Interpellatie grootschalige datacentra



De Eerste Kamer heeft dinsdag op verzoek van senator Koffeman (PvdD) minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening geïnterpelleerd over de kabinetsvisie over de bouw van grootschalige datacentra in Nederland. Koffeman wilde daarnaast ook weten of het kabinet nog van plan is een stokje te steken voor de aanleg van een datacentrum van 166 hectare van Meta in Zeewolde. Koffeman noemde het opmerkelijk dat dit datacentrum niet valt onder het moratorium van negen maanden dat het kabinet in afwachting van de uitwerking van het coalitieakkoord recentelijk heeft afgekondigd voor de bouw van nieuwe grootschalige datacentra in Nederland. Hij wilde alsnog opschortende werking voor te verlenen vergunningen voor Zeewolde.

De PvdD-senator verwees daarbij naar een motie van zijn hand die in december 2021 is aangenomen waarin de Eerste Kamer uitspreekt dat het Rijk geen grond mag uitgeven voor deze grootschalige datacentra. Het Rijksvastgoedbedrijf bijvoorbeeld is eigenaar van de grond voor het datacentrum in Zeewolde. Koffeman wil voor het datacentrum daar in ieder geval extra eisen voor energieopwekking, gebruik van water en het gebruik van restwarmte, alvorens vergunningen worden afgegeven.

Minister De Jonge erkende dat de ruimte in Nederland schaars is en dat ook met betrekking tot de beschikbare energie steeds scherpere keuzes gemaakt moeten worden door de overheid. Hij zal daar ook rekening mee houden in het opstellen van een voorbereidingsbesluit voor toekomstige datacentra. Met betrekking tot het datacentrum in Zeewolde zei de Jonge dat de gemeente een vergunning heeft afgegeven en dat daarmee het publiekrechtelijke traject vaststaat en hij dat niet ongedaan kan maken.

Wat betreft de privaatrechtelijke kant - de verkoop van de grond - heeft zijn voorganger strenge voorwaarden gesteld en het is nu aan de gemeente Zeewolde om aan die eisen te voldoen. De Jonge gaf aan dat TNO die afspraken vervolgens zal toetsen, waarna een besluit kan worden genomen over de verkoop van de grond. Samenvattend is de komst van het datacentrum in Zeewolde nog geen gelopen race, aldus De Jonge, maar of de motie-Koffeman naar de letter zal kunnen worden uitgevoerd kan pas aan het eind blijken.

Koffeman zei in reactie hierop blij te zijn dat De Jonge naar zijn mening een meer actieve positie inneemt dat diens voorganger ten aanzien van de bouw van grootschalige datacentra, maar hij bleef bezorgd over de milieubelasting en het enorme energiegebruik van het datacentrum. Zo wordt vooralsnog maar 15% van de restwarmte hergebruikt en is het watergebruik meer dan verondersteld.

Senator Kluit (GroenLinks) was ook blij met de nuancering van de minister, maar toonde zich bezorgd over de koppelverkoop bij de verkoop van de benodigde grond in Zeewolde. Senator Fiers (PvdA) wilde weten of het Rijk meteen tot de verkoop van de grond overgaat zodra aan de voorwaarden is voldaan. Senator Dessing (FVD) wilde weten of volledige eigen energieopwekking als harde voorwaarde wordt gesteld, nu blijkt dat er thans al problemen zijn met de stroomlevering in Flevoland. Senator Otten (Fractie-Otten) stelde dat moties gewoon uitgevoerd moeten worden en hij vroeg de minister geen onomkeerbare te stappen alvorens het overleg ook met de Eerste Kamer is afgerond. Senator Rietkerk (CDA) vroeg de minister of de nieuw op te stellen beleidsvisie met eisen aan datacentra ook verwerkt worden in de provinciale verordeningen.

De Jonge herhaalde in de tweede termijn van het interpellatiedebat zijn uitspraak dat de verkoop van de grond in Zeewolde aan Meta nog geen gelopen race is. Hij verwees naar de voorwaarden die zijn voorganger heeft gesteld en de gemeente Zeewolde moet daaraan eerst voldoen. Hij verwacht de reactie van de gemeente in de loop van maart te ontvangen. Maar hij gaf ook aan niet te kunnen tornen aan verleende vergunningen, omdat de overheid zich als een betrouwbare partner moet opstellen.



Deel dit item: