Toegangsbewijzenwet en quarantaineplicht inreizigers aangenomen



De Eerste Kamer heeft dinsdag 25 mei ingestemd met twee coronawetsvoorstellen, het wetsvoorstel Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen, ook wel bekend als de testwet, en het wetsvoorstel Quarantaineplicht voor inreizigers uit hoogrisicogebieden. De fracties van VVD, CDA, GroenLinks, D66, ChristenUnie en OSF stemden voor de Toegangsbewijzenwet, de fracties van PvdA, Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD, FVD, Fractie-Otten, 50PLUS en SGP stemden daartegen. Vóór de quarantaineplicht stemden de fracties van VVD, CDA, GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie, 50PLUS en OSF , de fracties van PVV, Fractie-Nanninga, SP, PvdD, FVD, SGP en Fractie-Otten stemden tegen. De Kamer stemt dinsdag 1 juni over vijf tijdens het debat ingediende moties.

Met de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen worden de tijdelijke bepalingen in de bestrijding van covid-19 uitgebreid met de mogelijkheid om bij het treffen van maatregelen regels te kunnen stellen voor het tonen van een testbewijs waaruit blijkt of er op het moment van afname van de test een infectie was met het coronavirus. Met de quarantaineplicht wordt geregeld dat reizigers die in een aangewezen hoogrisicogebied zijn geweest en met eigen vervoer Nederland binnenkomen, ook verplicht kunnen worden bij die inreis een negatieve testuitslag te kunnen overleggen. Ten tweede voorziet dit voorstel in een algemene quarantaineplicht tot thuisquarantaine voor reizigers die uit een aangewezen hoogrisicogebied zijn gekomen.

In het debat werd ook de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) met drie maanden per 1 juni a.s. behandeld, en twee eerder door de Eerste Kamer aangenomen moties over zeggenschap van het parlement bij verlenging van de maatregelen (motie-Janssen c.s. en motie-De Boer c.s.). Minister Grapperhaus zegde toe voor de zomer met een wetsvoorstel te komen dat de zogeheten bepalende zeggenschap van beide Kamers der Staten-Generaal regelt.

De Eerste Kamer maakte zich in het ruim dertien uur durende debat met de ministers De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) onder meer zorgen over de inbreuk op grondrechten. Dat die inbreuk een jaar geleden is gepleegd kan de Kamer in de context van de situatie van toen begrijpen, maar inmiddels is de situatie dusdanig veranderd door de vaccinatiegraad en dalende besmettingscijfers, aldus diverse fracties in de Kamer. Om die reden stelde een aantal fracties de noodzaak voor de twee wetsvoorstellen ter discussie, evenals de verlenging van de Twm met drie maanden.

Zowel over de testwet als over de quarantaineplicht bleek een aantal fracties kritisch over het creëren van een tweedeling in de samenleving, bijvoorbeeld vanwege gebrekkige bereikbaarheid van testlocaties, en tussen mensen met een hoger inkomen die een boete voor het schenden van de quarantaineplicht wel kunnen en wíllen betalen en mensen met een lager inkomen die dit niet kunnen.

Moties

De eerste motie, van senator Otten (Fractie-Otten), verzoekt naar aanleiding van de kritiek van de Algemene Rekenkamer dat het ministerie van VWS het afgelopen jaar 5,1 miljard euro onrechtmatig heeft uitgegeven aan coronamateriaal, diezelfde Algemene Rekenkamer op grond van Artikel 7.23 van de Comptabiliteitswet op korte termijn een onderzoek in te stellen naar de doelmatigheid en de rechtmatigheid van de uit te geven bedragen direct of indirect verband houdende met de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen.

De tweede motie, van senator Van der Voort (D66), verzoekt de regering om een realistische ondergrens van de prevalentie van het aantal geschatte besmettelijke personen op te nemen voor coronatestbewijzen en andere maatregelen in het Stappenplan voor Opening van de Samenleving en in de bijhorende ministeriële regeling dan wel AMvB. Minister De Jonge liet bij deze motie het oordeel aan de Kamer

De derde motie, eveneens van senator Van der Voort, verzoekt de regering om vóór de zomer met een gedegen visie en toekomstplan voor de zorg te komen voor zowel de korte als de langere termijn en daarover de kamer te informeren. Minister De Jonge gaf ook deze motie het advies 'oordeel Kamer mee.

De vierde motie, van senator Karakus (PvdA), verzoekt de regering zorg te dragen voor de beschikbaarheid van voldoende controle-en handhavingscapaciteit om ten minste 90%, en zo mogelijk 100%, van de inreizigers uit hoogrisicogebieden te controleren. Minister De Jonge liet ook bij deze motie het oordeel aan de Kamer.

De vijfde motie, van senator Nanninga (Fractie-Nanninga), verzoekt de regering om beide wetten uiterlijk op 1 september 2021 te laten vervallen. Deze motie werd door minister De Jonge ontraden.

Impressie van het debat

GroenLinks

Senator De Boer ging namens de GroenLinks-fractie in op de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) en het wetsvoorstel voor de quarantaineplicht. Zij wilde weten of verlenging met drie maanden nodig is gezien de huidige dalende besmettingscijfers en stijgende vaccinatiegraad. De Boer vroeg of de regering heeft overwogen met één of twee maanden te verlengen, tot 1 juli of 1 augustus. Ze noemde de geldende anderhalvemetermaatregel alleen al een grote inbreuk. Ook deze maatregel moet vervallen zodra het kan, als het aan GroenLinks ligt ook per 1 september. De Boer vroeg de regering toe te zeggen dat over een eventuele volgende verlenging van de Twm desgewenst een debat kan worden gevoerd met de regering. Ook vroeg zij om een toezegging dat bij een structurele voortzetting van coronamaatregelen parlementaire controle kan worden geborgd. Volgens De Boer is de quarantaineplicht minder ingrijpend dan een vliegverbod. De effectiviteit van een sanctie wordt vergroot door een combinatie van de pakkans en de hoogte van de boete. De lage boete zal de quarantaineplicht daarom niet effectief maken en bovendien discriminatoir, aldus De Boer. Mensen met een hoger inkomen kunnen voor de boete kiezen om de quarantaine over te slaan, terwijl mensen met een lager inkomen die - ongewenste - mogelijkheid niet hebben.

Ook haar fractiegenoot Kluit wees erop dat in Nederland al veertien maanden zeer generieke vrijheidsbeperkende maatregelen gelden. GroenLinks is voorstander van verplichte toegangstesten wanneer de situatie daartoe noodzaakt. Vanwege de grondrechten en het risico op uitsluiting moet het voorstel wel effectief zijn, aldus Kluit. Volgens haar moet duidelijk zijn onder welke voorwaarden het kabinet de testwet proportioneel kan inzetten. Op voorhand moet helder zijn welke stap wanneer wordt genomen: ondanks het openingsplan van het kabinet maakt datzelfde kabinet soms andere keuzes. Ook vroeg Kluit aandacht voor de infrastructuur van de testlocaties. Het is volgens haar belangrijk dat de infrastructuur laagdrempelig is, de huidige structuur is niet toereikend. Tot slot vroeg zij of de minister van plan is om het Europese Digital Green Certificate ook in Nederland in te zetten als toegangsbewijs.

SP

Senator Janssen begon zijn bijdrage met het vragen van aandacht voor grondrechten. Als een inbreuk op grondrechten onontkoombaar is in de bestrijding van een pandemie, dan moet het besef blijven dat het nooit normaal mag worden, aldus Janssen. Tot nu toe is er volgens hem reden voor zorg op dit punt en ziet hij ook bij deze twee wetsvoorstellen weer verdere inperkingen. Ook staat de tijdelijkheid van de Twm onder druk. De tijdelijke wet mag niet permanent worden, aldus Janssen. Volgens hem is er een nieuwe proportionaliteitstoets nodig vanwege de sterk gewijzigde omstandigheden door vaccinaties en lagere besmettingscijfers. Een aantasting van grondrechten moet altijd zo kort als nodig duren. Wat de SP betreft is de nu voorgenomen verlenging per 1 juni de laatste verlenging.

Over het wetsvoorstel voor de toegangsbewijzen betwijfelde Janssen of het wetsvoorstel klaar is om kwalitatief goed uitgevoerd te worden. Zo is geen van de testaanbieders gecertificeerd. Daarbij lijkt het de SP overbodig een dure testinfrastructuur op te tuigen die wellicht op korte termijn al niet meer nodig zal zijn. Met betrekking tot de quarantaineplicht wilde hij weten wat er veranderd is ten opzichte van januari jl. toen het kabinet zei dat een quarantaine alleen goed werkt als zeker is dat niemand uit quarantaine gaat. Daarbij toonde Janssen zich verontrust over de situatie van asielzoekers, statushouders en arbeidsmigranten. Ten aanzien van de laatste groep wilde hij weten op welke wijze die in staat wordt gesteld om in quarantaine te gaan, omdat arbeidsmigranten vaak geen zelfstandige woning hebben, en wanneer zij in quarantaine moeten geen inkomen krijgen en dan een dak boven hun hoofd kwijtraken.

50PLUS

Senator Baay-Timmerman zei dat haar fractie de afgelopen maanden veel maatregelen heeft gesteund, zelfs de coronamelder waarover 50PLUS grote twijfels had. Het wordt volgens Baay steeds waarschijnlijker dat corona onder ons zal blijven, niet in de ontregelende vorm als in 2020, maar wel als endemische ziekte. Maar een endemische ziekte is geen argument voor deze beperkende maatregelen, aldus Baay. Ze zei dat er in de samenleving veel weerstand is tegen de testwet. De burger ziet dit opnieuw als een inperking en ervaart het niet als meer vrijheid. Geen enkele test is honderd procent accuraat. Daarbij komt dat je allerlei handelingen op een smartphone moet verrichten die voor bepaalde groepen onuitvoerbaar zijn. Wet dwingt, praktische uitvoering wringt, volgens Baay. 50PLUS vindt het meer dan redelijk dat mensen die volledig gevaccineerd zijn, uitgezonderd worden van de quarantaineplicht. Baay had zorgen over de handhaafbaarheid. Een belteam van tien personen is volgens haar niet erg realistisch als er veel toeristen komen in het zomerseizoen. Over de Twm zei Baay dat verlenging alleen kan als er nog een directe dreiging bestaat van een pandemie. Nu lijkt het alsof de verzochte verlenging gericht is op vermijden van risico. Ze vroeg de minister nog eens in te gaan op het argument van directe dreiging. Tot slot wilde Baay weten hoeveel verlengingen van een tijdelijke wet toelaatbaar zijn: is dat oneindig of gelimiteerd?

CDA

Senator Prins vond het coronabeleid van de regering weinig proactief. Het voorsorteren op mogelijkheden had al eerder onderwerp van gesprek kunnen zijn, zei zij. In een jaar van crisis en onzekerheid is het stapelen van maatregel op maatregel begrijpelijk, maar inmiddels bevinden we ons niet meer in een crisissituatie, aldus Prins. Het is volgens haar dus tijd voor nadenken over een toekomstvisie waarbij wordt uitgegaan van een samenleving met virussen. Op die manier komen we weg van tijdelijke wet- en regelgeving. Het CDA onderschrijft de verlenging met drie maanden, maar wel met de nadruk dat waar het kan, maatregelen worden afgeschaald. Over toegangsbewijzen zei Prins dat die heel praktisch gezien een extra inspanning zijn. Velen laten zich vaccineren als ze op reis gaan naar een tropisch land. En dan nemen ze de vaccinaties op de koop toe. Ze vroeg zich hardop af of dat dan ook niet zal gelden voor toegangsbewijzen. Verder wilde Prins weten of het niet mogelijk is om bijvoorbeeld musea een keus te geven: of een strak protocol of testbewijzen? Dit is ook een oproep van de sector zelf. Het CDA uitte zorgen over de uitvoerbaarheid van het Digital Green Certificate, onder meer omdat van één miljoen Nederlanders gegevens missen bij het RIVM. Prins wilde ook weten hoe de minister digitale veiligheid van de persoonsgegevens kan garanderen. Over de quarantaineplicht zei zij tot slot dat ze er begrip voor had dat reizigers uit de aangewezen gebieden in quarantaine moeten.

PVV

Senator Van Hattem zei dat Nederland zijn vrijheid terug wil en dat veel sectoren al verantwoord open kunnen. Volgens hem moeten we werken aan de terugkeer naar het oude normaal. Wat de PVV betreft kunnen coronamaatregelen in de buitenlucht al worden opgeheven. Van Hattem vroeg de minister waarom hij geen toetsbare indicatoren heeft genoemd als basis voor de verlenging van de maatregelen, en waarom hij niet uitgaat van de meest actuele gegevens (die lager zijn dan de cijfers bij het schrijven van de wet enkele weken geleden - red.) 'Niets is zo permanent als een tijdelijk overheidsprogramma', verwees hij naar Milton Friedman.

Zijn fractiegenoot Van Strien haalde de overlijdensstatistieken aan. Hij zag daarin dat er sprake is van oversterfte, significant boven de 65 jaar. Daarmee is er volgens hem een basis voor maatregelen. Maar de effectiviteit van maatregelen zoals de avondklok is niet bewezen, aldus Van Strien. Hij wees er verder op dat er één ding is waarvan we wel weten dat het werkt: vaccineren. In plaats van een efficiënt vaccinatieprogramma op te zetten en iedereen zo snel mogelijk te vaccineren, heeft het kabinet zich vooral gericht op vrijheidsbeperkende maatregelen, zei Van Strien. Om onduidelijke redenen werd tijdelijk gestopt met het vaccineren met het vaccin van Astra Zeneca, met als gevolg dat sommige mensen zich niet meer durven te laten vaccineren, aldus Van Strien. Zodra de gewenste vaccinatiegraad is bereikt, dient de overheid te stoppen met vrijheidsbeperkende maatregelen en kunnen de testbewijzen stoppen, besloot hij.

D66

Senator Van der Voort zei dat de ervaring - hij is intensivist en epidemioloog - leert dat een pandemie altijd meerdere jaren duurt. Hij vroeg de minister waarom het kabinet en het RIVM dan niet vanaf het begin verwachtingen hebben gemanaged dat de corona-epidemie enkele jaren zou gaan duren. Hoe kunnen wij er verzekerd van zijn dat de toepassing en invulling van de maatregelen is afgestemd op de stand van de pandemie: met andere woorden, moeten steeds de gehele wet verlengd worden, zo vroeg Van der Voort. D66 wil dynamisch beleid dat is aan te passen aan de situatie. Niet alleen de inzet van coronatoegangsbewijzen, maar alle stappen in het stappenplan voor de opening van de samenleving zouden op basis van de epidemiologische situatie moeten worden gezet. Dat doet de regering ook, alleen is men daar vooraf niet duidelijk over, aldus Van der Voort. Van der Voort vraagt de regering om langetermijnbeleid. Na de zomer zal de vaccinatiegraad 70 procent zijn; 30 procent van de Nederlanders blijft vatbaar voor infectie. Er is langetermijnbeleid voor de zorg nodig zodat die kan meebewegen met de mogelijke druk, bepleitte Van der Voort. De toon van het kabinet over cultuur heeft D66 zeer bedroefd. De fractie bepleitte daarom het versneld openstellen van musea.

Senator Backer sloot zich ten aanzien van de quarantaineplicht aan bij veel vragen die senator Janssen (SP) eerder stelde. Over de testwet zei Backer dat het wetsvoorstel door amendementen van de Tweede Kamer is verbeterd. Het wetsvoorstel is in essentie ingediend om sectoren weer te kunnen openen, uitgaande van de situatie waarin we nu zijn, aldus Backer. Met betrekking tot de rechtmatigheid van de tijdelijke wetten zei hij dat Nederland in een situatie van een algehele lockdown is geweest, die D66 heeft gesteund, maar wel met kanttekeningen. Volgens Backer is het niet vruchtbaar om die oude discussie opnieuw te voeren. De testen moeten zeer betrouwbaar zijn en representatief. Backer heeft gekeken in de OMT-adviezen of er andere keus had kunnen worden gemaakt, maar dat kan eigenlijk alleen als iedereen gevaccineerd is. De hamvraag volgens Backer is of gevaccineerden wachten tot openstelling van de samenleving totdat iedereen gevaccineerd is. Dat is een vorm van omgekeerde solidariteit die D66 niet steunt. Hij vroeg tot slot aandacht voor het risico waaraan personeel in ondernemingen, horeca en theaters wordt blootgesteld wanneer niet-gevaccineerde en/of besmette personen binnen kunnen komen.

ChristenUnie

Senator Verkerk concentreerde zich op de vraag hoe het kabinet naar de toekomst kijkt, met name de periode na de zomervakantie. Vanuit die vraag keek hij ook naar de werking van de Twm en de andere twee wetsvoorstellen. Was de scherpte van de Twm nodig? Om antwoord op die vraag te krijgen is een evaluatie van de coronacrisis nodig. Verkerk vroeg of de minister kon toezeggen dat er zo'n onafhankelijk onderzoek komt. Als het verloop van de coronacrisis gelijk zou zijn aan vorig jaar, dan zou het nu beter moeten zijn, omdat veel mensen inmiddels gevaccineerd zijn. Als de cijfers laag zijn dan kunnen we meebewegen met de epidemie, zei Verkerk. Hij vroeg of de minister bereid is om een meer regionaal beleid te voeren, om tot meer regionale lockdowns te komen. De ChristenUnie is akkoord met een verlenging van de tijdelijke wet maatregelen met drie maanden, omdat de kans op besmettingen nog te groot is. Maar dat betekent niet dat de ChristenUnie met elke verlenging meegaat. Zouden we niet moeten komen tot een gedegen wettelijke structuur, vroeg Verkerk. Hij begrijpt de noodzaak van de wet toegangsbewijzen. Het is een noodzakelijkheid dat de samenleving weer open gaat waarbij tegelijkertijd geen tweedeling in de samenleving wordt gecreëerd. Hij vroeg de minister of het testbeleid zo ingericht kan worden dat de vals-positieven zo klein mogelijk zijn. Ook vroeg Verkerk wat de FieldLabs ons hebben geleerd. Hij besloot zijn inbreng met te zeggen dat het in een samenleving nooit vanzelfsprekend kan zijn dat de vrijheid van de een kan leiden tot inperking van de vrijheid van de ander.

OSF

Senator Raven vroeg naar aanleiding van het besluit van de Amerikaanse president Biden dat gevaccineerden in zijn land geen mondkapje meer hoeven te dragen, op welk moment het kabinet hier de mondkapjesplicht voor Nederlandse gevaccineerden afschaft. De testwet mengt zich volgens Raven weliswaar in een aantal grondrechten, maar doet dit juist om méér vrijheid aan burgers terug te geven. De wet heeft tot doel om weer meer mogelijk te maken in de samenleving, mits die testen geen sociale ongelijkheid tot gevolg hebben en voor iedereen toegankelijk zijn. De OSF is daarom voorstander van de testwet en gaat ervan uit dat deze wet maximaal drie maanden geldt. Raven verzocht de minister om voor september 2021 een evaluatie aan de Kamer aan te bieden en de noodwetgeving, mede gezien de inperking van sommige grondrechten, zo spoedig mogelijk in te trekken. Hij vroeg de minister verder of hij al een uitvoeringsregeling voor ventilatie van ruimten heeft. Tot besluit riep hij iedereen dringend op om in het belang van de samenleving mee te werken aan het bestrijden van de pandemie en de noodzakelijke gezondheidsmaatregelen te nemen.

Fractie-Otten

Volgens senator Otten is de samenvatting van het Nederlands coronabeleid: van too little too late , naar too late too much . Hij noemde de testwet 'mosterd na de maaltijd'. Volgens Otten moet op dit moment het vaccinatiebeleid worden versneld om zo corona onder controle te krijgen. De Fractie-Otten heeft eerder al tegen de Twm gestemd omdat deze wet niet proportioneel is en zal ook tegen deze verlenging stemmen. Met betrekking tot de toegangsbewijzen wees Otten er op dat deze wet ook een miljard euro aan kosten met zich mee brengt, waarbij het geld loopt via een stichting die niet aan democratische controle onderhavig is. Volgens Otten moet doelmatigheid voorop staan bij bestrijding van de coronapandemie. Naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer op Verantwoordingsdag wilde Otten dat minister De jonge per direct onder curatele wordt gesteld. Tot slot wil de Fractie-Otten dat de vaccinatiebereidheid omhoog gaat.

SGP

Senator Van Dijk stelde dat een overheid haar grenzen moet kennen. Volgens hem is vooral vanuit het oogpunt van de zorg en sociaaleconomisch gelukkig het einde in zicht. Maar gelukkig is dat ook reden om een einde te maken aan ingrijpende maatregelen. Zodra de situatie het toelaat moet de overheid terugtreden, aldus Van Dijk. Hij vond het daarom opvallend dat de overheid juist nu met deze ingrijpende en kostbare maatregelen komt. Komen de huidige voorstellen niet als de befaamde mosterd na de maaltijd, vroeg hij in navolging van senator Otten. De SGP staat 'kritisch voorgesorteerd' ten aanzien van deze twee wetsvoorstellen. Van Dijk vroeg of het kabinet niet al voldoende instrumenten heeft om ons door deze pandemie te leiden. Over de controle zei hij dat die via belteams plaatsvindt, maar wie niet bereikbaar is krijgt geen boete. Grootschalig testen van mensen zonder indicatie is niet doelmatig, volgens Van Dijk. Hij vroeg of het kabinet in staat is om de wetsvoorstellen nog eens met de cijfers van nu (eind mei) te bekijken en vervolgens af te zien van de voorgestelde maatregelen. De proportionaliteit en effectiviteit zijn volgens de SGP niet vastgesteld. Stop al het geld alle inzet in het sneller openen van de samenleving voor alle inwoners en voor alle sectoren, besloot Van Dijk.

PvdA

Senator Karakus, die zijn maidenspeech hield, zei dat de zorg van de PvdA is dat met verlenging van de Twm vanzelfsprekendheid komt. Volgens Karakus dreigt een gebrek aan democratische controle. De PvdA wil voorkomen dat de Twm een structureel karakter krijgt. Karakus vroeg of de regering kan toezeggen dat er in de toekomst een andere wettelijke grondslag voor coronamaatregelen komt. Hij wilde weten of de regering nu dezelfde afweging zou maken als een half jaar geleden. De tijdelijke wet voldoet nu niet meer voor de aanpak van de pandemie, aldus Karakus. De PvdA-fractie staat volledig achter het doel voor verdere verspreiding en import van het virus, maar wil wel weten wat de quarantaineplicht precies inhoudt. De maatregel moet wel duidelijk en uitvoerbaar zijn, aldus Karakus. Hij wees erop dat er veel uitzonderingen zijn. Elke uitzondering op de regel zorgt voor meer onduidelijkheid in de uitvoering. Hij vroeg verder of de afschrikkende werking van de boete en de pakkans voldoende zijn. In navolging van GroenLinks vreest hij dat de plicht ongelijkheid creëert. Over de testwet zei Karakus dat het aan de ene kant versoepelen van de maatregelen en aan de andere kant een situatie creëren met toegangsbewijzen niet valt uit te leggen. Waarom kunnen niet onder dezelfde voorwaarden op alle plekken mensen worden ontvangen, vroeg hij. Kan de regering de voorwaarden die gelden voor binnenlocaties, zoals winkels, gelijk trekken voor bijvoorbeeld horecagelegenheden en de cultuursector, zo wilde hij weten. De PvdA pleit ervoor eerst alternatieven te bekijken en te beoordelen.

VVD

Senator De Bruijn-Wezeman vroeg de minister, in navolging van senator Prins (CDA), te reflecteren of er niet meer proactief kan worden opgetreden. In aanvulling daarop vroeg zij of de Twm genoeg ruimte biedt voor proactief optreden zodat spoedprocedures niet nodig zijn en tijdig kan worden begonnen met wetgevingstraject. Wanneer ten gevolge van vaccinatie veel minder mensen ziek zullen worden of overlijden, dan is het de vraag of de maatregelen via de Twm nog wel proportioneel zijn, volgens De Bruijn. Zij besloot met de vraag in hoeverre de vaccinatiebereidheid van mensen de inperking van vrijheden van veel andere mensen mag betekenen.

Senator Keunen die zijn maidenspeech hield, zei dat het beperken van de vrijheid om de volksgezondheid te beschermen is opgenomen in onze Grondwet. De VVD begrijpt dat ingrijpende wetsvoorstellen nodig zijn. Volgens Keunen zijn beide wetsvoorstellen aanmerkelijk verbeterd door amendementen en moties in de Tweede Kamer. Hij vroeg of het niet verstandig is om het gezondheidsbeleid te verbreden en te verdiepen, bijvoorbeeld door het instellen van een Chief Health Officer . Hij riep het kabinet verder op om publieksvoorlichting af te stemmen op doelgroepen, zeker nu blijkt dat mensen aangeven dat zij na volledige vaccinatie de basismaatregelen los zullen laten. Doelgroepenbeleid is volgens Keunen nodig om mensen te bereiken en te overtuigen zich te laten vaccineren. Over de quarantaineplicht zei hij dat alle reizigers een besmettingsbron kunnen zijn, niet alleen reizigers uit hoogrisicogebieden. Op grond van welke criteria worden landen als hoogrisicolanden aangewezen en wordt dit afgestemd met andere EU-landen wilde Keunen weten. Met betrekking tot de testwet wees hij erop dat de testen door een amendement van de Tweede Kamer gratis zijn. Het lijkt Keunen niet onredelijk om, nadat iedereen die dat wil gratis door de overheid is gevaccineerd, een eigen bijdrage te vragen voor toegangstesten bij grote evenementen waar duizenden mensen op afkomen, met uitzondering van die burgers die niet gevaccineerd mogen worden en burgers die corona hebben doorgemaakt. Over de testinfrastructuur vroeg hij tot besluit of de testlocaties echt voor iedereen - dus ook mensen zonder auto - bereikbaar zijn.

PvdD

Senator Nicolaï zei dat de regering door het ontbreken van toegankelijke testvoorzieningen een systeem creëert waarin mensen worden voorgetrokken. Mensen die nog niet zijn gevaccineerd of niet gevaccineerd willen/kunnen worden uitgesloten in het voorgestelde systeem, volgens hem. Maatregelen moeten proportioneel en noodzakelijk zijn. De quarantaineplicht voldoet evident niet aan eisen van bijvoorbeeld uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, aldus Nicolaï. Het kabinet wil de quarantaineplicht invoeren om vliegverboden op te heffen. Het OMT is hiertegen, onder andere vanwege de uitvoerbaarheid. De PvdD ziet een aantasting van de grondrechten. De Wet publieke gezondheid kende al verregaande maatregelen (bijvoorbeeld isolatie). Volgens Nicolai stelt de Raad van State terecht dat we een grens overgaan wanneer we iemand verplichten zich op te sluiten terwijl hij/zij geen symptomen heeft. De omkering van de bewijslast is de kern van de quarantaineverplichting, aldus Nicolaï. Gezondheid is met dit wetsvoorstel niet langer verondersteld, maar moet bewezen worden, besloot hij zijn betoog.

Fractie-Nanninga

Senator Nanninga zei dat de voorliggende maatregelen alleen maar nodig lijken omdat vaccinaties maar niet opschoten. De minister probeert volgens haar met dit soort voorstellen zijn eerder gemaakte fouten te herstellen. Het gemak waarmee de regering inbreekt op grondrechten en het gemak waarmee sommige partijen hiermee instemmen, heeft Fractie-Nanninga verbaasd. Ze heeft grote zorgen over de tijdelijke aard van deze wet. Er dient een harde einddatum aan te komen. Haar fractie ziet geen gronden om voor de testwet te stemmen. Volgens Nanninga komt de quarantaineplicht neer op huisarrest. Huisarrest kon voor de coronacrisis alleen door de rechter worden opgelegd. Met betrekking tot de uitvoerbaarheid vroeg Nanninga hoe je van kerngezonde mensen kunt verwachten dat ze vijf dagen thuis gaan zitten. Verder wilde ze weten hoeveel het wetsvoorstel gaat kosten en hoe hoog de boetes zijn. Fractie-Nanninga zal ook tegen dit wetsvoorstel stemmen. Tot slot liet Nanninga weten dat haar fractie tegen de verlenging van de Twm is, ook al werd over die verlenging niet gestemd.

Beantwoording door de regering

Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid)

Het kabinet heeft gezocht naar verantwoorde versoepelingen, aldus Grapperhaus. Ook zijn al eerder risico's genomen, zoals het openen van de scholen. Dat leidde ook aantoonbaar tot toename van het aantal besmettingen. Verlenging van de Twm met drie maanden is lastig, erkende hij, omdat toch ook het einde in de verte te zien is. Over de zogeheten bepalende zeggenschap van het parlement bij een volgende verlenging zegde hij toe dat het kabinet meer recht gaat doen aan de wensen van de Eerste Kamer. Grapperhaus zei dat het kabinet de variant-De Boer (delegatie bij wet) nog voor de zomer gaat regelen in een wetsvoorstel. Hij is het eens met de Kamer dat het inperken van grondrechten zoals in de Twm mag niet de norm zijn.

Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Minister De Jonge zei dat er een afspraak is met de zorg dat het kabinet geen domme dingen doet in het zicht van de haven. Tegelijk is er een afspraak met de samenleving dat maatregelen niet langer in stand worden gehouden dan strikt noodzakelijk.Als we kijken naar ziekenhuiscijfers kijken dan zitten we nog op risiconiveau 4, drie regio's gaan naar niveau 3, aldus De Jonge. Er is afgesproken dat we verder gaan afschalen als het hele land op niveau 3 zitten. De mondkapjesplicht is niet opgenomen in het openingsplan, en dat is een omissie, erkende hij. Hij zegde toe dat dat alsnog zal gebeuren, maar dat het kabinet voorlopig nog wel vasthoudt aan de mondkapjesplicht. Onderling gebeurt het al wel in bijvoorbeeld verpleeghuizen, maar niet in het openbare leven omdat dat niet kan worden gehandhaafd.

Over de testwet zei De Jonge dat wanneer musea de anderhalvemeter kunnen handhaven zij ook open kunnen zonder toegangsbewijs. Zo is de wet volgens hem ook ingericht. Volgens de minister is de quarantaineplicht het meest effectieve middel om het virus niet te importeren. Als je de plicht echt proportioneel wilt maken moet de plicht niet voor alle inreizigers zijn, maar alleen voor hoogrisicogebieden. Vandaar dit wetsvoorstel.

Het verwijt dat geld onverantwoord is uitgegeven stak De Jonge. Hij zei dat hij altijd heeft aangegeven dat dit type uitgaven in zo'n korte termijn te doen volgens alle rechtmatigheidseisen, onmogelijk was. Hij vond dat de context waarin VWS heeft geopereerd moet worden meegewogen.

Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat)

Het verschil tussen de quarantaineplicht en het vliegverbod is dat de laatste alleen voor vliegen geldt, zei minister Van Nieuwenhuizen. De quarantaineplicht is voor alle vervoer: het is effectiever en meer proportioneel. Het vliegverbod blijft gewoon in de instrumentenkoffer indien nodig en kan ook snel worden ingezet. Via de campagne 'Wijs op reis' blijft het kabinet benadrukken dat het niet verstandig is op vakantie te gaan naar hoogrisicogebieden. Vakantie is immers geen noodzakelijke reis, aldus Van Nieuwenhuizen.



Deel dit item: