Eerste Kamer steunt wet die Tweede Kamerverkiezing in coronatijd regelt



De Eerste Kamer heeft dinsdag 26 januari ingestemd met de tijdelijke wet die de verkiezing voor de Tweede Kamer in coronatijd mogelijk maakt. Bijna alle partijen steunden het wetsvoorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties na het debat dat op dezelfde dag plaatsvond. Alleen de PvdD-fractie stemde tegen. De FVD-fractie was afwezig. Over drie moties, één van senator Van der Linden (Fractie-van Pareren) en twee van senator Nicolaï (Partij voor de Dieren), wordt dinsdag 2 februari gestemd.

Hoofddoel van het wetsvoorstel is om het in verband met de uitbraak van het coronavirus voor de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021 mogelijk te maken dat kiezers van 70 jaar en ouder hun stem per brief kunnen uitbrengen, en dat met name kiezers met een kwetsbare gezondheid de gelegenheid krijgen om gedurende twee dagen voorafgaand aan de 'reguliere' dag van de stemming hun stem in een stemlokaal uit te brengen. Ook wordt het aantal volmachten per persoon met één uitgebreid van twee naar drie.

Doel van deze extra mogelijkheden voor het uitbrengen van een stem is om kiezers zo veel mogelijk te spreiden en de drukte in de stemlokalen op de verkiezingsdag te verminderen. Kiezers die vanwege het coronavirus twijfelen over de gang naar de stembus op de verkiezingsdag, bijvoorbeeld vanwege een kwetsbare gezondheid, krijgen zo een extra alternatief om zelf hun stem uit te brengen.

Moties

Tijdens het debat zijn drie moties ingediend. De eerste motie, van senator Van der Linden (Fractie-van Pareren), verzoekt het kabinet om één of meerdere daarin gespecialiseerde externe partijen zo snel mogelijk onderzoek te laten doen naar alle nieuwe risico's op significante fraude die als gevolg van dit nieuwe briefstemmen worden geïntroduceerd en in kaart te (laten) brengen welke beheersingsmaatregelen worden genomen om die risico's zoveel mogelijk te beperken.

De tweede motie, van senator Nicolaï (PvdD), verzoekt de regering om op korte termijn bij het Outbreak Management Team (OMT) advies in te winnen over de vraag of het houden van de verkiezingen in maart 2021 verantwoord is met het oog op het voorkomen van verdere verspreiding van covid-19, en wekelijks aan het OMT te vragen het advies te actualiseren naar de stand van zaken op dat moment, en deze adviezen aan de Eerste Kamer te doen toekomen.

De derde motie, eveneens van senator Nicolaï, verzoekt de regering om te onderzoeken of bij uitstel van de verkiezingen de wet met spoed kan worden aangepast teneinde uitsluitend voor de Tweede Kamerverkiezing in 2021 voor een ieder de mogelijkheid te openen om per brief te stemmen.

Minister Ollongren ontraadde de drie moties. De Eerste Kamer stemt dinsdag 2 februari over de moties.

Impressie van het debat

De kritiek van GroenLinks-senator Ganzevoort richtte zich op de gehanteerde leeftijdsgrens van 70 jaar voor het stemmen per brief. GroenLinks is groot voorstander van briefstemmen, ook buiten coronatijd en gaat dat debat graag op een ander moment aan. Ganzevoort wilde van de minister weten of zij het ziet als eenmalige noodoplossing of als een pilot die kan bijdragen aan betrokkenheid bij de politiek. Ganzevoort had wel problemen met de afbakening. Voor de ene groep wordt deelname aan verkiezingen vergroot, voor anderen wordt deelname juist verkleind. Het onderscheid komt volgens Ganzevoort ongemakkelijk dicht in de buurt van de grens van rechtsstatelijke beginselen en is alleen als noodmaatregel te verdedigen.

PvdA-senator Koole sprak waardering uit voor de inzet van de regering om veilig te kunnen stemmen in coronatijd. Juist in tijden van crisis is het belangrijk dat het democratisch proces kan doorgaan, aldus Koole. Hij vroeg de minister hoe erg de situatie rondom corona moet zijn om de verkiezingen niet door te laten gaan. Wat zijn criteria om al dan niet een voorstel in te dienen om verkiezingen uit de stellen. Koole wilde ook weten of de minister bereid is om de bereidheid onder de bevolking om te gaan stemmen te onderzoeken. En hij wilde weten wat de regering gaat doen om potentiële thuisblijvers te motiveren alsnog te gaan. Tot slot vroeg Koole welke mogelijkheden de minister zag om gemeenten die niet voldoende vrijwilligers kunnen vinden te helpen.

Volgens SP-senator Janssen is het belangrijk dat iedereen die dat wil en kan veilig kan stemmen. Hij wees op een opmerking van de regering bij de indiening van het wetsvoorstel dat er een dringende noodzaak moet zijn om briefstemmen voor iedereen mogelijk te maken. Inmiddels zijn we verder in de tijd, aldus Janssen, en is er toch wel dringende reden om die groep groter te maken. Hij wilde weten wat voor de regering een dringende reden is. Hij riep de minister op om vandaag al te beginnen met voorbereiden van briefstemmen mogelijk te maken voor meer mensen dan alleen 70plussers. Hij vroeg de minister verder waarom gekozen is voor zo weinig mogelijk vroegstemlocaties. Volgens Janssen mogen financiële tekorten bij gemeenten geen beperkende reden zijn bij organisatie van deze verkiezingen. Hij vroeg de minister om de gemeenten op dit punt duidelijkheid te verschaffen.

50PLUS-senator Baay-Timmerman was verheugd met de verruiming van de mogelijkheden om te stemmen voor 70plussers. Vooralsnog lijkt uit onderzoek naar voren te komen dat ook 70plussers liever stemmen in een stembureau. Daarom vroeg senator Baay waarom een PCR-test niet verplicht is voor stembureauleden. Ook wilde zij weten hoe het terzijde leggen van briefstemmen in het stembureau ten behoeve van het briefstembureau zich verhoudt tot de opmerking dat deze juist niet worden meegeteld. Baay vroeg een bevestiging van de minister dat de briefstem kan worden afgeleverd bij stembureau en wordt meegerekend, omdat de kans bestaat dat kiezers niet het verschil zien tussen de twee soorten stembureaus.

Senator Van der Linden (Fractie-van Pareren) vroeg de minister of zij al een verlengingsvoorstel in de maak heeft. Hij wees op een gevaar dat briefstemmers onder druk kunnen worden gezet om een andere keus te maken, omdat zij het stembiljet op een andere plek kunnen invullen. Van der Linden vroeg verder aandacht voor grootschalige fraude die niet ondenkbaar is en kan leiden tot groot maatschappelijk ongenoegen over het kiesproces. Hij deed daarom twee voorstellen. Het eerste betrof een uitgebreid extern fraude assessment . Volgens Van der Linden is zo spoedig mogelijk onderzoek nodig naar de risico's van briefstemmen en de benodigde beheersmaatregelen en die uitkomsten ook publiek te maken. Het tweede voorstel betrof vergroten van de transparantie voorafgaand aan de verkiezingen door middel van een campagne over briefstemmen.

PVV-senator Van Hattem vroeg de minister of zij kon aangeven of bij de herindelingsverkiezingen in november - ook in coronatijd - de opkomst hoger of lager was dan bij reguliere verkiezingen. Ook wilde hij weten wat er gaat gebeuren als de avondklok dan nog geldt: kunnen mensen in maart ongestraft stemmen? Blijft stemmen tellen vrij toegankelijk ondanks de avondklok? Ook Van Hattem had vragen over eventuele fraude met briefstemmen: wat gaat de minister preventief doen om fraude met briefstemmen te voorkomen? Kan de minister aangeven wat ze gaat doen om zogenoemd family voting te voorkomen? Neemt minister preventieve maatregelen om ronselen te voorkomen? Kan de minister uitleggen waarom briefstemmen net zoals andere stemformulieren niet met de hand worden geteld, maar per computer?

D66-senator Dittrich vroeg of de minister de laatste stand van zaken kon geven met betrekking tot de voorbereidingen in de gemeenten. Dittrich is benieuwd hoe het briefstemmen gaat uitpakken en of het ook voor reguliere verkiezingen kan worden ingezet. Net als senator Ganzevoort was hij van mening dat daaraan wel een principiële discussie vooraf moet gaan. Met betrekking tot het vroegstemmen op maandag 15 en dinsdag 16 maart wilde hij zeker weten dat anderen dan kwetsbaren niet zullen worden weggestuurd. Hij vroeg de minister of alle stembureauleden daarover geïnformeerd zijn. Ten aanzien van de uitbreiding van het aantal volmachtsstemmen van 2 naar 3, gaat D66 ervan uit dat er scherp op wordt toegezien dat hiermee goed wordt omgegaan.

Senator Nicolaï (PvdD) zei mensen die het als een plicht voelen om te gaan stemmen heel goed te begrijpen. Tegelijk leveren de komende verkiezingen een risico op, aldus Nicolaï. Hij vroeg de minister wat het Outbreak Management Team (OMT) over dit grootste evenement in ons land zegt. Kan de minister aangeven wanneer advies wordt ingewonnen bij het OMT, vroeg Nicolaï. Hij zei verder dat kiesrecht een heilig recht is, waarbij de overheid de taak heeft het mogelijk te maken dat mensen dit recht kunnen uitvoeren. Hij wilde in dat licht weten waarom mensen hun stem en gegevens moeten delen in het geval van een volmacht. Hij vroeg de minister waarom mensen niet met hun Digid kunnen aangeven dat ze per brief willen stemmen. Over de leeftijdsgrens van 70 jaar zei Nicolaï dat juist bij kiesrecht het gelijkheidsbeginsel de basis is en dat de leeftijdgrens arbitrair is.

VVD-senator Van der Burg zei dat de angst om naar het stembureau te gaan vanwege corona goed is geadresseerd met het uitbreiden van het aantal volmachten en het stemmen per brief voor 70plussers. Van der Burg vindt het goed dat de minister aangeeft dat 15 en 16 maart bedoeld zijn voor kwetsbaren, maar dat iedereen kan komen stemmen. Tot slot wilde hij weten hoe met de avondklok zal worden omgegaan, mocht die op 15, 16 en 17 maart nog gelden.

Namens het CDA zei senator Rombouts dat zijn fractie achter deze voorstellen staat. Hij wees nog wel op de samenwerking met de gemeenten die uitvoering geven aan de organisatie van de verkiezingen. Rombouts vroeg de minister ruimte te geven aan degenen die het eigenlijke werk moeten doen en goede samenwerking te bevorderen, bijvoorbeeld door ruimte te geven voor initiatieven zoals drive-in stembureaus, en grote hallen zoals tijdens de herindelingsverkiezingen in november 2020.

Minister Ollongren zei in haar beantwoording dat het kabinet geen reden ziet om de Tweede Kamerverkiezing uit te stellen en dat alles is er altijd op gericht geweest om de verkiezingen te laten doorgaan. Volgens de minister zijn gemeenten tijdig en voortvarend begonnen met de organisatie. Het aantal stemlokalen blijft zeker op peil in vergelijking met de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2017.

De campagne voor het werven van stembureauleden en stemmentellers loopt goed. Over het geheel genomen is er landelijk een positief beeld. Wel zijn er gemeenten die op dit moment nog niet voldoende vrijwilligers hebben.

Ten aanzien van de vragen als de situatie met betrekking tot het coronavirus verder verslechtert zei de minister dat in een dergelijke onvoorziene toestand het kabinet weet wat het moet doen. Er zijn daarbij verschillende afwegingen. Belangrijk blijft daarbij het waarborgen van het verkiezingsproces, aldus Ollongren. Ze wilde die afwegingen dan ook niet verabsoluteren.

Als de avondklok eventueel wordt verlengd dan zullen daarvoor passende maatregelen worden bedacht. Maar de minister gaat er vooralsnog niet vanuit dat half maart verlenging van de avondklok nodig is.

Over het stemmen per brief zullen de betreffende kiezers uitgebreid worden geïnformeerd en hen zal het proces worden uitgelegd. Met betrekking tot de opmerkingen van sommige Kamerleden dat de leeftijdsgrens van 70 arbitrair is, zei minister Ollongren dat 70 jaar ook de leeftijdsgrens is die het RIVM hanteert voor de groep die veel kwetsbaarder is.



Deel dit item: