Op 13 december 2021 vond de plenaire zitting plaats van de Interparlementaire Commissie van de Taalunie. Vanuit Nederland was het Tweede Kamerlid, Martin Bosma (PVV, delegatieleider) aanwezig en vanuit de Eerste Kamer de leden Joop Atsma (CDA) en Arda Gerkens (SP). De Vlaamse delegatie nam met negen leden deel en vanuit het secretariaat van de Nederlandse Taalunie de Algemeen Secretaris, samen met drie beleidsmedewerkers. Vanwege de nog geldende beperkende maatregelen kon dit overleg alleen per videoverbinding vanuit de Tweede Kamer doorgang vinden.
Prioriteiten van de Nederlandse Taalunie
Algemeen Secretaris van de Taalunie, Kris Van de Poel, gaf een presentatie over de werkzaamheden van de Nederlandse Taalunie. De Taalunie is een beleidsorganisatie voor het Nederlands en zijn gebruikers binnen en buiten het taalgebied. Er zijn vijf aandachtsgebieden geformuleerd voor 2020-2024: standaardtaal, Nederlands en andere talen, onderwijs Nederlands binnen het taalgebied, Nederlands wereldwijd en Nederlandse cultuur. Van de Poel: "Voor 2022 richten we ons specifiek op Nederlands voor iedereen met nadruk op toegankelijkheid van en betrokkenheid bij het Nederlands. Ofwel op het begrijpelijk en inclusief taalgebruik voor overheid, zorg en rechtspraak, onderwijs Nederlands als tweede taal, ook in Suriname en op de Caribische eilanden."
De Taalunie heeft een budget van bijna 11 miljoen euro voor 2022. Twee derde daarvan wordt bekostigd door het Nederlands ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en een derde door de Vlaamse departementen voor Onderwijs en voor Cultuur. Suriname draagt bij door middel van inzet van menskracht.
Beleidsarm overleg Comité van Ministers
Voorafgaand aan het interparlementaire overleg vond het reguliere overleg van het Comité van Ministers plaats. Van de Poel, die hieraan deelnam, merkte op dat dit een inhoudelijk arm overleg was, aangezien men in Nederland wacht op een nieuwe regering. "Wel is gesproken over taalcompetentie, taaladvies en de aanbevelingen van de visitatiecommissie. Over beide onderwerpen zal de IPC Taalunie worden geïnformeerd. We zouden hierover graag in 2022 een gedachtewisseling met u hebben," aldus Van de Poel.
Relatie met de Friese taal en het Afrikaans
Joop Atsma vroeg naar de relatie van de Taalunie met het Fries. Van de Poel gaf aan niet bevoegd te zijn ten aanzien van de Friese taal, maar dat er wel een taalportaal bestaat waar het de Nederlands, Friese en Afrikaanse wetenschappelijke grammatica beschreven wordt, met financiering van de Taalunie. Martin Bosma riep de Taalunie op de banden te versterken met het hoger onderwijs dat in het Afrikaans gegeven wordt in Zuid-Afrika. Van de Poel: "In 2022 starten we met een wisselleerstoel in Zuid-Afrika voor een periode van vier jaar waarbij in verschillende semesters aandacht zal zijn voor taalbeheersing, cultuur of literatuur." Arda Gerkens onderstreepte blij te zijn met alle aandacht voor de Nederlandse taal.
Einde van het Nederlands voorzitterschap
Met dit overleg kwam een einde aan het Nederlands voorzitterschap van de IPC Taalunie. Voor de komende twee jaar is de Vlaamse delegatie aan zet. Martin Bosma, voorzitter van de IPC Taalunie, overhandigde de voorzittershamer via het videoscherm aan zijn opvolger, het Vlaamse lid Wilfried Vandaele. "Ik hoop u allen in het nieuwe jaar te ontmoeten in het Vlaams parlement," zei Bosma.
Deel dit item: