De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 7 november over een wijziging van de Wet op de huurtoeslag waarmee voor Oekraïners voor de duur van hun tijdelijke bescherming in Nederland het recht op huurtoeslag wordt gecreëerd. De Kamer stemt volgende week, op 14 november, over het voorstel van demissionair minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en over twee moties van de PVV.
Verblijfsgerechtigde Oekraïners worden momenteel opgevangen in gemeentelijke opvanglocaties en bij gasthuishoudens. Gelet op de onzekerheid met betrekking tot de mogelijkheid om terug te keren naar Oekraïne, is het wenselijk dat zij zich ook buiten de opvanglocaties kunnen vestigen. Oekraïense ontheemden mogen in Nederland werken. Desondanks is het aannemelijk dat een aantal van hen over onvoldoende financiële middelen beschikt om zelfstandig in woonruimte te kunnen voorzien. Daarom is het volgens het demissionaire kabinet wenselijk dat zij recht krijgen op huurtoeslag, overeenkomstig de voorwaarden voor Nederlandse huurders met een lager inkomen.
Volgens senator Van Hattem (PVV) is het echter niet mogelijk om te weten te komen of de Oekraïners wel aan die voorwaarden voldoen: “Nederlandse huurders dienen aan veel eisen te voldoen om in aanmerking te komen voor huurtoeslag, maar bij de groep Oekraïners wordt niet duidelijk hoe hun gegevens effectief gecontroleerd kunnen worden.” Hij diende twee moties in. De eerste motie gaat over geen precedent voor huurtoeslag voor asielzoekers en de tweede motie vraagt om geen huurtoeslag voor derdelanders. Beide moties zijn door minister De Jonge ontraden.
Senator Van Meenen (D66) zei dat het belangrijk is dat er duidelijkheid komt voor Oekraïners en dat zij meer zekerheid krijgen. “Dit wetsvoorstel draagt daar aan bij,” aldus Van Meenen. Hij vroeg op welke manier de minister de groep Oekraïners gaat informeren over deze mogelijkheid. Senator Kemperman (BBB) zei als derde en laatste woordvoerder in het debat: “Strenge eisen moeten, net als bij Nederlanders gebeurt, ook voor de Oekraïners gelden, met oog voor hun lastige situatie,” besloot Kemperman.
Minister De Jonge antwoordde dat iedereen die in Nederland verblijft, gelijk wordt behandeld. Het is niet zinvol om de schuld van de wooncrisis in de schoenen te schuiven van iemand die daar niets aan kan doen. Volgens de minister heft het wetsvoorstel een ongelijkheid op die er op dit moment nog wel is. Wat betreft voorlichting over de huurtoeslag zal worden aangesloten bij de bestaande voorlichting aan Oekraïners. Hij zei tot besluit dat zij moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden, zoals de inkomens- en vermogenseisen. “Dat is best lastig om te controleren, maar de Belastingdienst doet wat ze kan,” voegde hij daar nog wel aan toe.
Deel dit item: