Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024



De Eerste Kamer stemde dinsdag 14 maart in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Na een hoofdelijke stemming bleek dat 41 van de leden voor de inwerkingtreding op die datum was, en 29 leden tegen. Ook zijn vier moties aangenomen.

Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening had de Kamer op 26 januari jl. laten weten dat aan de voorwaarden voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet kan worden voldaan op 1 januari 2024. Omdat de Kamer hiervan nog niet overtuigd was, vond er op 7 maart een debat plaats. De kritiek van een deel van de Kamer was vooral gericht op het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de Omgevingswet technisch ondersteunt. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is vanwege de problemen met het DSO inmiddels al vijf keer uitgesteld. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. De Eerste Kamer stemde al in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde.


Aangenomen moties

  • De motie-Kluit c.s. verzoekt de regering om voor 1 juli 2023 een integraal, financi-eel beeld te maken voor gemeenten, provincies en omgevingsdiensten, en de Ka-mer voor de zomer te informeren over hoe deze kosten komende jaren gedekt worden.
  • De motie-Kluit c.s. verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat, voor zover re-levant voor 1 januari 2024, alle gemeenten een milieueffectrapportage maken voor de omgevingsvisies en/of het omgevingsplan.
  • De motie-Janssen c.s. verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat voor inwer-kingtreding van de Omgevingswet alle betreffende websites (waaronder, maar niet uitsluitend, de websites van het Digitaal Stelsel Omgevingswet) minimaal voldoen aan alle eisen op niveau A en AA van de norm Web Content Accessibility Guidelines 2.1 en de Eerste Kamer hier uiterlijk zes weken voor inwerkingtreding van de Om-gevingswet over te informeren.
  • De motie-Moonen c.s. verzoekt de regering om binnen het DSO mogelijk te maken om voornemens van besluiten te publiceren, vergelijkbaar met het voorontwerp van een bestemmingsplan om participatie te bevorderen zodat er één vindplaats is voor alle voorgenomen besluiten waarover nog participatie moet plaatsvinden.

Verworpen moties

  • De motie-Van Dijk c.s. verzoekt de regering de ambities wat betreft de stikstofopgave en de energietransitie af te stemmen op de uitvoeringskracht van decentrale overheden en de wendbaarheid van de samenleving, rekening houdend met de stapeling van wijzigingen in het ruimtelijk beleid, waaronder de invoering van de Omgevingswet.
  • De gewijzigde motie-Nicolaï c.s. verzoekt de regering om de financiële lasten of schadeverplichtingen van lagere overheden die het gevolg zijn van aan het Rijk toe te rekenen onvolkomenheden in het DSO voor rekening van het rijk te nemen.

Over de Omgevingswet

Het omgevingsrecht stond voorheen in 26 verschillende wetten. Dit is gebundeld in de Omgevingswet, een samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures. De Omgevingswet heeft verschillende doelen:

  • Betere mogelijkheden voor een integraal beleid bieden;
  • Betere bruikbaarheid van het omgevingsrecht;
  • Substantiële vereenvoudiging in het omgevingsrecht.

Plannen en vergunningen worden zo veel mogelijk gebundeld, procedures worden sneller. Naar schatting 50.000 bestemmingsplannen en beheerverordeningen worden circa 400 omgevingsplannen. Dankzij deze bundeling worden kosten bespaard, onderzoekslasten beperkt en komen er betere mogelijkheden voor digitale vaststelling en beschikbaarheid van plannen, besluiten en onderzoeken. De Eerste Kamer stemde al in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde.



Deel dit item: