De Eerste Kamer heeft in de plenaire vergadering van dinsdag 10 maart stilgestaan bij het overlijden op 19 februari jongstleden op 82-jarige leeftijd van minister van Staat Jos van Kemenade. Hij was minister van Staat sinds 2002. Na speeches van Voorzitter Bruijn en premier Rutte, hield de Kamer een moment stilte.
Jos van Kemenade begon in 1958 als wetenschappelijk medewerker van het Sociologisch Instituut van de universiteit. Hij werd door PvdA-voorman Den Uyl vanwege zijn ideeën over hervorming van het onderwijs gevraagd als onderwijsminister in diens kabinet-Den Uyl (1973-1977). Begin jaren tachtig werd Van Kemenade ook minister in het kabinet-Van Agt II. Tussentijds was hij lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid en buitengewoon hoogleraar onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1984 verliet hij de actieve politiek en werd hij voorzitter van het College van Bestuur van de UvA.
Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn sprak over een optreden van Van Kemenade in 1975 toen hij als onderwijsminister in de Eerste Kamer de onderwijsbegroting van zijn ministerie verdedigde: "Van Kemenade stond lijnrecht tegenover VVD-senator Haya van Someren. Zij deed Van Kemenades ideeën voor een nieuw onderwijsstelsel af als 'de maquette van een reeds verloren ideaal'. Van Kemenade antwoordde daarop: "Onderwijs kan het zeker niet alleen, maar het kan wel een belangrijke voorwaarde zijn als onderdeel van een totaal beleid, gericht op meer gelijkwaardigheid in de samenleving."
Jos van Kemenade zou de rest van zijn werkzame leven bestuurder blijven: van 1988 tot 1992 als burgemeester van Eindhoven en aansluitend tien jaar als Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Van 2002 tot aan zijn overlijden was Jos van Kemenade minister van Staat.
Bruijn: "Jos van Kemenade stond bekend als een consciëntieus, vriendelijk en benaderbaar bestuurder met een tomeloze werklust. Maar bovenal een verstandig idealist voor wie gelijke kansen voor iedereen en betrokkenheid van de burger bij het bestuur de grootste drijfveren waren."
Ook minister-president Mark Rutte sprak over Van Kemenades idealisme: "Wat hem dreef was een diepgewortelde overtuiging dat sociale ongelijkheid slecht was voor het land en slecht voor het individu. En goed onderwijs voor iedereen was voor hem dé manier om daar wat aan te doen. Aan dat principe, aan dat ideaal, bleef hij zijn leven lang trouw."
Deel dit item: