Debat over wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 8 juni met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017. De Kamer stemt dinsdag 15 juni over het wetsvoorstel.

De meeste aan het debat deelnemende fracties noemden de voorgestelde wijzigingen een verbetering ten opzichte van het bestaande wetsvoorstel, beter bekend als de 'sleepwet', dat in 2018 in een raadgevend referendum was afgewezen door de bevolking. Wel uitten de senatoren dinsdag zorgen over het verzamelen, het bewaren en vooral het delen van bulkdata met buitenlandse inlichtingendiensten. De Kamer had behalve over de bulkdata ook veel vragen over de toezichthoudende instanties en een recente evaluatie van de wet.

Over het wetsvoorstel

Op 21 maart 2018 vond een raadgevend referendum over de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) plaats. 49,44% van de bevolking heeft tegen de wet gestemd, 46,55% voor en 4,03% blanco. Daarmee is er sprake van een zogeheten afwijzende uitspraak. De uitslag van het referendum heeft de regering ertoe gebracht om de waarborgen van de wet op onderdelen te verduidelijken en de ruimte die de wet in de uitvoeringspraktijk biedt zo nodig in te perken. Daartoe hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie beleidsregels vastgesteld, die op 1 mei 2018 in werking zijn getreden. De beleidsregels gaan over het zo gericht mogelijke inzetten van bijzondere bevoegdheden en het wegen van samenwerking met buitenlandse diensten. Beide beleidsregels zijn opgenomen in dit wetsvoorstel, waarmee zij een wettelijke grondslag krijgen. Verder bevat het wetsvoorstel de mogelijkheid tot benoeming van plaatsvervangende leden van de Toetsingscommissie inzet bevoegdheden (Tib) die - bij verhindering of ontstentenis van een van de leden - deze kunnen vervangen. Dat was over het hoofd gezien in de Wiv 2017.

Impressie van het debat

PVV-senator Van Hattem zei in het debat dat uit de evaluatie is gebleken dat de minister haast heeft gehad bij het invoeren van de wet en dat de diensten het zelf niet konden bolwerken. Voor de PVV moet zorgvuldigheid altijd vooropstaan. Van Hattem vroeg of de minister kon aangeven waarom de wet zo gehaast ingevoerd en geïmplementeerd is: 'Had daar niet kritisch naar moeten worden gekeken?' Volgens hem wordt het werk van de diensten nu juist te grabbel gegooid door het demissionaire kabinet met het recente terughalen van een naar terroristisch gebied in Syrië uitgereisde vrouw en drie kinderen. Dankzij de inlichtingendiensten zijn deze mensen in het vizier gekomen, maar door het terughalen is dat werk verspilde moeite, aldus Van Hattem. Volgens hem wordt het gevaar van de islam door de AIVD met fluwelen handschoenen aangepakt. De PVV-senator wees verder op het argument van de minister dat draagvlak voor dit wetsvoorstel is verkregen door middel van de internetconsultatie. Volgens Van Hattem is een internetconsultatie niet bedoeld voor breder draagvlak en worden burgers hiermee niet actief bevraagd. De PVV pleit voor het opnieuw houden van een raadgevend referendum. Van Hattem: 'Dit wetsvoorstel is een gedrocht en komt absoluut niet tegemoet aan de wens van de Nederlandse kiezers.'

Voor PvdD-senator Nicolaï staan met betrekking tot dit wetsvoorstel de vragen centraal of wij onze medeburgers nog vertrouwen en of wij uitgaan van de onschuld van mensen. Hij wees op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat uitgaat van onschuldige burgers en niet van het tegendeel (eerst onschuld bewijzen). Nicolaï vroeg of we niet eerst de fundamentele vraag moeten stellen of een sleepwet als zodanig wel past bij een samenleving waarbij onschuld van de burgers voorop staat. Hij vroeg of de minister drie voorbeelden kon noemen van een belangrijke actie van de AIVD of MIVD als zij de zogeheten sleepwet (Wiv 2017) - waarbij bulkdata worden verzameld - niet hadden mogen hanteren en gebruik hadden moeten maken van andere beschikbare middelen. Verder wilde Nicolaï weten of de minister bereid is om een extern en onafhankelijk onderzoek te laten doen of de Wiv voldoet aan de eisen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt, en of zij bereid is de Kamer over die uitkomsten te informeren. Het Hof deed onlangs uitspraak in twee rechtszaken over het verwerven van bulkdata. Tot slot wees Nicolaï op de commissie van toezicht op de Wiv 2017. Hij noemde deze 'powerloos' en wilde weten waarom de commissie geen doorzettingsmacht wordt gegeven. De minister volgt toch al de aanbevelingen indien de commissie oordeelt dat de Wiv onrechtmatig is ingezet, aldus Nicolaï.

PvdA-senator Koole, die ook namens de GroenLinks-fractie sprak, wees erop dat mogelijke wetswijzigingen die voortkomen uit de evaluatie nu niet aan de orde zijn. De PvdA en GroenLinks vinden goed functionerende inlichtingendiensten belangrijk, maar wat uit een kranteninterview met de toezichthoudende instanties naar voren kwam, vinden zij echter zorgelijk. Koole vroeg de minister of de regering de twee wijzigingen, het zo gericht mogelijk inzetten van bijzondere bevoegdheden en de samenwerking met buitenlandse diensten, ook verbeteringen vindt. En als zij het hierover met de fracties eens, is zij het dan ook eens dat het referendum ook goede dingen heeft opgeleverd en van waarde is, vroeg hij vervolgens. Terecht gaf Koole aan dat aan de AIVD en MIVD zware eisen gesteld ten aanzien van de bescherming van de privacy van burgers, maar buitenlandse diensten daar niet aan zijn gebonden. Hij vroeg of de overheid niet met een algemeen raamwerk voor dataverzameling komen moet komen en hoe de AIVD en MIVD dan binnen dat raamwerk passen. Tot slot wilde Koole weten hoe het in zijn algemeenheid zit met de capaciteit van de toezichthouders en de diensten. 'Gebrek aan capaciteit mag goed werk door de diensten nooit in de weg staan,' aldus Koole.

Volgens D66-senator Dittrich zorgt dit wetsvoorstel voor een wettelijke grondslag van de beleidsregels die al twee jaar worden toegepast. Hij noemde de vervangingsregeling in de toezichthoudende commissie een goede wijziging. 'Eigenlijk zorgelijk dat die in oorspronkelijke wetsvoorstel niet was opgenomen,' stelde Dittrich. Hij wees verder op het meningsverschil tussen de toezichthoudende instanties aan de ene kant en de evaluatiecommissie en de regering aan de andere kant. Volgens de toezichthouders verdwijnt de proportionaliteitstoets achteraf als de aanbevelingen van de evaluatiecommissie worden opgevolgd, waarbij mogelijk de privacy van burgers in het geding komt. Dittrich vroeg de ministers waarom beide toezichthouders niet worden samengevoegd. Voor D66 is het belangrijk dat de toezichthoudende diensten hun werk goed kunnen doen, zeker gezien de beperkingen van de Eerste Kamer, aangezien die geen commissie Stiekem heeft zoals de Tweede Kamer. 'Daarom is het van belang dat wij ervan uit kunnen gaan dat de toezichthoudende instanties hun werk goed kunnen doen,' zei Dittrich. Over de bulkdatasets zei hij dat deze nu bewaard worden zonder wettelijke grondslag. Ook hij verwees naar het recente oordeel van het Europees Hof dat er voorwaarden moeten worden gesteld aan het bewaren van bulkdatasets. Dittrich stelde voor dat er een onafhankelijke analyse van deze uitspraak komt voordat de nieuwe wijziging van de Wiv wordt voorgelegd.

VVD-senator Van der Burg zei dat wat een half jaar geleden een relatief eenvoudig debat was, door het verschijnen van de evaluatie een complex debat is geworden. Een halfjaar geleden hadden we minder geweten en waren we sneller klaar geweest, zei hij. Hij doelde hiermee op het verschijnen van het rapport van de evaluatiecommissie in het afgelopen half jaar en de positie van de toezichthoudende instanties die lijnrecht tegenover de evaluatiecommissie staan. 'We lopen continu achter de feiten aan,' aldus Van der Burg. Hij wees er verder op dat tot nu toe blijkt dat de inlichtingendiensten niet of nauwelijks de verzameling van bulkdata hebben ingezet als middel. Volgens de VVD is het wetsvoorstel dat nu voorligt een verbetering en doet het ook recht aan de uitkomst van het referendum. De VVD was voorstander van de oorspronkelijke wet en is ook voorstander van deze wijziging, aldus Van der Burg.

Volgens CDA-senator Rombouts gaat het bij de beoordeling van dit wetsvoorstel om een goede balans tussen het beschermen van onze nationale veiligheid en het beschermen van de privacy van individuen. 'We willen niet dat dit zonder adequaat toezicht gebeurt, maar de diensten hebben te maken met continu en snel veranderende omstandigheden die soms botsen met lang durende procedures in verband met toezicht,' aldus Rombouts. Naar aanleiding van een rapport van de Algemene Rekenkamer zei hij dat het 'bij uitstek' de taak van de Eerste Kamer is om te letten op de uitvoerbaarheid van de wet. Je kunt niet ongestraft taken stapelen zonder voldoende menskracht te leveren en de diensten voor te bereiden op de uitbreiding en verzwaring van taken, stelde Rombouts. De CDA-fractie vindt dat de regering er al met al is geslaagd in het vinden van een 'alleszins redelijke balans' tussen nationale veiligheid en privacy.

Senator De Vries (Fractie-Otten) zei dat de inzet van de inlichtingendiensten in zijn algemeen zal moeten voldoen aan eisen van subsidiariteit, gerichtheid en proportionaliteit. Over de bulkdata zei hij dat 'het kromme is dat onze diensten data delen met buitenlandse diensten die niet gebonden zijn aan maximale bewaartermijn.' De Vries vroeg hoe de minister deze inconsistente gang van zaken beoordeelt. De Fractie-Otten ziet de noodzaak van het langer kunnen bewaren van bulkdata, maar dat staat de huidige wet niet toe. De Vries vroeg hoe de minister dat gaat oplossen. Ten aanzien van de organisatie van het toezicht lijkt de Fractie-Otten, in navolging van eerdere sprekers, een meer geïntegreerd toezicht beter.

SP-senator Gerkens noemde het wetsvoorstel een 'zeer summiere verbetering' die lang op zich heeft laten wachten. Het gaat de SP te ver om te zeggen dat dit ook een goede wet is. Wat volgens Gerkens hard nodig is, is goed toezicht. Ze steunt de vervangingsregeling dan ook. Alleen met gedegen toezicht kan het vertrouwen van mensen in deze wet overeind blijven, aldus Gerkens. De toezichthouders hebben zorgen geuit over de uitvoering. De beleidsregels die nu in wetgeving worden omgezet blijken in de praktijk weerbarstig en Gerkens vroeg de minister daar op te reflecteren. Ze wilde verder weten hoe het kabinet deze wijziging kan verdedigen terwijl zij ook de evaluatie omarmt, nog los van demissionaire status van het kabinet. Volgens de SP-senator blijft de sleepwet op gespannen voet staan met privacy. 'De wijzigingen die nu voorliggen en voortkomen uit de wens van de bevolking, moeten ook in de komende wijziging overeind blijven,' besloot Gerkens.

Reactie minister Ollongren

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zei in haar beantwoording dat relatief snel na de inwerkingtreding van de wet een evaluatie heeft plaatsgevonden. Daaruit komt het rapport voort dat begin 2021 is gepresenteerd. Daarnaast ligt er ook een rapport van de Algemene Rekenkamer. Beide rapporten stellen dat de beleidsregels wettelijk moeten worden vastgelegd, en dat ligt nu voor.

Ollongren noemde de wijzigingen nog eens: de eis van gerichtheid is een belangrijke waarborg in het dagelijks werk van de diensten; de melding van het delen van niet-geëvalueerde gegevens met buitenlandse diensten wordt wettelijk vastgelegd; de vervangingsregel voor de toezichthoudende Tib. Ze zei verder dat het rapport van de evaluatiecommissie stof tot nadenken geeft. Dit kabinet heeft het rapport omarmd, maar het is aan een volgend kabinet om met een wetswijziging op basis van het rapport te komen, aldus Ollongren. Ze kon in het debat dus niet op die zaken vooruitlopen.

Over de bulkdata zei de minister dat het uitgangspunt is om zo min mogelijk gegevens zo lang mogelijk te bewaren. Er moet altijd een wettelijke grondslag zijn voor het verwerven van bulkdata. Daarbij wordt eerst zo gericht mogelijk verworven en vervolgens zo gericht mogelijk verkleind. De diensten moeten altijd motiveren waarom ze zo'n bulkdataset willen verwerven, aldus Ollongren. Over het samenvoegen van de twee toezichthoudende instanties zei de minister dat ze zal kijken naar het bij elkaar brengen, 'maar dan wel met hele hoge Chinese muren.' De minister zag niet direct wat het toevoegt, omdat het ene deel bijvoorbeeld een verzoek vooraf goedkeurt en het andere deel vervolgens achteraf het verzoek afkeurt.



Deel dit item: