De Eerste Kamer is dinsdag in ruime meerderheid akkoord gegaan met een wetsvoorstel van minister Slob (Media) om de Mediawet te wijzigen met betrekking tot onder meer besturen van de publieke omroep en de positie van de Ster. De fracties van VVD, PVV, SGP, CDA, Fractie-Van Pareren, FVD, Fractie-Otten, SP, 50PLUS, OSF, D66, PvdD en ChristenUnie steunden het wetsvoorstel; de fracties van GroenLinks en PvdA stemden tegen. Een tussentijdse wijziging van het wetsvoorstel (novelle) werd dinsdag door de Eerste Kamer met algemene stemmen aanvaard.
Een motie van senator Van Kesteren (PVV) die de regering verzoekt om te onderzoeken in hoeverre de journalistieke norm en programmering bij de NPO daadwerkelijk een afspiegeling is van alle in de samenleving levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied, werd in ruime meerderheid verworpen. De motie kreeg alleen de steun van de fracties Van Pareren, FVD, Fractie-Otten en PVV.
Een motie van senator Vos die de regering verzoekt de bezuiniging (volgend uit wijziging grondslag indexatie STER-inkomsten - red.) te compenseren en net als in voorgaande jaren het volledige bedrag aan indexatie toe te kennen aan de NPO, verzoekt de regering om voorbereidingen te treffen om een nieuwe grondslag voor indexatie te ontwikkelen die ook rekening houdt met teruglopende STER-inkomsten, en verzoekt het parlement hierover te informeren voor 1 april 2021, werd aangehouden.
In het debat op 2 februari jl. stond een groot aantal van de woordvoerders stil bij het recente geweld tegen journalisten in Nederland. Inhoudelijk was de Kamer van mening dat een aantal voorgestelde wijzigingen verbetering van de Mediawet betekenen, maar op een aantal andere punten waren de aan het debat deelnemende Kamerleden zeer kritisch. Er was steun voor de voorstellen om de governance-structuur bij de publieke omroep te wijzigen. De kritiek van de Kamer richtte zich vooral op twee onderdelen van de wetsvoorstellen. Het eerste onderdeel betreft de dienstenprocedure rondom nieuwe aanbodkanalen. Het tweede onderdeel waarover de woordvoerder kritisch waren, betreft de wijziging van de grondslag voor de indexatie van Ster-inkomsten. Ook hier waren veel woordvoerders eensgezind in hun kritiek. Volgens hen leidt de wijziging van de grondslag tot een bezuiniging.
Over de wetsvoorstellen
In het eerste voorstel wordt de Mediawet op vijf punten aangepast: aanscherping van de procedure voor de instemming van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met een nieuw of significant gewijzigd aanbodkanaal; modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen van in de Mediawet 2008 geregelde organisaties; modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster; technische verbeteringen in verband met taken van het Commissariaat voor de Media en enkele andere technische wijzigingen.
Het tweede voorstel betreft een novelle die een toevoeging aan het eerste wetsvoorstel ongedaan maakt. De Eerste Kamer heeft 21 mei 2019 heeft de Eerste Kamer aan de Afdeling advisering van de Raad van State een voorlichting gevraagd in verband met het wetsvoorstel. Het door de Tweede Kamer aanvaarde amendement-Aartsen en Van der Molen regelt dat het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een omroepvereniging of samenwerkingsomroep onverenigbaar is met het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal; en dat het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een omroepvereniging of samenwerkingsomroep, onverenigbaar is met een bestuursfunctie of dienstbetrekking bij een politieke partij voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend.
Deel dit item: