Steun voor afschaffen verplichte beraadtermijn abortus



De Eerste Kamer steunde dinsdag 21 juni het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn van vijf dagen bij het afbreken van een zwangerschap, een initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Paternotte (D66), Kuiken (PvdA), Ellemeet (GroenLinks) en Van Wijngaarden (VVD). De fracties van VVD, GroenLinks, D66, Fractie-Nanninga, PvdA, SP, PvdD, 50PLUS, Fractie-Otten, Fractie-Frentrop en CDA (met uitzondering van de Leden Atsma, Doornhof, Rietkerk en N.J.J. van Kesteren) stemden voor het wetsvoorstel, de fracties van PVV, ChristenUnie, SGP, FVD, OSF en de leden Atsma, Doornhof, Rietkerk en N.J.J. van Kesteren van de CDA-fractie daartegen.

Het initiatiefwetsvoorstel beoogt de verplichte minimale beraadtermijn van vijf dagen af te schaffen die is vastgelegd in de Wet afbreking zwangerschap (Waz). Uit diverse onderzoeken blijkt volgens de initiatiefnemers dat vrouwen en artsen ook zonder een verplichte minimale beraadtermijn goed in staat zijn om een weloverwogen en zorgvuldig besluit te nemen. Daarom wordt voorgesteld om in plaats van een verplichte minimale beraadtermijn steeds, na gezamenlijk overleg tussen de vrouw en arts, een zodanige bedenktijd in acht te nemen als nodig is om tot een weloverwogen en zorgvuldig besluit te komen.

Tijdens het debat op 14 juni bleek dat de voorstanders van het initiatiefvoorstel van mening zijn dat het afschaffen van de verplichte beraadtermijn recht doet aan de autonomie en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw. De woordvoerders van VVD, GroenLinks, D66, PvdA, SP en Fractie-Otten wezen op het belang hiervan.

Critici, zoals CDA, ChristenUnie, 50PLUS en SGP, vrezen dat met het afschaffen de zorgvuldigheid, die zo’n belangrijk onderdeel is van de Nederlandse abortuswetgeving, verdwijnt en vrouwen mogelijk een onomkeerbare beslissing nemen. Zij waren niet overtuigd door de onderzoeken die de initiatiefnemers aandroegen als ondersteuning voor het afschaffen van de verplichte beraadtermijn.



Deel dit item: