediend. Senator Teunissen (PvdD) verzocht de regering in een motie om in de overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL op te nemen dat de minister de lijst met uitsluitingen van zaken die in strijd zijn met maatschappelijke verantwoord ondernemen goedkeurt en het parlement daarover informeert. Minister Hoekstra ontraadde de motie. Senator Otten (Fractie-Otten) diende twee moties in. De eerste motie verzoekt de regering de Machtigingswet tot oprichting van Invest-NL in te trekken. De tweede motie verzoekt de regering het wetsvoorstel aan te houden totdat een aanvaardbare aanvullende overeenkomst tot stand is gekomen. Deze moties werden door minister Wiebes ontraden.

Drie Kamerleden spraken tijdens het debat hun maidenspeech uit: Lennart van der Linden (FVD), Farah Karimi (GroenLinks) en Alexandra van Huffelen (D66).

Invest-NL richt zich op het faciliteren van risicovolle activiteiten van ondernemingen bij transities (overgang) op het gebied van energie, verduurzaming (waaronder die van de gebouwde omgeving en de circulaire economie), mobiliteit, voedsel, digitalisering van de industrie en maatschappelijke domeinen als zorg, veiligheid en onderwijs. Verder heeft Invest-NL aandacht voor de doorgroei van start-ups en scale-ups naar grotere ondernemingen en het bevorderen van export en buitenlandse investeringen. Ten slotte kan Invest-NL het Nederlandse bedrijven ondersteunen voor het internationaal vermarkten van hun producten en het aanpakken van wereldwijde vraagstukken, zoals duurzame energie, klimaatverandering, water en voedselvoorziening.

Voor de oprichting en vormgeving van Invest-NL geldt als uitgangspunt de brief van 15 februari 2018 (TK 28.165, 281) en, voor zover in deze brief daar naar verwezen is, de brief van 10 februari 2017 (TK 28.165, 266).

Impressie van het debat

Oude wijn in nieuwe zakken

FVD-senator Van der Linden betoogde dat zijn fractie de wet heeft gewogen en te licht heeft bevonden. Volgens Forum Voor Democratie is er geen probleem waarvoor het fonds een oplossing moet bieden. Ook zijn er voldoende instrumenten voorhanden om marktfalen te bestrijden, aldus de FVD-senator. Tot slot bieden volgens Van der Linden successen uit het verleden geen garanties voor de toekomst. Wat de FVD-fractie betreft zet het kabinet in op belastingverlaging in plaats van dit fonds. Als voorbeeld van bestaande instrumenten om marktfalen te bestrijden noemde Van der Linden subsidies. Daarnaast stelde hij vast dat iedere provincie zijn eigen fonds heeft. Daar stelde hij eveneens vraagtekens bij. De conclusie van de FVD-fractie was dat Invest-NL oude wijn in nieuwe zakken is.

Consistentie in uitvoering

Voor GroenLinks-senator Karimi dient het leveren van een bijdrage aan grote maatschappelijke transities leidend te zijn bij het toekennen van investeringen. Zij vroeg de minister welke instrumenten hij heeft om de consistentie in de uitvoering te bewaken. Ook wilde zij weten hoe Invest-NL om gaat met aanvragen die eerder zijn afgewezen door andere fondsen. Karimi maakte zich zorgen om de invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De GroenLinks-senator vroeg de minister hoe dit beleid vorm gaat krijgen. Het wetsvoorstel voorziet niet in een onafhankelijke toezichthouder, aldus Karimi. Tot slot riep zij de regering op om toch nog vrouwen te benoemen in de raad van bestuur en de raad van commissarissen.

Niet alleen aan mannen overlaten

D66-senator Van Huffelen was positief over het wetsvoorstel. Volgens haar neemt de overheid hiermee opnieuw een taak op zich die ze sinds de jaren '90 van de 20e eeuw heeft verzaakt. Wel sprak zij zich uit over de brede inzet van het fonds. Volgens Van Huffelen kan bij onvoldoende focus gebeuren dat geen invulling wordt gegeven aan de nodige transitie. Ze constateerde een dubbele opzet: algemene ondernemingsfinanciering kan ingaan tegen gewenste transities. Van Huffelen vroeg hoe het kabinet dit gaat voorkomen. Volgens de D66-senator moet de regering zorgen voor goede diversiteit in het algemeen, en man-vrouw verhouding in het bijzonder, binnen Invest-NL en ook binnen de ondernemingen waarin zij investeert.

Lang gekoesterde wens

SP-senator Gerkens noemde de oprichting van Invest-NL een langgekoesterde wens van de SP. Zij vroeg de minister hoeveel projecten al zijn aangedragen en hoeveel daarvan zijn gefinancierd, vooruitlopend op de oprichting van het fonds. Ze was blij met het amendement voor democratische controle dat in de Tweede Kamer is aangenomen. Ook de SP-fractie vroeg de minister om een nadere specificatie van het begrip diversiteit. Volgens Gerkens hoort bij een brede opdracht ook toezicht met een brede achtergrond. Zij sprak haar verbazing uit over de aanstelling van de bestuursvoorzitter van het fonds nog voor het democratisch proces tot een goed einde is gebracht. Daarnaast wilde zij weten waarom de Wet Normering Topinkomen niet geldt voor deze functie. Tot slot vroeg Gerkens aandacht voor de toegankelijkheid van het mkb tot het fonds, en niet alleen grote ondernemingen.

Fossiele sector uitsluiten

Volgens senator Teunissen (PvdD) is ongelimiteerde groei op een planeet die niet meegroeit niet mogelijk. Daarom, zo betoogde zij, moet economische ontwikkeling plaatsvinden binnen de draagkracht van de aarde. Voor haar staat de vraag centraal of Invest-NL daaraan bijdraagt. Het wetsvoorstel oogt sympathiek, maar biedt daarvoor geen enkele garantie, aldus Teunissen. Zij maakte zich zorgen over de onvoldoende controle door het parlement. Volgens de PvdD-fractie zijn de ecologische grenzen bijproduct in het wetsvoorstel en ontbreken heldere criteria ontbreken. Teunissen vroeg de minister welk gat in de markt Invest-NL moet vullen. Tot besluit vroeg zij hoe de regering gaat voorkomen dat geld wordt geïnvesteerd in projecten die geen waardevolle bijdrage leveren.

Begin er niet aan

Senator Otten (Fractie-Otten) refereerde aan het Waddenfonds dat een breed scala aan projecten ondersteund heeft waarvan volgens hem nut en noodzaak niet altijd even duidelijk was. De geschiedenis herhaalt zich, aldus Otten, met de oprichting van Invest-NL. Hij wilde van de minister weten wanneer precies sprake is van marktfalen, waarvoor Invest-NL een oplossing moet zijn. Ook vroeg hij hoe de minister gaat voorkomen dat Invest-NL gaat investeren in onrendabele projecten. Otten vroeg de minister verder of hij de aanvullende overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL zou kunnen ontvangen om inzicht te krijgen in de afspraken. Hij stelde vast dat Invest-NL naast investeren ook belast zal worden met uitvoeren van enkele subsidieregelingen. Volgens Otten dreigt belangenverstrengeling. Wat de Fractie-Otten betreft moet er eerst geld naar lastenverlichting. Consumenten moeten weer meer kunnen uitgeven, waardoor ondernemers kunnen investeren, aldus Otten.

Naast marktfalen ook overheidsfalen

PvdA-senator Sent is voorstander van een publieke investeringsbank, omdat volgens haar sprake is van zowel marktfalen als overheidsfalen bij het realiseren van noodzakelijke investeringen om sociale en duurzaamheidsproblemen op te lossen. Bij de evaluatie na drie jaar wil de PvdA-fractie zien welke inhoudelijke afwegingen zijn gemaakt. Het overheidsfalen betreft volgens haar dat de ambtelijke diensten niet zijn opgezet en betrokkenheid van meerdere ministeries waardoor risico bestaat van stroeve besluitvorming. Zij vroeg de minister of er een juiste balans is tussen vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens en politieke en publieke transparantie. Voor de PvdA is het gewenst dat er voldoende afstand zal zijn tussen de ambtelijke diensten en de politiek enerzijds en Invest-NL anderzijds. Projecten moeten kunnen mislukken, aldus Sent.

Voordeel van de twijfel

VVD-senator Van Ballekom wees op de stemmingsuitslag in de Tweede Kamer. Daar is het wetsvoorstel met algemene stemmen aangenomen. Volgens Van Ballekom kunnen dergelijke initiatieven werken. Hij stelde wel dat een financiële instelling dient te investeren in houdbare projecten. De VVD-fractie is akkoord met de brede reeks van doelstellingen. Volgens de VVD is het niet gewenst om nauwere focus te hebben. Van Ballekom zei uit te zien naar de regelmatige rapportages. Hij wees er op dat het wetsvoorstel een machtiging is aan de minister, geen verplichting. Mocht na enige tijd blijken dat het niet van de grond komt, aldus Van Ballekom, dan mag het gekwalificeerd worden als experiment. Daarom heeft de VVD-fractie het voorstel het voordeel van de twijfel.

Zet in op stikstoftransitie

CDA-senator Atsma had geen vraagtekens bij het doel van Invest-NL. Hij wilde wel weten wat nu precies de maatschappelijke meerwaarde is en welke criteria daarbij worden gehanteerd. Ook wilde Atsma weten of er een rol is voor de aandeelhouders. Hij toonde zich wel voorstander van aandeelhouders op afstand. Verder vroeg hij de minister waarom de periode tussen de evaluaties redelijk lang is en waarom niet gekozen is voor een kortere termijn. Atsma stelde dat het de moeite waard is om te onderzoeken of Invest-NL kan investeren in projecten die zicht richten op stikstoftransitie. Tot slot vroeg hij of er voldoende transparantie in het woud van regelingen.

Beantwoording door ministers Wiebes en Hoekstra

Minister Wiebes (EZK) wees er op dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen investeringen en subsidies. Naar aanleiding van de vragen over mogelijk tegenstrijdige belangen zegde hij toe dat bij de behandeling van de criteria voor investeringen in mkb en scale ups niet contrair zal worden gewerkt aan de maatschappelijke doelen. Hij dankte de Kamer, in het bijzonder senator Karimi, voor die signalering. Met betrekking tot de vraag over de aanvullende overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL zei hij dat dit al in concept voorligt. Hij gaf in het debat een exemplaar aan de Kamer. De getekende overeenkomst zal begin januari 2020 naar de Kamer worden gestuurd.

Minister Hoekstra (Financiën) wees erop dat de Algemene Rekenkamer haar controlerende taak volledig onafhankelijk vervult. Daarnaast kan de Rekenkamer ook op vraag van het parlement nog onderzoek doen. Hij zegde toe dat alle rapporten en evaluaties zullen naar de Eerste Kamer worden gestuurd. Met betrekking tot de diversiteit in het bestuur antwoordde hij dat dit de aandacht van de regering heeft. Binnenkort heeft hij hierover ook overleg met de Tweede Kamer. Het lukt niet meteen direct bij elke staatsdeelneming te organiseren, aldus Hoekstra. Wat betreft de Wet Normering Topinkomens (Wnt) zei hij dat staatsdeelnemingen niet onder de Wnt vallen.



Deel dit item: