De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 11 april met minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over een wetsvoorstel dat het elektronisch uitwisselen van zorggegevens verplicht stelt, waarbij gestreefd wordt naar normalisatie van eisen aan taal en techniek. De Kamer stemt dinsdag 18 april over het wetsvoorstel en de ingediende motie van senator Gerkens (SP) die de regering vraagt om zorgaanbieders van afdoende ondersteuning te voorzien voor de uitwisseling van medische gegevens via decentrale infrastructurele voorzieningen.
Tijdens het debat wezen veel woordvoerders erop dat de meeste patiënten denken dat de elektronische uitwisseling van gegevens allang geregeld is. Zij vroegen de minister om het proces te versnellen waar mogelijk, en tegelijk te waarborgen dat de privacy van de patiënten beschermd is. Ook wilde zij weten of de minister bereid was om de voorgenomen opt in -regeling (gegevens worden niet uitgewisseld tenzij de patiënt aangeeft dat te willen) om te zetten in een opt out -regeling (gegevens worden uitgewisseld, tenzij de patiënt aangeeft dat niet te willen), omdat uit onderzoek is gebleken dat de meeste patiënten voorstander zijn van een opt out -regeling.
Senator Van der Voort (D66) sprak mede namens de fracties van CDA, GroenLinks en PvdA. Hij zei dat de wet eerder te laat dan te vroeg is. Hij vroeg de minister hoe hij kijkt naar een opt out -regeling om aan de zorgen rondom de bescherming van privacy tegemoet te komen. Van der Voort wilde ook weten hoe de minister gaat werken aan de toegankelijkheid van medische termen. Senator Baay-Timmerman (50PLUS) hoopte dat de minister de noodzakelijke gegevensuitwisseling zo spoedig mogelijk organiseert. Ook zij wees op de door merendeel van de patiënten gewenste opt out -regeling omdat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en het medisch beroepsgeheim geen belemmering lijken te vormen.
Volgens senator Verkerk (ChristenUnie) bevestigt de wet de regierol van de minister bevestigt en staat de zorg voor de patiënt centraal. Hij is blij met de inzet van de minister zoals neergelegd in de meerjarenagenda. Verkerk steunt de inzet van de minister om te investeren in digitale ondernemingen door de minister. Ook hij vroeg aandacht voor de toegankelijkheid voor digitaal minder vaardige patiënten. Senator Keunen (VVD) zei dat het cruciaal is dat zorgverleners beschikken over alle actuele en niet-actuele gegevens van hun patiënten. Met dit wetsvoorstel wordt onder andere het medicijngebruik van patiënten toegankelijker voor alle zorgverleners en wordt tijdrovende zorgoverdracht geëlimineerd. Keunen vroeg de minister hoeveel tijd hij nodig heeft om alle noodzakelijke stappen te zetten.
Senator Gerkens (SP) die mede namens de PvdD sprak, stelde vragen over de opslag van de patiëntgegevens. De uitwisseling moet zorgvuldig worden geregeld, zei zij. Ze vroeg of de minister zich hard wilde maken voor decentrale systemen en om centrale systemen onmogelijk te maken. Volgens Gerkens moet de politiek niet alleen de kaders bepalen, maar ook eerder aangeven waar de grenzen liggen. Senator Van Kesteren (PVV) sloot zich aan bij deze kritiek. Hij is nog niet overtuigd dat dit goed geregeld is en waarschuwde voor de gevaren van centraal beheer van gegevens. Elektronische gegevensuitwisseling mag niet ten koste gaan van de patiënt, zei hij. Volgens Van Kesteren kan een patiënt pas een keuze maken tussen opt in of opt out als hij volledig geïnformeerd is.
Minister Kuipers van VWS zei dat het in ieders belang is dat er op het juiste moment toegang is tot goede zorg. Om die te kunnen verlenen moeten zorgverleners beschikken over actuele gegevens. Brede elektronische gegevensuitwisseling bleef de afgelopen jaren achter. Dit wetsvoorstel is een goede stap om samen een succes te maken van gegevensuitwisseling in de zorg, zowel in het belang van patiënten als van zorgverleners, aldus Kuipers.
De minister zegde toe onverminderd in te zetten op standaardisatie van taal en techniek. Over het beheer van de gegevens zei de minister dat decentrale en centrale informatie worden verbonden, maar dat data bij de bron, dus decentraal, blijven, maar wel met een landelijk dekkend netwerk. Deze wet gaat alleen over hóe gegevens moeten worden uitgewisseld. Gegevensuitwisseling gebeurt in de reguliere zorg al op basis van toestemming. Met name in spoedsituaties is er nu een belemmering die deze wet weghaalt.
De motie-Gerkens c.s.overweegt dat de Eerste Kamer heeft uitgesproken dat toegang tot het medisch dossier juist decentraal via bij de zorgaanbieder vastgelegde toestemmingen en autorisaties mogelijk moet zijn en overweegt dat dit voor de uitvoerbaarheid van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg noodzakelijk is. Daarom verzoekt de Kamer de regering om zorgaanbieders van afdoende ondersteuning te voorzien voor de uitwisseling van medische gegevens via decentrale infrastructurele voorzieningen. De minister ontraadde de motie.
Dit wetsvoorstel is gericht op het bereiken van volledige interoperabiliteit bij het elektronische uitwisselen van gegevens tussen zorgverleners en maakt het mogelijk om voor bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aangewezen gegevensuitwisselingen te bepalen hoe gegevens uitgewisseld moeten worden. Door het verplicht stellen van het elektronisch uitwisselen van gegevens, waarbij gestreefd wordt naar normalisatie van eisen aan taal en techniek, kan uitwisseling onafhankelijk van een specifieke elektronische infrastructuur plaatsvinden.
Als binnen het bestaande wettelijke kader voor de uitwisseling van gezondheidsgegevens geen verwerkingsgrondslag, geen uitzonderingsgrond op het verbod tot uitwisseling van bijzondere persoonsgegevens of geen doorbrekingsgrond voor het medisch beroepsgeheim bestaat, dan kan deze uitwisseling niet plaatsvinden. Op grond van dit wetsvoorstel kan dus geen verplichting tot het uitwisselen van gegevens worden opgelegd aan zorgverleners. De verplichting in dit wetsvoorstel gaat alleen over de vraag hoe de uitwisseling van gegevens (op grond van andere wetgeving) plaats moet vinden, namelijk op elektronische wijze.
Deel dit item: