De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 3 maart met minister Van Veldhoven voor Milieu en Wonen over de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat een aantal instrumenten van grondbeleid een plaats krijgen in het stelsel van de Omgevingswet. Het gaat hierbij om onder andere onteigening, landinrichting en kavelruil. De Kamer stemt dinsdag 10 maart over het wetsvoorstel.
Senator Bezaan (PVV) noemde het voorliggende wetsvoorstel een 'grove inbreuk' op de eigendomsrechten van burgers, ondernemers en bedrijven en gaf in het debat al aan dat haar fractie tegen het wetsvoorstel zal stemmen.
Diverse senatoren vroegen naar de balans in het wetsvoorstel tussen beschermen en benutten van grond. VVD-senator Meijer oordeelde dat het goed is dat er in het wetsvoorstel een balans tussen beschermen en benutten bestaat, maar hij vond de verschillende constructies voor kostenverhaal wel 'erg veel'. ChristenUnie-senator Verkerk vroeg de minister te onderzoeken of een generieke compensatieregeling niet beter zou zijn voor balans tussen beschermen en nutten. Senator Van Dijk (SGP) haalde in het debat enkele juristen aan die het kostenverhaal een rommelig onderdeel van de wetgeving noemen. D66-senator Moonen wilde weten hoe de minister aankijkt tegen verschillende rechtszekerheden binnen dezelfde gemeenten.
Ook was er aandacht voor de uitwerking van de wet. Zo vroeg senator Rietkerk (CDA) specifieke aandacht voor monitoring en evaluatie van de uitwerking van de wet in de praktijk, eerder jaarlijks dan vijfjaarlijks zoals de minister voorstelt.
Andere senatoren gingen in op de wijzigingen van het wetsvoorstel bij de behandeling in de Tweede Kamer. Zo vroeg SP-senator Janssen de minister of met de aanpassingen in de Tweede Kamer aan de bezwaren van de Raad van State tegemoet is gekomen. Ook senator Crone (PvdA) ging in op de wijzigingen die de Tweede Kamer heeft voorgesteld. Volgens hem is het wetsvoorstel erdoor verbeterd. GroenLinks-senator Vendrik sloot zich hierbij aan. Hij vroeg de minister hoe zij aankeek tegen de toenemende speculatie en hoge grondprijzen in een druk land als Nederland.
Minister Van Veldhoven zei in haar beantwoording dat gemeenten geholpen worden met het kostenverhaal. Ze voegde eraan toe dat gemeenten hiermee al ruime ervaring hebben, maar dat het ministerie hen met verschillende instrumenten helpt. Verder zei Van Veldhoven dat als bouwactiviteiten via de omgevingsvergunning worden toegestaan, ook het kostenverhaal in de omgevingsvergunning geregeld moet zijn. Ze zegde toe dat ze in de gaten zal houden of dit in de praktijk ook werkt. Ook zegde de minister toe onderzoek te doen naar een generieke compensatieregeling. Ze was het tenslotte eens dat een evaluatie na vijf jaar te laat is. Er zal jaarlijks worden gerapporteerd.
Over het wetsvoorstel
Dit wetsvoorstel zorgt dat een aantal instrumenten van het grondbeleid een plaats krijgen in het stelsel van de Omgevingswet. Het gaat hierbij om voorkeursrecht, onteigening, landinrichting en kavelruil. Deze modernisering en gedeeltelijke vernieuwing zorgt dat grondeigenaren en andere rechthebbenden een gelijkwaardige en op onderdelen betere bescherming krijgen.
Met dit voorstel wordt voor de rechtsbescherming tegen onteigeningsbeschikkingen aangesloten bij de regeling in het omgevingsplan. Hierdoor kunnen eigenaren bezwaren tegen de onteigeningsbeschikking en de beroepsgronden tegelijkertijd aan één rechter voorleggen. De onteigeningsprocedure wordt hierdoor verkort.
Ook wordt de regeling voor grondexploitatie in de Omgevingswet omgevormd tot een regeling voor kostenverhaal die ook toepasbaar is bij organische gebiedsontwikkeling. Onder kostenverhaal wordt verstaan het verrekenen van zogenaamde grondkosten binnen een bepaald ruimtelijk plan.
Deel dit item: