De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 14 juni met minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over een tijdelijke wet om van het Nationaal Groeifonds alsnog een begrotingsfonds te maken. Daarmee komt het fonds minder op afstand van de politiek te staan. De Kamer stemt dinsdag 21 juni over het wetsvoorstel en een ingediende motie van senator Vendrik over de samenhang tussen de verschillende investeringsfondsen van de regering.
Deze wet regelt onder meer de doelstelling van het fonds, de aard van de uitgaven en inkomsten en welke ministers het fonds beheren. Het voorstel is tevens een wettelijke grondslag voor de adviescommissie die investeringsvoorstellen beoordeelt en kent een evaluatiebepaling.
De Eerste Kamer debatteerde eind 2020 met toenmalig minister Hoekstra (Financiën) en toenmalig minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) al over het wetsvoorstel voor de oprichting van het Nationaal Groeifonds. Het toenmalige kabinet-Rutte III wilde met het fonds de eerstvolgende vijf jaar 20 miljard euro uittrekken voor een impuls aan de welvaart. Het kabinet had er destijds bewust voor gekozen om het fonds op afstand van de politiek te zetten, maar tegelijkertijd wel onder parlementaire controle te laten vallen. Begin januari 2021 stemde de Eerste Kamer in met dat wetsvoorstel.
Er is één motie ingediend. De motie-Vendrik c.s. verzoekt het kabinet het gehele fondsenlandschap te bezien en opties te ontwikkelen voor versterking van de doelmatige inzet van publieke middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te overwegen. De minister vond het iets te snel gaan om nu al naar samenvoeging te kijken, omdat de fondsen pas net begonnen zijn. Ze zegde toe dat het kabinet kritisch zal zijn op de doelmatigheid en doeltreffendheid van de fondsen. Omdat ze de motie begreep als aanmoediging, gaf ze de motie het ‘oordeel Kamer’ mee.
Brede welvaart leidend
Senator Vendrik (GroenLinks), die mede namens de PvdA sprak, zei dat hem nog steeds niet duidelijk is wat de focus van het fonds is, hoe en wanneer dit publieke geld wordt ingezet. Volgens GroenLinks en PvdA moet brede welvaart leidend zijn voor alle overheidsbeleid, dus ook voor dit fonds. Niet alleen energietransitie is duurzaam beleid, ook bijvoorbeeld sociale (arbeidsmarkt-)transitie. Vendrik is nog niet overtuigd door de gekozen uitwerking van het kabinet van de doelstelling van het fonds: het bevorderen van duurzaam verdienvermogen.
Totale geldverspilling
Volgens senator Van Strien (PVV) lijkt het alsof het nut van het fonds nog steeds verzonnen moet worden. Het fonds lijkt zich nadrukkelijk te richten op investeringen in projecten van publiek belang, maar zonder rendementsdoelstelling. Zo verlaag je het bruto binnenlands product van de toekomst, aldus Van Strien. En dat is volgens hem strijdig met de uitspraak om het bbp op de lange termijn te vergroten. Er worden met dit fonds arbeidsplaatsen bij de overheid gecreëerd. Hij wilde weten hoeveel mensen zich (gaan) bezighouden met fonds. De PVV loopt niet warm voor deze totale geldverspilling.
Is fonds wel juiste middel?
Senator Van Apeldoorn (SP) vroeg of de investeringen wel echt ten goede komen aan het collectief en daarmee aan de brede welvaart. Het is volgens de SP helemaal geen gek idee dat het kabinet geld leent voor dergelijke investeringen, wel is het de vraag of het groeifonds het juiste middel daarvoor is. Van Apeldoorn vroeg de minister of de opbrengsten wel publiek beschikbaar blijven. Ook wilde hij weten hoe dit fonds zich verhoudt tot de andere investeringsfondsen. Is er niet te veel overlap, besloot Van Apeldoorn.
Groene grabbelton
Senator Otten (Fractie-Otten) toonde zich nog steeds verbaasd dat het eerste debat over het groeifonds eind december 2020 zo werd afgeraffeld. Volgens hem moest en zou de groene grabbelton van 20 miljard er komen. Hij vroeg de minister wie er eindverantwoordelijk is: zijzelf of de minister van Financiën? Uit de schriftelijke beantwoording blijken beiden eindverantwoordelijk. Otten vroeg hoe de minister denkt dat dit in de praktijk gaat werken. Tot slot vroeg hij wat de exacte status van de huidige aanvragen is en wat de voorwaarden voor toekenning zijn.
Groei wordt graai
Volgens senator Nicolaï (PvdD) leidt een beleid gericht op ‘groei, groei, groei’ tot ‘graai graai graai’. Waarom zouden projecten die verduurzaming vergroten, maar niet direct het verdienvermogen, niet in aanmerking kunnen komen, vroeg hij aan de minister. Het uitgangspunt van het fonds is dat het kabinet geen aanvragen honoreert die van de adviescommissie een negatief advies hebben gekregen. Leden van de adviescommissie hebben daarmee grote invloed. Nicolaï vroeg de minister of zij kon toezeggen dat het parlement betrokken wordt bij het opstellen van het profiel van de leden.
Beantwoording minister Adriaansens
Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) zei dat projecten die worden gefinancierd vanuit het fonds moeten bijdragen aan het structureel verdienvermogen van Nederland op een duurzame manier. Met betrekking tot de bijdrage aan de brede welvaart in al het beleid, zei de minister dat het kabinet op allerlei plekken aan een goede definitie werkt.
Vergroten van het duurzame verdienvermogen gebeurt wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan en daar houdt de adviescommissie ook rekening mee, aldus Adriaansens. Vooral kwalitatief probeert de adviescommissie zo precies mogelijk de duurzame effecten van het project in te schatten. Het kabinet spreekt met één mond, besloot de minister, ook als er twee fondsbeheerders zijn.
Deel dit item: