De Eerste Kamer hield dinsdag 20 december een interpellatiedebat met minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Senator Van Rooijen (50PLUS) had het debat aangevraagd over het voorstel om de inkomensondersteuning voor AOW’ers (IOAOW) te verlagen. De Kamer had in een eerder aangenomen motie de regering verzocht de verlaging van de IOAOW terug te draaien en de IOAOW derhalve weer te verhogen tot het oude niveau op 1 juli 2023. Hierop gaf de regering aan de motie niet uit te zullen voeren.
Senator Van Rooijen vroeg de minister in het debat haar besluit te heroverwegen. Zeker in de huidige tijden van hoge inflatie, is inkomensondersteuning van AOW’ers belangrijk, stelde Van Rooijen. Zij kunnen hun inkomsten immers niet meer makkelijk vergroten. Daarom kwam Van Rooijen in het debat met een nieuwe motie, waarin hij de regering verzoekt de oude motie over het onderwerp uit te voeren. Deze door de minister ontraden motie is vervolgens door de Kamer aangenomen.
De minister antwoordde dat de Eerste Kamer diezelfde middag nog had ingestemd met een wetsvoorstel om de Inkomensondersteuning AOW af te schaffen. Daarnaast stelde zij dat het kabinet een evenwichtige koopkrachtontwikkeling wil voor alle groepen in de samenleving. Volgens haar blijkt uit de doorrekening van de kabinetsplannen voor 2023 door het Centraal Planbureau dat de koopkracht van zowel ouderen met alleen een AOW als die met ook een aanvullend pensioen er op vooruit gaat. De ingreep in de Inkomensondersteuning AOW moet volgens Schouten dan ook in een groter, positiever kader worden bezien.
Het Eerste Kamerlid Crone (PVDA) stelde dat je de inkomensondersteuning op een financieel gezonde manier in stand kan houden en wees op de voorstellen hiervoor in de tegenbegroting van PvdA en GroenLinks. Senator Schalk (SGP) stelde dat de regering er goed aan deed niet zomaar moties terzijde te schuiven. Het lid Kox (SP) stelde dat de regering weliswaar zelf gaat over het al dan niet uitvoeren van moties, maar dat men dan wel iets uit te leggen heeft. Is het een kwestie van niet willen of niet kunnen?
Minister Schouten gaf hierop aan dat er grote budgettaire consequenties vastzitten aan de motie. De kosten lopen op tot 1 miljard euro in 2027. Volgens Schouten is het aan de Kamer om aan te geven waar dat geld vandaan moet komen. Ze herhaalde haar stelling dat de inkomensontwikkeling in ons land evenwichtig is en dat er ook in de Tweede Kamer steun moet zijn voor zo’n door de Eerste Kamer voorgestelde wijze van financiering.
Deel dit item: