De Eerste Kamercommissies hebben geen schriftelijke vragen over de vijf incidentele suppletoire begrotingswetsvoorstellen die vorige week bij de Eerste Kamer zijn ingediend. Dat blijkt uit een inventarisatie die de Voorzitters van de betreffende Kamercommissies hebben gemaakt. De Voorzitter van de Eerste Kamer, Jan Anthonie Bruijn, heeft met alle fractievoorzitters overlegd over de verdere voortgang. Hij zal het College van Senioren voorstellen om waar nodig vanaf dinsdag 7 april kort en op aangepaste wijze plenair te vergaderen om deze en mogelijk andere spoedwetsvoorstellen van het kabinet af te doen. Zo heeft minister Knops een spoedwetsvoorstel aangekondigd dat provincies en gemeenten in staat moet stellen ten tijde van de coronacrisis digitale besluiten te nemen. Dat voorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State.
De Eerste Kamer is als gevolg van de uitbraak van het coronavirus voor het laatst op dinsdag 10 maart jl. fysiek bij elkaar gekomen en werkt op dit moment op commissieniveau digitaal.
De ministers Hoekstra (Financiën), Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Blok (Buitenlandse Zaken) hebben vanwege de coronavirus-aanpak incidentele suppletoire begrotingswetsvoorstellen bij het parlement ingediend ten behoeve van extra uitgaven in 2020. Het betreft in totaal vijf wetsvoorstellen: voorstellen voor een incidentele suppletoire begroting 2020 voor Financiën (35412), een incidentele suppletoire begroting Economische Zaken en Klimaat (35413), een incidentele suppletoire begroting Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (35414), een incidentele suppletoire begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (35415) en een incidentele suppletoire begroting Buitenlandse Zaken (35416). De Tweede Kamer heeft onlangs al met de voorstellen ingestemd. De schriftelijke voorbereiding in commissieverband is tot en met het uitbrengen van het eindverslag volledig digitaal verlopen.
In de brief van de regering aan de beide Kamers van 17 maart jl. over de suppletoire begrotingen wordt overigens opgemerkt dat het kabinet op basis van de Comptabiliteitswet 2016 de uitvoering van de maatregelen kan (en zal) starten. De uitvoering van de maatregelen hoeft niet te wachten tot formele aanvaarding door Eerste of Tweede Kamer.
Deel dit item: