De Eerste Kamer stemde 22 februari over veertien moties die tijdens het debat over de regeringsverklaring met het nieuwe kabinet een week eerder waren ingediend. De Kamer nam tien moties aan, waaronder moties die het kabinet verzoeken om af te zien van de voorgenomen gedeeltelijke ontkoppeling van de AOW, van de voorgenomen bezuinigingen op de jeugdzorg en het wetsvoorstel de kinderbijslag niet te indexeren. Verder vroeg de Eerste Kamer studenten op een andere manier te compenseren dan door de regering voorgesteld, nu het leenstelsel wordt afgeschaft.
Ook zijn moties aanvaard die betrekking hebben op de ICT-systemen van de Belastingdienst en de zogeheten geconsolideerde wetgeving. Tot slot heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen die de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer verzoekt stappen te nemen die ertoe leiden dat ook in de plenaire zaal van de Eerste Kamer de nationale vlag zichtbaar wordt gemaakt.
Na afloop van de stemming besloot de Kamer op voorstel van senator Rosenmöller (GroenLinks) om de regering te vragen per brief te reageren op de aanvaarde moties die gevolgen hebben voor de voorstellen van de regering in het coalitieakkoord. De Kamer verwacht de brief van het kabinet voor dinsdag 8 maart te ontvangen, of zoveel eerder als mogelijk.
Drie moties werden ingediend over de ontkoppeling van de AOW, één van senator Faber (PVV), één van senator Van Rooijen (50PLUS), één van senator Van der Linden (Fractie-Nanninga). Alle moties roepen in verschillende bewoordingen de regering op om af te zien van de voorgenomen (gedeeltelijke) ontkoppeling. Premier Rutte had de moties ontraden. De fracties van GroenLinks, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, PvdA, PvdD, SP, SGP en OSF stemden voor de moties, de fracties van D66, CDA, VVD, ChristenUnie en FVD stemden tegen de moties.
De motie-Rosenmöller c.s. verzoekt de regering het overleg met de gemeenten om tot een gewenste hervorming van het stelsel van jeugdzorg te herstellen, zonder dat dit belast wordt met de bezuinigingen uit het coalitieakkoord, maar gebaseerd op alle conclusies en aanbevelingen van de commissie van wijzen. Rutte had de motie ontraden. De fracties van GroenLinks, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, PvdA, PvdD, SP, SGP en OSF stemden voor de moties, de fracties van D66, CDA, VVD, ChristenUnie en FVD stemden tegen de moties.
De motie-Vos c.s. verzoekt de regering om andere mogelijkheden dan de voorgestelde 1000 euro voor compensatie voor studenten te onderzoeken en de Kamer daarover binnen drie maanden te informeren. Rutte ontraadde de motie. De fracties van GroenLinks, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, PvdA, PvdD, SP, SGP en OSF stemden voor de moties, de fracties van D66, CDA, VVD, ChristenUnie en FVD stemden tegen de moties.
De motie-Bredenoord c.s. verzoekt de regering om in goed overleg met de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer niet later dan 1 oktober 2022 een praktische werkwijze te ontwikkelen die recht doet aan het uitgangspunt dat de volledige, geconsolideerde wettekst van een door het kabinet gedaan voorstel de kwaliteit van de behandeling in de Eerste Kamer kan bevorderen. De minister-president liet het oordeel over deze motie aan de Kamer. De motie werd met algemene stemmen aanvaard.
De motie-Faber c.s. verzoekt de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer in overleg met het College van Senioren stappen te nemen die ertoe leiden dat ook in de plenaire vergaderzaal van de Eerste Kamer de nationale vlag zichtbaar wordt gemaakt. Alleen de PvdD-fractie stemde tegen.
De motie-Huizinga-Heringa c.s. verzoekt de regering bij het kijken naar de versterking van de Tweede Kamer ook een analyse van de benodigde versterking van de Eerste Kamer mee te nemen. De minister-president verzocht de indiener de motie aan te houden. Alleen de fracties van VVD, PVV en FVD stemden tegen.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering alles te doen wat nodig is om de ICT-systemen en bemensing van de Belastingdienst op zo kort mogelijke termijn op orde te krijgen en de Kamer driemaandelijks over de voortgang te rapporteren. Rutte liet het oordeel over deze motie aan de Kamer. Alleen de D66-fractie stemde tegen.
De motie-Schalk c.s. verzoekt de regering het wetsvoorstel Niet-indexeren basiskinderbijslag over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024 of totdat de beoogde dekking is gerealiseerd in te trekken. Ook deze motie werd ontraden. Alleen de fracties van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stemden tegen.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering de handel in stikstofruimte landelijk te verbieden tot het moment dat ongewenste neveneffecten in kaart zijn gebracht en ter beoordeling van het parlement sluitend voorkomen kunnen worden. Deze motie was door de minister-president ontraden.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering om de gedupeerde studenten op een behoorlijke wijze te compenseren, zodanig dat de compensatie een vergelijkbare hoogte heeft als de giften aan de studenten die onder de basisbeurs vielen. Deze motie ontraadde Rutte eveneens.
De motie-Otten c.s. verzoekt de regering uitvoering te geven aan de aangenomen motie van zijn hand over een onderzoek naar vereenvoudiging van het belastingstelsel en de bedoelde studie uiterlijk op 1 mei 2022 aan de Eerste Kamer te verstrekken. Minister-president Rutte liet het oordeel over deze motie aan de Kamer.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering in de aanloop naar een wettelijk verbod op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen, op de kortst mogelijke termijn te komen tot een beperkte venstertijd van een uur per dag waarin maximaal één reclame voor kansspelen per reclameblok op radio en televisie wordt toegestaan. Rutte vroeg de indiener de motie aan te houden. Daartoe besloot senator Koffeman.
De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 15 februari met minister-president Rutte over de regeringsverklaring. Vorig najaar besloot de Eerste Kamer om de jaarlijkse Algemene Politieke Beschouwingen vanwege de demissionaire status van het toenmalige kabinet Rutte-III en de nog lopende formatiebesprekingen niet te houden. De Kamer besloot toen tot een debat naar aanleiding van de regeringsverklaring zodra een nieuw kabinet zou zijn aangetreden.
Het debat op 15 februari ging over de plannen van de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie in het regeerakkoord en de daarover door de minister-president afgelegde regeringsverklaring in de Tweede Kamer op 18 januari jl.. De meeste fractievoorzitters spraken over het terugwinnen van het vertrouwen in de burger, de nieuwe bestuurscultuur en de rol van de Eerste Kamer daarin. Ook was er veel aandacht voor concrete onderwerpen zoals de ontkoppeling van de AOW en het minimumloon, de financiering van de jeugdzorg, klimaatbeleid en stikstofreductie, vermogensongelijkheid en vermogensrendementsheffing, de stijgende energierekening en inflatie, en ondermijnende criminaliteit en de rechtsstaat. Bovendien spraken de fractievoorzitters over de hersteloperaties in Groningen en over de slachtoffers van de toeslagenaffaire.
Deel dit item: