De Eerste Kamer heeft in de plenaire vergadering van dinsdag 23 november stilgestaan bij het overlijden op 28 oktober jl. op 90-jarige leeftijd van oud-senator Elida Tuinstra. Zij was acht jaar lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor D66, van 11 juni 1991 tot 8 juni 1999.
Elida Tuinstra was geruime tijd werkzaam op juridisch-maatschappelijk gebied voor de gemeentelijke schooladviesdienst. Ook was ze docent staatsburgerschap en maatschappijleer in het hoger beroepsonderwijs. Van 1975 tot 1977 was zij beleidsmedewerker op het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
In 1977 werd Elida Tuinstra lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal waar ze ruim negen jaar het woord voerde over justitie en medisch-ethische onderwerpen. In de Eerste Kamer hield ze zich bezig met volksgezondheid, onderwijs en cultuur, in het bijzonder mediabeleid.
Over het Kamerwerk zei mevrouw Tuinstra dat te veel mensen denken dat het Kamerwerk zo erg bijzonder is. Maar, zei ze, 'de discussies zijn echt niet zo heel anders dan die ik met mijn kinderen aan de ontbijttafel heb. (...) Gezond verstand is de beste richtsnoer in de politiek.' "Dat lijkt me ruim 35 jaar later nog altijd een uitstekend devies," zei Eerste KamervoorzitterJan Anthonie Bruijn tijdens de herdenking.
Jan Anthonie Bruijn: "Elida Tuinstra was een bevlogen en betrokken persoonlijkheid, zowel in de politiek als daarbuiten. Moge ons respect voor haar persoon en haar verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor haar familie en vrienden."
Deel dit item: