Initiatiefvoorstel Rijkswet inperking gevolgen brexit aanvaard



De Eerste Kamer stemde dinsdag 30 juni in met het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Sjoerdsma (D66), Asscher (PvdA), Van Otterloo (50PLUS), Van Wijngaarden (VVD) en Van Ojik (GroenLinks), over het inperken van de gevolgen van de brexit. De fracties van VVD, FVD, GroenLinks, D66, PvdA, SP, PvdD, 50PLUS, SGP, Fractie-Otten en OSF stemden voor, de fracties van CDA, PVV en ChristenUnie stemden tegen het wetsvoorstel.

Met dit voorstel krijgen Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen de mogelijkheid om de Nederlandse nationaliteit te behouden, of als een Britse nationaliteit al is verkregen, de Nederlandse nationaliteit terug te krijgen.

Een week eerder, tijdens het debat op 23 juni, toonde een groot deel van de fracties (VVD, FVD, GroenLinks, D66, PvdA, SP en 50PLUS) zich voorstander van het wetsvoorstel, zij het wel met enkele vragen. Alleen de fracties van CDA, PVV en ChristenUnie twijfelden over het wetsvoorstel. De PVV toonde zich daarbij de felste tegenstander omdat die fractie niet in de hand wil werken dat meer mensen als gevolg van dit wetsvoorstel twee paspoorten kunnen hebben.

De zorg van bijna alle fracties in de Kamer betrof de verhouding van het initiatiefwetsvoorstel tot het terugtrekkingsakkoord dat het Verenigd Koninkrijk met de Europese Unie heeft gesloten. Dit akkoord regelt de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk geregeld. Mocht in de uitvoering van het akkoord blijken dat deze rechten toch verslechteren, dan kan de Rijkswet bij koninklijk besluit in werking treden, om de positie van Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk te behouden door hen de mogelijkheid van de dubbele nationaliteit te bieden, aldus de initiatiefnemers.

Precies daar zit volgens de critici het probleem: het is niet duidelijk wanneer het wetsvoorstel in werking treedt. Volgens hen biedt het terugtrekkingsakkoord voldoende rechten voor de EU-burgers in het VK. De voorstanders van het initiatiefwetsvoorstel zijn daarvan echter niet zo zeker en zien het wetsvoorstel als een vangnet.

Behalve de initiatiefnemers nam ook staatssecretaris Broekers (Justitie en Veiligheid) deel aan het debat namens de regering. Staatssecretaris Broekers zei dat het kabinet moeite heeft met het wetsvoorstel omdat het rechtsongelijkheid in de hand werkt, namelijk dat voor een kleine groep de dubbele nationaliteit mogelijk wordt gemaakt, terwijl de Nederlandse wet uitgaat van enkelvoudige nationaliteit. Wel zei Broekers dat als de Eerste Kamer instemt met het voorstel de regering het zal uitvoeren wanneer de afspraken over de rechten van EU-burgers in het terugtredingsakkoord in de praktijk slechter blijken te zijn.


Deel dit item: