De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) houdt dinsdag 30 juni een deskundigenbijeenkomst over de Wet digitale overheid.
Tijdens de deskundigenbijeenkomst geven deskundigen een inleiding waarna per blok ruimte is voor gedachtewisseling met de leden van de commissie.
De bijeenkomst is opgedeeld in vier blokken. In het eerste blok worden de privacy en bescherming van persoonsgegevens belicht, in het tweede blok de Wet digitale overheid als kaderwet en betrokkenheid van het parlement, in het derde blok komt de toegankelijkheid van de publieke dienstverlening aan bod en in het vierde en laatste blok staat de handhaafbaarheid van het wetsvoorstel centraal.
De deskundigenbijeenkomst wordt voorgezeten door senator Boris Dittrich, voorzitter van de vaste Kamercommissie BiZa/AZ.
De position papers vindt u hier.
De bijeenkomst wordt live gestreamd via deze link.
Programma 30 juni
09.30 - 10.00 uur - Thema 1: Privacy en bescherming van persoonsgegevens (o.a. dataminimalisatie, commercieel gebruik gegevens, centrale vs. decentrale opslag)
-
-Aleid Wolfsen (Autoriteit Persoonsgegevens)
-
-Vincent Böhre (Privacy First)
10.00 - 10.30 uur - Thema 2: De WDO als kaderwet en betrokkenheid van het parlement
-
-Pieter van Boheemen (Ratheanu Instituut)
-
-Peter van Lochem (oud-rector van de Academie voor Wetgeving).
10.30 - 11.00 - Thema 3: Toegankelijkheid van de publieke dienstverlening (inclusief aspecten als betaling en algoritmen)
-
-Lisanne Bos en Geke van Velzen (Stichting Lezen en Schrijven)
-
-Reinier van Zutphen (Nationale Ombudsman)
11:00-11:30 - Thema 4: Handhaafbaarheid in de breedste zin
-
-John Derksen (Agentschap Telecom)
-
-Lokke Moerel (hoogleraar Global ICT law, Universiteit van Tilburg & lid Cyber Security Raad)
Over het wetsvoorstel
Dit voorstel vormt een eerste tranche van regelgeving ten behoeve van de verdere digitalisering van de overheid op de verschillende niveaus. Het regeerakkoord 'Vertrouwen in de toekomst' van het kabinet-Rutte III is vastgelegd dat aanpassing aan de digitale samenleving van de overheid niet alleen noodzakelijk is, maar dat het ook mogelijkheden biedt voor een betere dienstverlening. Het kabinet ontwikkelt daartoe een brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus.
Het wetsvoorstel legt de basis voor die verdere digitalisering, waaronder regulering van de digitale overheid en meer in het bijzonder de generieke digitale voorzieningen in een gemeenschappelijke infrastructuur van de overheid. Het voorstel bevat de meest urgente onderwerpen van regelgeving, te weten:
-
-de bevoegdheid om bepaalde standaarden te verplichten in het elektronisch verkeer van de overheid;
-
-het stellen van regels over informatieveiligheid;
-
-de verantwoordelijkheid voor het beheer van de voorzieningen en diensten binnen de generieke digitale overheidsinfrastructuur (GDI);
-
-de digitale toegang tot publieke dienstverlening voor burgers (natuurlijke personen) en bedrijven (rechtspersonen en ondernemingen).
Het voorstel bevat kaders voor verdere ontwikkeling op basis van deze nu meest noodzakelijke maatregelen, maar biedt ook de basis voor verdere uitbreiding en verdere modernisering. Daarvoor bevat het wetsvoorstel vooral kaders die kunnen worden uitgewerkt in nadere regelgeving, die snel aangepast kan worden om ruimte te bieden voor verdere ontwikkeling van de digitale overheid, en biedt het ruimte voor innovatie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Deel dit item: