De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 2 juni met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de implementatie van twee Europese richtlijnen op het gebied van energie. Het eerste debat betrof de Implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas, het tweede debat ging over de Implementatie richtlijn energie-efficiëntie. De Kamer stemt dinsdag 9 juni over de twee wetsvoorstellen en de drie ingediende moties.
Wijziging Gasrichtlijn
FVD-senator Van der Linden sprak zijn zorgen uit over dit wetsvoorstel, met name over de verborgen extra kosten die mogelijk met de aardgastransitie zijn gemoeid. Hij stelde vast dat 'niet uitgesloten is dat daarmee Nederlands belastinggeld wordt aangewend om in het buitenland woningen aan het aardgas te koppelen, terwijl het beleid in Nederland er momenteel op gericht is om miljoenen uit te geven om woningen van het aardgas af te halen.'
Volgens Van der Linden zal de directe steun van de Europese Unie (EU) aan steenkool- en koolstofarme regio's binnen de EU in rekening worden gebracht bij de Nederlandse huishoudens. De FVD-senator diende een motie in die de regering verzoekt om aan de Europese Commissie te laten weten dat de Nederlandse belastingbetaler op geen enkele manier wenst op te draaien voor kosten in het buitenland.
Minister Wiebes ontraadde de motie omdat hij het onverstandig vindt om Nederland op één punt vast te leggen, omdat het Nederlandse belang altijd in den brede wordt nagestreefd. Volgens de minister is aardgas voor bijna iedere EU-lidstaat een transitiebrandstof: "Ik kan niet zien of het specifiek zo is dat wij op geen enkele manier bijdragen aan die transitie in andere landen."
Senator Faber (PVV) stelde dat Nederland wordt overgeleverd aan de grillen van de Europese Commissie. Ook wees zij erop dat de Europese Commissie directe financiële steun voor kolencentrales geeft aan landen in Centraal-Europa om hen zo 'te paaien voor de energietransitie'. Volgens Faber verweeft de Europese Commissie de lidstaten aan elkaar door middel van energie, omdat die voor iedere lidstaat belangrijk is.
Richtlijn energie-efficiëntie
PVV-senator Faber deed deze richtlijn af als 'klimaatwaanzin'. Er is volgens Faber niets mis met het besparen van energie. Iedereen snapt dat huisisolatie beter is, aldus Faber. Met deze richtlijn wordt het volgens haar echter niet inzichtelijk hoe hoog de doorleveringskosten van het warmte-koude-net, die worden doorbrekend door de verhuurder aan de huurder, zullen zijn. Volgens minister Wiebes zijn huurders zijn beschermd door de huurwet, maar volgens Faber is daarin niet het verschil is tussen warmte en koude opgenomen.
Zij diende twee moties in. De eerste motie verzoekt de minister om het weergeven van de doorleveringskosten van warmte/koude, in rekening gebracht door de verhuurder, verplicht te stellen op de factuur. Minister Wiebes ontraadde deze motie. De tweede motie verzoekt de minister om enkel toe te staan dat redelijk gemakte doorleveringskosten van de verhuurder aan de huurders in rekening gebracht mogen worden. Bij deze motie liet de minister het oordeel aan de Kamer.
Over de wetsvoorstellen
Implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas
Met dit voorstel wordt Europese wetgeving geïmplementeerd in de Elektriciteitswet en de Gaswet. Het gaat om een richtlijn over gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas, en over verordeningen over de oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators, over risicoparaatheid in de elektriciteitssector, over de interne markt voor elektriciteit, en over maatregelen om de gasleveringszekerheid veilig te stellen.
Implementatie richtlijn energie-efficiëntie
Doel van de wijzigingsrichtlijn is het behalen van het Europese streefdoel van 32,5% energiebesparing op het energieverbruik in 2030 ten opzichte van 2005. Energiebesparing is, naast de productie van duurzame energie, een belangrijke pijler voor de verduurzaming van de energievoorziening en is voor de Europese Commissie een centraal element in de toekomstige besluitvorming over investeringen in de Europese energie-infrastructuur. Deze richtlijn schrijft maatregelen voor om het energieverbruik van overheid, burgers en bedrijven terug te dringen en bevat eisen met betrekking tot energiemeters voor verwarming, koeling of warm water voor huishoudelijk gebruik.
Deel dit item: