De vaste commissies voor Justitie en Veiligheid (J&V), voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) organiseerden dinsdag 14 maart 2023 een deskundigenbijeenkomst over het wetsvoorstel Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid.
Tijdens deze bijeenkomst gaven deskundigen bij drie thema's een inleiding, waarna ruimte was voor gedachtewisseling met de leden van de commissies. Er is onder meer gesproken over de noodzaak van pandemische paraatheid, crisismanagement, parlementaire zeggenschap bij het treffen van maatregelen en grondrechteninperking. De deskundigenbijeenkomst werd voorgezeten door senator Tanja Klip-Martin, voorzitter van de vaste commissie voor VWS.
09.00 - 09.05 uur Welkom
09.05 - 10.00 uur Thema I: Noodzaak van pandemische paraatheid en mogelijk in te zetten instrumentarium
-
1.Marion Koopmans, hoogleraar virologie aan het Erasmus MC te Rotterdam
-
2.Henk Bekedam, senior global health consultant en voormalig vertegenwoordiger voor de World Health Organization
-
3.Martijntje Smits, lid van de initiatiefgroep van de Vierde Golf
10.00 - 10.55 uur Thema II: Crisismanagement, bevoegdheidsverdeling en parlementaire zeggenschap
-
1.Michel Dückers, bijzonder hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen
-
2.Roel Bekker, voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en emeritus hoogleraar Arbeidsverhoudingen in de publieke sector aan de Universiteit Leiden
10.55 - 11.05 uur Pauze
11.05 - 12.00 uur Thema III: Grondrechteninperking in het kader van staatsnoodrecht ‒ afwegingskader
-
1.Rian de Jong, universitair hoofddocent Staatsrecht aan de Radboud Universiteit te Nijmegen
-
2.Marjolijn Olde Monnikhof, plaatsvervangend directeur Sociaal en Cultureel Planbureau
12.00 uur Afsluiting
Op 14 februari 2023 is voorlopig verslag uitgebracht. De regering heeft de memorie van antwoord (met bijlage) op 6 maart 2023 toegestuurd. Na de deskundigenbijeenkomst zal de verdere behandeling van het wetsvoorstel besproken worden.
Met dit voorstel komt er een wettelijke kader dat 'geactiveerd' kan worden op het moment dat sprake is van een infectieziekte met pandemisch potentieel én als het belang van de volksgezondheid dit vereist. Het wettelijke kader is slapend recht dat in de normale situatie niet in werking is. De huidige groep A-infectieziekten wordt opgesplitst in de groepen A1 en A2. Een infectieziekte wordt als groep A1 aangewezen als de ziekte een pandemisch potentieel heeft. Voor A1-infectieziekten geldt dat er maatregelen voor een (grotere) groep noodzakelijk kunnen zijn voor de bestrijding ervan. De groep A2 is gelijk aan de huidige groep A.
Op het moment dat een infectieziekte bij ministeriële regeling wordt aangewezen als A1-infectieziekte, volgt een wetsvoorstel om dit in de Wpg te regelen. Dit geldt ook voor wetsvoorstellen die het afschalen van een A1-infectieziekte regelen, het op- en afschalen van bevoegdheden voor collectieve maatregelen, of het inzetten van de noodbevoegdheid. De opschaling en afschaling van de collectieve maatregelen, wordt geregeld bij ministeriële regeling, voorgehangen bij beide Kamers. Indien sprake is van spoed of als een maatregel niet meer noodzakelijk of proportioneel is, bestaat de mogelijkheid om de betreffende regeling na te hangen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals de regering die heeft ingediend bij de Tweede Kamer. Nadien zijn enkele wijzigingen aangebracht in het wetsvoorstel, waaronder een wettelijke grondslag voor een vervaltermijn voor zware collectieve maatregelen en een vervaltermijn van acht weken voor collectieve maatregelen op basis van de noodbevoegdheid.
Deel dit item: