Kamer steunt grondwetswijziging correctief referendum



De Eerste Kamer stemde dinsdag 10 oktober in een eerste lezing over een initiatiefvoorstel om bepalingen in de Grondwet op te nemen om een bindend correctief referendum mogelijk te maken. Het wetsvoorstel werd verdedigd door de Tweede Kamerleden Marijnissen (SP) en Temmink (SP). Demissionair minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties trad op als adviseur van de Kamer. Bij de hoofdelijke stemming, aangevraagd door BBB-senator Lagas, stemden 45 leden voor het wetsvoorstel. 22 leden stemden tegen.

De Kamer heeft gestemd over een gecorrigeerde versie van het wetsvoorstel. Na het debat in de Eerste Kamer op 3 oktober bleek dat het wetsvoorstel (36.160, A) in Artikel XXXI een technische fout bevatte. Het artikel verwees namelijk naar een niet langer in het wetsvoorstel opgenomen (Grondwets)artikel 89g. Dit artikel kwam na aanvaarding van een amendement in de Tweede Kamer te vervallen. De Tweede Kamervoorzitter heeft volgens het Reglement van Orde Tweede Kamer de bevoegdheid om dit te corrigeren. Op basis van deze bevoegdheid stuurde zij dinsdagochtend een gewijzigd wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. Daardoor kon de stemming over het wetsvoorstel doorgaan zoals gepland.

Tijdens het debat een week eerder bleek een meerderheid van de fracties voorstander te zijn van het wetsvoorstel. Wel waren er bij sommige voorstanders zorgen over de invloed die desinformatie kan hebben op referenda en over de belemmeringen die de hoogte van een opkomst en een uitkomstdrempel (het percentage dat een winnende meerderheid moet behalen) zouden kunnen opleveren. De tegenstanders van het wetsvoorstel vielen uiteen in een aantal fracties dat principieel vindt dat de representatieve democratie via de gekozen volksvertegenwoordiging voldoende geregeld is, en fracties die meenden dat directe democratie juist aan de voorkant moet worden geregeld, niet achteraf zoals bij een correctief referendum. 


Over het wetsvoorstel  

Het initiatiefwetsvoorstel is de eerste lezing (het overwegings- of verklaringsvoorstel) van een aanpassing van de Grondwet in verband met de invoering van een bindend correctief referendum. De initiatiefnemers vinden dat de procedurele uitwerking van voorwaarden, zoals de onderwerpen waar wel of geen referendum over georganiseerd kan worden en dat een uitkomstdrempel vastgesteld moet worden, in een uitvoeringswet vervat dient te worden en niet in de Grondwet. Daarom krijgt de wetgever in het voorstel de grondwettelijke opdracht om nadere regels op te stellen. 



Deel dit item: